Op koers blijven door vooruitkijken.
Op 9 april j.l. heeft traditiegetrouw in Deventer onder veel belangstelling de tweejaarlijkse landelijke daltonconferentie plaatsgevonden. Bijna 600 deelnemers uit alle lagen van de vereniging volgden het programma ‘Dalton op koers’. Uit de 230 ingevulde evaluatieformulieren bleek veel waardering voor het gebodene, met een ruime voldoende voor de gehele opzet. Van het middagprogramma werden vooral de workshops met praktisch toepassingen positief gewaardeerd. In deze reportage een impressie van Marja Out (tekst) en Martijn Bakker (foto’s), die namens DaltonVisie de conferentie bezochten.
Rode lijn in het congres vormen de nieuwe kernwaarden. Aan samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid zijn reflectie en effectiviteit toegevoegd. Na het plenaire deel in de schouwburg is de middag daarom gewijd aan drie thema’s: Reflectie, ingeleid door Joseph Kessels, hoogleraar Opleidingskundig Leiderschap, Effectiviteit/doelmatigheid, ingeleid door Paul Hendriks, rector Dalton Voorburg en bestuurslid NDV en Motiverende werkvormen, ingeleid door Frans Droog, docent Wolfert Lyceum Bergschenhoek.
Bestuurslid Paul Meuwese opent het ochtenddeel. Hij licht de titel van het congres toe: er is het nodige gerealiseerd, maar er is ook beweging. Op koers betekent ook vooruitkijken. Vervolgens benoemt voorzitter Willem Wagenaar de volgende ontwikkelingen:
1) het onderzoek naar de wortels van dalton van de vorige lector Piet van der Ploeg;
2) de schoolvisitaties die al 15 jaar plaatsvinden;
3) de regio’s die zijn opgericht om ontwikkelingen en vragen met elkaar te delen;
4) praktijkgericht onderzoek door lector Patrick Sins, dat ook al veel heeft opgeleverd.Willem Wagenaar schat in dat de onderwijswinter voorbij is. In het onderwijsverslag van de inspectie staat dat het om goed onderwijs gaat. Niet alleen om opbrengsten. Willem hoopt dat de inspectie open staat voor zelfevaluatie en visitatie. Hij wijst op de nieuwe posters die voor alle scholen beschikbaar zijn, waarmee gezicht is gegeven aan de nieuwe kernwaarden.
Vervolgens de lancering van twee nieuwe boeken: daltonlector Patrick Sins en daltonhogeschooldocent René Berends, beiden van Saxion Deventer, hebben Reflectie in het daltononderwijs geschreven, over effectieve ondersteuning van reflectie. Daarnaast heeft René Berends met Luuck Sanders, ook daltonopleider van Saxion Deventer, de geschiedenis van daltononderwijs in Nederland vanaf 1924 beschreven in Daltononderwijs in Nederland. Deze twee boeken worden toegevoegd aan de serie over daltononderwijs. Twee ad random geselecteerde bezoekers uit de zaal krijgen de hele serie van zes boeken.
Willem Wagenaar kreeg vorig jaar in Zwolle het boekje Waarom? Daarom!, waarin Hans Wenke vanuit persoonlijk perspectief werk maakt van de nieuwe kernwaarde reflectie. Het boekje staat vol anekdotes uit zijn jeugd, lagere schooltijd, studietijd en werk. Met hoogte- en dieptepunten en vooral veel lol. Willem beschouwt Hans als de pater familias van de Nederlandse Dalton Vereniging en in die hoedanigheid vraagt Willem Hans om de vernieuwde website symbolisch te openen door met een kroontjespen een ballon door te prikken.
Richard Young presenteert de nieuwe website. De vier samenstellers, Ben Mom, Joeri van Beek, Richard Young en Paul Hendriks hebben er een hele klus aan gehad. De homepage is speels, met veel verwijzingen naar literatuur, het congres, de nieuwsbrief, met een heldere menustructuur. Inhoud en ontwerp zijn verbeterd. Met gepaste trots laat Richard zien welke functionaliteiten de website herbergt. Het adres is hetzelfde: www.dalton.nl.
Keynote speaker Michael van Wetering sluit het ochtenddeel af met een bespreking van de Technologiekompas voor het onderwijs, Trendrapport 2014-2015 (zie: www.innovatie.kennisnet.nl). Michael beschrijft hoe hij vanaf 1978 in het voortgezet onderwijs op klassikaal-frontale wijze les heeft gehad en slechts van een enkeling – die interessant was en die hem echt zag – iets leerde. Michael denkt dat hij daltononderwijs heel erg leuk had gevonden. Hij is informaticus met een passie voor mensen die niets hebben met ICT. Die vind je bijvoorbeeld in het onderwijs. Hij wil dat we kijken naar onze onderwijsambitie en dat we kijken in hoeverre technologie dat kan ondersteunen.De toegang tot de kennis is technologie. Zijn dochter kreeg een doos met boeken, waaronder twee woordenboeken Frans. Ze vroeg waarom ze twee woordenboeken nodig had. Ze gebruikt de woordenboeken niet, maar googelt om betekenissen te achterhalen. Ze ontdekte de reden voor twee boeken: “O ja, als je alles print dan moet dat”.
Michael gebruikte voor zijn Technologiekompas de ‘hype cycle’ van onderzoeksbureau Gartner, die bestaat uit de volgende fasen:
fase 1: technology trigger: er is (nieuwe) technologie en daar kun je iets mee;
fase 2: peak of inflated expectations: de verwachtingen met betrekking tot de technologie zijn hooggespannen, maar in de praktijk valt er van alles tegen. Dan kom je terecht in:
fase 3: through of disillusionment: gelukkig kom je daar ook weer uit en bereik je:
fase 4: slope of enlightenment en na verloop van tijd, als alle hobbels zijn genomen kun je echt oogsten en zit je op hetfase
5: plateau of productivity.
Van Wetering noemt als voorbeeld het gebruik van tablets. Er zijn scholen die het risico nemen, bijvoorbeeld de Steve-Jobsscholen. Hij ziet in het onderzoek dat hij doet, dat de technologie nog niet toereikend is. Redding voor scholen is cloud computing, een belangrijke stap om te komen tot mogelijkheden in plaats van struikelblokken. Je moet ook voldoende capaciteit hebben. Mobiel en een draadloos netwerk zijn belangrijk. Een goede swot-analyse is nodig bij de introductie van tablets in het onderwijs.Michael waarschuwt voor de nadelen van datagedreven onderwijs. Zijn dochter heeft een app op haar computer waarmee ze uitrekent wat ze moet halen om gemiddeld op een 7 te blijven. Ze is data gedreven. Steeds meer data zijn gedigitaliseerd, bijvoorbeeld het leerlingvolgsysteem. Dat dwingt je ertoe om iets met privacy te doen. Voordeel van data: je kunt meer ruimte geven als je meer vertrouwen hebt. Verwijzend naar de uitspraak van Willem Wagenaar over het naderend voorjaar, doet Michael een weersvoorspelling die past bij Game of Thrones: hij voorziet een winter met een Elfstedentocht als we niet goed uitzoeken wat de relevante data zijn. De technologiebedrijven weten het niet. De scholen wel. Wij moeten aan de slag.
Vervolgens schetst Michael de mogelijkheden die ICT-ondersteund onderwijs bieden. Michael beveelt knutselen met technologie aan. Door zelf programma’s te maken kom je erachter hoe moeilijk het is om te programmeren. Michael besluit met een prikkelende uitspraak, verwijzend naar Helen Parkhurst: “Mensen zonder vrees zijn niet bang voor technologie”.
Uw DaltonVisie-redacteur kiest in het middagprogramma voor de route ´motiverende werkvormen´, met een accent op ICT-toepassingen. Route-inleider Frans Droog spreekt over leren delen met moderne middelen. Hij is docent biologie, wiskunde en m&m en geeft les op het Wolfert Lyceum.
Frans ervaart dat de leerlingen van nu anders zijn dan die van tien jaar geleden. Je krijgt ze zo bij hun informatie: veel actiever, visueel, minder tekst. Zo probeert hij les te geven. Speeddaten en roulerend vertellen zijn goede vormen. Leerlingen worden via de speeddatewerkvormen meer gedwongen om te leren dan door het geven van presentaties. Hij noemt Flipping the classroom. Dat zorgt ervoor, dat leerlingen actiever zijn. Leerlingen hoeven de filmpjes niet te kijken als ze goede cijfers hebben. Die zijn voor de leerlingen die achterliggen. Het is belangrijk dat je nadenkt wat je met de filmpjes wilt. Peerscolar zorgt ervoor dat de feedback wordt georganiseerd. De leerlingen schrijven een stuk en krijgen daarop feedback. Ze moeten aan drie leerlingen feedback geven. Daarna weten ze een stuk meer zonder dat ze een toets hebben gemaakt. Ze moeten maken, beoordelen, herzien en reflecteren. Dat is veel werk. Als docent is voor hem het begin- en eindproduct bekijken genoeg. Je ziet wat er veranderd is.Niet elke docent wil dit. Je kunt met ICT ook buiten de school werken en leren. Frans Droog heeft het meest geleerd via twitter en heeft zo een Personal Learning Network met 2500 volgers.
Joost van Mensch van Dalton Vatel gebruikt Kahoot! om erachter te komen wat zijn leerlingen geleerd hebben en wat ze al weten over een nieuw onderwerp. Hij gebruikt het meteen in de workshop om te bekijken hoe ICT-minded de workshopdeelnemers zijn. De verschillen zijn groot. Van de twintig deelnemers lukt het er zeven mensen om op tijd in te loggen. Joost ziet kansen om de daltontaak met ICT te ondersteunen door:
– samenwerken met google drive, elo, prezi. ICT biedt mogelijkheden: Leerlingen kunnen tijd- en plaatsonafhankelijk samenwerken aan een document;
– oefenen of elkaar overhoren met bijvoorbeeld spelletjes: purposegames, educaplay;
– diagnostisch toetsen; Plannen wordt goed ondersteund met ICT;
– bronnen gebruiken: leerlingen moeten zoekvaardig worden en de bronnen kunnen beoordelen. Schooltv, wikiwijs, teleblik, beeldbank en kennisnet zijn heel bruikbaar;
– webquests: werken met een voorgeprogrammeerde instructie;
– uiteraard ook Flipping the Classroom.
Mijn tweede workshop gaat over tablets in het basisonderwijs en wordt verzorgd door Paul Bruijn en Dick Vermeer van de Katholieke Pabo uit Zwolle. In samenwerking met Kennisnet en een aantal basisscholen heeft de pabo een tabletproject uitgevoerd en onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het onderwijs met tablets. Je kunt tijdens de les bijhouden wat de leerlingen snappen en wat niet. Er is via de pabo een onderzoek gedaan met studenten aan de pabo die bezig waren met adaptief onderwijs. De ICT-aanpak gaf adaptief onderwijs een boost, want ze konden meteen zien waar de sterke en zwakke leerlingen zaten. Veel methodes leveren digitale toetsen. Zo heb je de Cito-toets niet meer nodig om te zien hoe de leerlingen zich ontwikkelen. Door de feedback op zijn vorderingen kun je de leerling eigen verantwoordelijkheid voor zijn leren faciliteren. Je kunt ook het leerproces beïnvloeden zodat elke leerling op zijn niveau gestimuleerd kan worden. Zo kan het zelfs dat de goede rekenaars naar de hulptafel komen.
Auteurs: Marja Out en Martijn Bakker