Een kanttekening bij borging als kernwaarde
Deze maand neemt de Algemene Leden Vergadering van de NDV een besluit over de indicatoren waarmee de nieuwe kernwaarden van dalton worden bepaald. Eén van die kernwaarden is borging. Ik maak me zorgen over deze kernwaarde: is borging wel écht een kernwaarde van daltononderwijs?
De totstandkoming van het lijstje kernwaarden begon zeer vooruitstrevend, in alle openheid en met inspraak uit alle lagen van de NDV. Vervolgens bleken alle suggesties op mysterieuze wijze te zijn samengevat tot de inmiddels vastgestelde zes kernwaarden, maar toch voelt de keuze voor de toegevoegde drie – reflectie, doelmatigheid en borging – ongemakkelijk; ze richten zich namelijk niet op ontwikkelingsaspecten van de leerling.
Voor mij is een kernwaarde van een onderwijsvisie datgene wat je bij de leerling tracht te weeg te brengen. Dat herken ik minder terug in deze drie. De respectievelijke visitatie-indicatoren bieden wat dat betreft ook weinig houvast, omdat ze veel te algemeen zijn geformuleerd. Bij de indicatoren van borging blijft de leerling zelfs geheel buiten beschouwing, terwijl borging ook opgevat kan worden als het doen beklijven van leerinhouden bij leerlingen. Dat de NDV met haar interpretatie van borging de leerlinggerichte waarde lijkt te negeren, verhoogt mijn ongemak bij deze kernwaarde.
Misschien moeten we de kernwaarden begrijpen als typische kenmerken van daltonschólen? Eigenschappen waarmee daltonscholen zich onderscheiden van andere scholen? Het zóu kunnen dat in daltonscholen meer (en beter?) aan reflectie wordt gedaan en dat leerkrachten daar veel doelmatiger werken… En borging is voor onszelf, inwoners van daltonland, langs de weg van licenties, certificaten en visitatie onmiskenbaar een krachtige vorm van kwaliteitsbewaking , dus een poging tot waarborgen van het daltonconcept in de scholen. Je zou het daarom een kernwaarde kunnen noemen, weliswaar zonder leerlingcomponent.
Niettemin vrees ik toch dat we met de huidige indicatoren een essentieel aspect van borging blijven verwaarlozen en dat is nu juist een aspect waarmee daltonscholen zich werkelijk kunnen profileren ten opzichte van andere scholen: continuïteit. Borging mag niet alleen bestaan uit het vaststellen en vastleggen van het daltonconcept, maar moet vooral gericht zijn op het in beweging houden van daltonontwikkeling.
Uit wetenschappelijk onderzoek naar schoolverbetering (lees: activiteiten voor daltonontwikkeling) in daltonscholen komt onder andere als opmerkelijk resultaat naar voren dat daltonscholen zeer actief kunnen zijn om hun daltonconcept te ontwikkelen, maar als een bepaald gewenst niveau is bereikt, lijkt vrijwel alle activiteit te stoppen. Niet zo verwonderlijk, zou men zeggen, want blijkbaar is de school tevreden met het behaalde resultaat. Hetzelfde onderzoek toont echter ook aan, dat toenemende activiteit in scholen op het gebied van schoolverbetering (daltonontwikkeling) een positief effect heeft op onderwijskwaliteit en -opbrengsten. Dat wijst erop dat het de moeite loont om als daltonschool voortdurend te werken aan schoolverbetering.
Is borging een kernwaarde? Door continuïteit als belangrijkste factor daarin te benadrukken kan het tenminste een typisch en waardevol kenmerk genoemd worden.
Ik bepleit daarom wijsheid en bezinning op dit punt en wens de deelnemers aan de ALV veel kritische inbreng toe.
Auteur en Beeld: Dick de Haan