Na de Eerste Wereldoorlog heeft de wereld een aantal jaren nodig om de shock van de vernietigingen en het enorme aantal slachtoffers te verwerken. Maar in een reactie op alles wat die oorlog veroorzaakt heeft, ontstaat ook de drang om het onderwijs te vernieuwen. Over de hele wereld worden experimentele scholen gesticht en enkele duizenden reformpedagogen wisselen hun ervaringen uit op bijeenkomsten van de New Education Fellowship.
Parkhurst is een van hen. Zij sticht in 1919 in New York een eigen school, waar zij haar Laboratory Plan in
praktijk gaat brengen.
Het experiment is nog maar amper gestart, of er is al veel internationale belangstelling. In mei 1920 komt Miss Belle Rennie over uit Groot-Brittannië. Zij zoekt een vorm van onderwijs voor wat oudere kinderen, dat aansluit op het montessoriaanse kleuteronderwijs en vindt dat bij Parkhurst. Het artikel dat Rennie erover in de Times schrijft, levert haar een postzak met honderden verzoeken voor nadere informatie op over dit Amerikaanse experiment. Veel schoolhoofden in Groot-Brittannië denken bij Parkhurst de middelen gevonden te hebben “to abondon old and ‘tired’ traditionalism.” Als eerste besluit Miss Rosa Bassett om op haar County Secondary School for girls in Streatham in Londen een experiment te starten. Ze start op kleine schaal voor de laatste maand van het schooljaar en met een kleine groep leerlingen een experiment: een wel heel enthousiast ‘give it a try’ om zo een maand voor de zomervakantie de hele organisatie op zijn kop te zetten. Het jaar daarop krijgt het experiment op de hele school een vervolg, welk voorbeeld al gauw in Groot-Brittannië door zo’n tweeduizend scholen gevolgd zal worden.
Ook in het Verre Oosten en in India is er interesse. Parkhurst reist zelf een aantal keer naar Japan en ook naar China om scholen te bezoeken en lezingen te geven. In beide landen zijn er vele honderden experimentele daltonscholen. Ondanks herhaalde uitnodigingen gaat Parkhurst zelf nooit naar Rusland, maar ook daar wordt haar Laboratory Plan omarmt. Het idee van zelfwerkzaamheid en sociale verantwoordelijkheid, als ook het ‘arbeiden’ aan de taak past bij de communistische ideologie. De vrouw van Lenin, Krupskaya, schrijft als minister van Onderwijs zelfs een voorwoord in het in het Russisch vertaalde Education on the Dalton Plan.
In de VS valt de belangstelling overigens tegen. Het aantal experimenten beperkt zich tot enkele tientallen.
Prof. Kohnstamm bezoekt met een delegatie van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen in 1923 een aantal daltonscholen in Engeland en introduceert daarna het gedachtegoed in Nederland. Ook al ziet hij in deze werkwijze een toekomst weggelegd voor het gehele volksonderwijs, het aantal daadwerkelijke experimenten blijft in ons land beperkt tot enkele tientallen. Stalin is in 1932 wereldwijd de eerste die een streep zet onder experimenten in het onderwijs en daarmee onder het daltononderwijs. Onderwijs moet als een productiemiddel meer bijdragen aan het aanwakkeren van de economie, stelt hij. In de crisistijd en in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog zijn er daarna meer overheden die, onder andere met national curricula, het onderwijs strakker gaan aansturen. Het momentum is dan voorbij voor de New Education Fellowship. Wereldwijd worden experimenten beëindigd, ook met het daltononderwijs.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er wereldwijd nog maar een handjevol daltonscholen, waaronder de New York Dalton School van Parkhurst zelf. Nederland is hierop een uitzondering. Dankzij de vrijheid van onderwijs heeft het daltononderwijs in ons land overleefd en is er belangstelling blijven bestaan, met soms vele tientallen en tegenwoordig zelfs enkele honderden daltonscholen tot gevolg.
Beeld: Steinhaus, 1925