De aanbeveling
Taken, doelmatige instructies, samenwerkingsvormen en groepsvergaderingen zijn natuurlijk prima ontwikkelingen en voor het daltononderwijs een reden om trots te zijn, maar vind je inmiddels in elk type onderwijs.Zoals Parkhurst 100 jaar geleden haar nek uitstak, moeten de daltonscholen van nu de moed tonen om weer hervormend en onderscheidend te willen zijn.
Een groep 1-2 is de beste manier om daltonkwaliteit te laten zien. Kinderen van verschillende leeftijden krijgen letterlijk en figuurlijk ruimte om keuzes te maken en samen te komen, samen te werken en op te ruimen. De instructie bij de taak past bij hun ontwikkeling, niet zozeer bij de leeftijd. De ontwikkeling wordt uitstekend gevolgd en vanuit reflectie en registratie is er doelmatige begeleiding. Eigenaarschap is er groot. Het is aansluitend en passend daltononderwijs in optima forma.
Een goede manier om daltonkwaliteit te laten zien is een groep 1-2 binnen te lopen. In de hoeken werken kinderen van verschillende leeftijden samen en krijgen ze letterlijk en figuurlijk ruimte om keuzes te maken, op natuurlijke wijze samen te werken en op te ruimen. Vaak krijgen zij bij de taak een instructie die aansluit bij de ontwikkeling, niet zozeer bij de leeftijd of andere standaarden. De ontwikkeling wordt uitstekend gevolgd en vanuit reflectie en registratie is er doelmatige begeleiding. Het eigenaarschap is er groot, zowel bij kind als leraar. Passend daltononderwijs in optima forma.
Daltonscholen zouden deze werkwijze beredeneerd door moeten voeren, ook na groep 1-2. Is het ‘dalton’ als je gedurende een dag, een schooljaar, een schoolloopbaan bij je leeftijdsgenoten zit? Is het ‘dalton’ als je binnen de vaste groep telkens met dezelfde kinderen rekent omdat het groepsplan dat aangeeft? Een daltonschool zou niet om organisatorische redenen moeten kiezen voor homogene groepen, maar kinderen juist bewust in flexibele, heterogene groepen laten functioneren. Het creëren van ontmoetingen die gezamenlijke kennisconstructie en modelling mogelijk maken, zouden uitgangspunt moeten zijn bij de kernwaarde samenwerken.
Zo kunnen bijvoorbeeld kinderen in een ‘rekenatelier’ (vakruimte) bijeenkomen om aan de rekentaak te werken. Daar ondersteunen ze elkaar op natuurlijke wijze. De rekeninstructie wordt in dit atelier gegeven aansluitend bij de ontwikkeling, ongeacht leeftijd. Rekenmaterialen zijn aanwezig. Aan de muur hangen doelen en ‘denkorganizers’. Prikkels die toeleiden, niet afleiden. Ook voor andere taken zijn er ruimten met materialen ingericht. Voor taal, maar bijvoorbeeld ook voor schrijven, creativiteit, wereldverkenning en Engels.
Deze werkwijze vraagt om een heroriëntatie op de leeromgeving en organisatie. Als er groepen met meer kinderen geformeerd worden, kan het personeel samen verantwoordelijk zijn voor de leeromgeving. Kies bijvoorbeeld voor een heterogene leerwerkgroep voor groep 3 en 4. Leraren zijn dan complementair aan elkaar en in staat om zich professioneel te verbinden. Elke dag minimaal twee mensen verantwoordelijk! Meer ogen, meer ideeën, minder kwetsbaar… ervaring en starter, pedagoog en didacticus. De één verzorgt lezen en gym, de ander rekenen en muziek.
Dalton kan ook vernieuwend zijn met de inzet van ict-middelen. De inzet van ict is effectief, aantrekkelijk en doelmatig door de directe feedback. Tablets bieden de kans op gepersonaliseerde, online leeromgevingen met digitale taken, keuzes en eigen vormen voor het afleggen van verantwoording. Bovendien biedt ict de mogelijkheid om tijd over te houden voor de belangrijke taken van de ‘nieuwe school’: socialisatie en talentontwikkeling.
Ik sluit deze aanbeveling af met een aantal transformatiemogelijkheden voor daltononderwijs, waarmee natuurlijk niet gezegd is dat wij aan de start ervan staan.
Met de visitatie beoogt de NDV de daltonkwaliteit van daltonscholen te bewaken en bevorderen. Het rapport dat elke school na de visitatie ontvangt, bevat altijd enkele aanbevelingen ter verbetering van het daltononderwijs. DaltonVisie nodigt een daltonadviseur uit te bespreken hoe een schoolteam met zo´n aanbeveling aan het werk kan gaan.
Auteur: Stef van Wickeren is daltonopleider en –adviseur bij OBD Noordwest en daarnaast directeur van een daltonkindcentrum.