Interview met Theo Douma.
Veel daltonteams denken na over hoe ze hun leerlingen kunnen vormen tot ‘fearless human beings’ en ontdekken daarbij dat het van belang is om kinderen te leren zelfsturend te laten zijn en eigenaar van hun eigen ontwikkeling. In dat proces bemerken veel teams ook dat bij het werken vanuit zo’n daltonvisie vereist is dat leraren zelf ook ‘fearless’ zijn: ‘leraren met lef’. Daarom proberen veel directeuren leraren meer autonomie en verantwoordelijkheid te geven en om op basis van vertrouwen leiding te geven.
Wat zou zo’n daltonschool vervolgens van zijn schoolbestuur moeten vragen? Hoe zou een schoolbestuurder zich in dit proces kunnen of misschien wel moeten opstellen? In dit artikel doen we verslag van een verkennend gesprek over dit onderwerp met Theo Douma, voorzitter van het college van bestuur van o2g2, het openbaar schoolbestuur in Groningen.
Openbaar Onderwijs Groep Groningen (o2g2) is een schoolbestuur met 35 scholen voor po en vo, waaronder ook een aantal scholen voor speciaal onderwijs. De scholen zijn gelegen in de stad Groningen, maar ook in een aantal aanpalende dorpen. Er werken zo’n 2.100 leraren.
Het scholenbestand van o2g2 is pluriform. Er zijn reguliere scholen, brede scholen, traditionele vernieuwingsscholen, zoals montessori, jenaplan en dalton, maar ook scholen die voor vernieuwingsthema’s als ICT kiezen. Er zijn stads- en dorpsscholen, scholen in middenklasse wijken, maar ook scholen in achterstandswijken.
Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden wordt Theo Douma voorzitter van het college van bestuur van o2g2. In vorige banen deed hij ervaring op in allerlei functies in het onderwijs, op allerlei typen scholen (voortgezet onderwijs, mbo en hbo) en in allerlei gebieden in het land. Dit is de eerste functie waarbij hij ook betrokken is bij het primair onderwijs. Een interessante nevenfunctie van Douma is het voorzitterschap van de Regiegroep Verdieping 2032. Die functie vloeit voort uit zijn lidmaatschap van de door de staatssecretaris in het leven geroepen werkgroep Onderwijs Platform2032.
Als een schoolbestuur een centrale onderwijsvisie formuleert, staat dat de scholen niet in de weg om een eigen visie te ontwikkelen?
‘Nee,’ antwoordt Douma stellig. ‘We hebben bij o2g2 een expliciete visie, die we in ons strategisch plan hebben geformuleerd. Maar daarbinnen is alles mogelijk. Het gaat ons om een drietal uitgangspunten. We stellen allereerst het leren centraal. Daarnaast is pluriformiteit een essentieel kenmerk van openbaar onderwijs en zien wij scholen vooral als teams van leraren. Dat zijn algemene uitgangspunten, waar vanuit scholen een eigen weg kunnen bewandelen. Ik zeg mijn directeuren en leraren vaak: “Verras me!”.’
Een visie die zo procesgericht en niet inhoudelijk voorschrijvend is, biedt, volgens Douma, alle kansen op eigenheid op elke school. ‘Het is misschien een verrassende conclusie, maar voor mij is een school waar de leerresultaten op orde zijn, waar vroeger dus de inspectie best tevreden zou zijn, maar waar de school bestaat uit individuen en het ontbreekt aan teamverband, waar routinematig gewerkt wordt zonder dat er met elkaar nagedacht wordt over het leren van leerlingen, over het realiseren van een lerende omgeving en over het leren van en met elkaar en op het innoveren binnen het onderwijsteam: waar dat allemaal niet plaatsvindt, dan is dat voor mij toch echt een slechte school!’
Voor Douma zijn de drie uitgangspunten van o2g2 mantra’s. ‘Het mogen geen loze woorden zijn. Ik vind dat lerarenteams ergens voor moeten staan en dat wil ik in de school vervolgens ook terug kunnen zien.’
Daltononderwijs wil leerlingen opleiden tot actieve, democratische burgers, maar ze ook hun eigen interesses, voorkeuren en talenten laten ontdekken en ontwikkelen.
O2g2 is een openbaar schoolbestuur. ‘Dat betekent dat we op al onze scholen pluriformiteit als een waarde zien. Iedereen is dan ook welkom en moet zich welkom voelen,’ aldus Douma. ‘Het is volgens mij waar dat we beter zouden moeten vastleggen wat scholen wel en niet hoeven te doen. Dan creëer je meer ruimte. Die ruimte kun je gebruiken om kinderen meer keuzes te bieden, eigenaar te worden van hun eigen onderwijs, om af te stemmen op de leerlingen.
Binnen het daltonconcept streven we ernaar dat schoolteams lerende organisaties zijn. Het marktgerichte denken heeft scholen in een concurrentiepositie ten opzichte van elkaar gezet, wat de samenwerking onderling heeft verminderd.
‘We streven bij o2g2 ook pluriformiteit na tussen scholen. Dat is in het verleden misschien wel actief nagestreefd vanwege concurrentievoordelen. Niet zelden streefden schoolbesturen verschillende profielen van scholen na, in de hoop dat ouders meer te kiezen zouden hebben en de kans groter zou worden dat ze hun kinderen binnen dit schoolbestuur zouden aanmelden. Maar voor mij is pluriformiteit wat anders dan concurrentie. Ik benader het begrip pluriformiteit vanuit een discussie over de kwaliteit van onderwijs. Ik verwacht dat als teams van leraren met elkaar de discussies over hun onderwijsvisies aangaan, ze uitkomen op verschillende uitwerkingen. Dat is de pluriformiteit die ik me wens!’
Douma is duidelijk over hoe hij tegen de eisen van de inspectie aankijkt. ‘We hebben in Nederland met z’n allen een minimaal niveau van kwaliteit omschreven. Het is goed dat de inspectie daarop controleert. Maar ik wens me een situatie toe, waarin lerarenteams steeds beter in staat zijn om bij de eigen geëxpliciteerde visie zelf ook kwaliteitseisen formuleren over het realiseren hiervan. Dan zullen teams, bijvoorbeeld binnen mijn bestuur, elkaar steeds beter kunnen bevragen op waarom ze de dingen doen, zoals ze die doen. Zulke collegiale consultaties kunnen met name scholen, die werken vanuit eenzelfde concept, onderling goed uitvoeren.’
Als lerarenteams eigenaar worden van hun onderwijs, dan heb je op termijn amper nog een inspectie nodig, is de stellige mening van Douma. ‘Eigenaarschap leidt namelijk tot verantwoordelijkheid! Een inspecteur moet zich dan misschien nog hooguit bezig houden met het volgen van het kwaliteitsbeleid van een school, niet meer met de vraag of de school überhaupt de minimale doelen bereikt, die we nu eenmaal met elkaar hebben afgesproken in dit land.’
Leuk hoor, die drie algemene uitgangspunten uit het strategisch plan van o2g2, maar dit bestuur stelt, net zoals zoveel schoolbesturen, ook kaders op voor inhoudelijk beleid. Dat belemmert scholen toch om zelf over inhouden na te denken en leidt toch tot het breed ervaren gevoel van weer iets te ‘moeten’?
Theo Douma vindt dat zijn schoolbestuur kaders voor inhoudelijke ontwikkeling van scholen moet kunnen geven. ‘Schoolteams hoeven niet alles helemaal zelf uit te vinden! Er zijn toch echt een aantal zaken te noemen, waarover – welke visie je ook hebt – iedereen moet nadenken en vorm aan dient te geven. Het gaat om algemeen maatschappelijk erkende onderwijsdoelen.
We hebben ervoor gekozen een paar van dat soort thema’s samen aan te pakken. Met digitale geletterdheid en Engels zijn we gevorderd, burgerschapsvorming staat op de rol.
Neem nu het voorbeeld van digitale geletterdheid. De kerndoelen daarvoor gelden voor alle scholen. Iedereen moet daarmee aan de slag. Denk aan mediawijsheid, informatievaardigheden en dergelijke. Dan is er toch weinig mis mee om een betonnen vloertje te leggen dat voor iedereen hetzelfde is. Daar bovenuit zijn alle scholen vrij om er naar eigen behoefte verder vorm aan te geven. De doorgaande basisleerlijn voor digitale geletterdheid hebben we echter samen.’
Modern daltononderwijs vraagt, volgens de Nederlandse Dalton Vereniging, om het bieden van meer vertrouwen in leraren.
‘Dat ben ik met de NDV eens. Het mooie van het gemeenschappelijk optrekken rond een aantal thema’s als digitale geletterdheid en Engels, zoals wij dat doen, is dat we niet alleen van scholen leergemeenschappen maken, waarbinnen leraren van en met elkaar leren, maar dat doen we ook met de scholen onderling.’
Het schoolbestuur o2g2 biedt leraren tijd en ruimte om rond centrale thema’s zelf ontwikkelwerk te doen. Dat geeft een enorme dynamiek.
‘We vragen docenten in ontwikkelteams collega’s ‘mee te nemen’ in hun ontwikkeling.’ Dat ziet Douma als ‘de’ manier om mensen in beweging te krijgen.
‘We hebben nu een schooloverstijgend project voor ‘high potentials’, die samen willen leren om te gaan met innovaties. Er waren 16 plaatsen te vergeven, maar er solliciteerden maar liefst 68 personen. Wat is er mooier dan dat! Eindelijk kunnen mensen met een masteropleiding ook echt ingezet worden op hun kwaliteit.
We hebben ook een schooloverstijgende onderzoeksgroep. Zij hebben eerst een leergang onderzoek gevolgd, maar doen nu op de scholen eigen praktijkonderzoeken, die soms ook schooloverstijgend van opzet zijn.’
Beweging veroorzaken, dat is wat een schoolbestuur volgens Theo Douma zou moeten doen, het mogelijk maken dat er leergemeenschappen ontstaan en mogelijkheden ontsloten worden.
‘Ik ben klaar, als de mensen me voorbij rennen. Dan jagen ze zichzelf aan!’
Auteur en Beeld: René Berends