Het Dalton Plan van Helen Parkhurst, zoals schriftelijk vastgelegd in 1922, is een tamelijk brave innovatie. Het onderwijs wordt een praktijk waarin de leerling meewerkt en medeverantwoordelijk is voor het werk. Het Dalton Plan reorganiseert de schoolse verhoudingen, met name de verhouding tussen leraar en leerlingen. Maar het laat de didactiek en het curriculum ongewijzigd. Het past bij elke methode, elk leerplan en elke vakinhoud. Rond 1922 benadrukt Parkhurst dit nog eens in een brief aan haar Londense contact, miss Rennie: “The Plan does not indicate method but makes it possible for a teacher to use her own method in teaching any subject” (Parkhurst z.j., blz. 3).
Echt vernieuwend wordt het pas wanneer Parkhurst op haar eigen Dalton School in New York na 1922 verder experimenteert. Dan gaan didactiek en curriculum volledig op de schop. Halverwege de jaren twintig wordt het onderwijs geheel geordend in integrating experiences (Parkhurst 1930). De leerlingen werken een jaar lang aan een thema, één thema dat alle vakken vervangt. De kennis en vaardigheden van de verschillende vakken komen vanzelf aan bod als de leerlingen eraan toe zijn, dat wil zeggen: als de leerlingen ondervinden dat ze die nodig hebben bij hun werk aan het thema, zodra en voor zover ze het ondervinden. Toetsen gebeurt in één keer aan het einde van het jaar: in een toneelstuk laten de leerlingen gezamenlijk zien wat ze geleerd hebben. Het radicaal vernieuwde onderwijs wordt door Parkhurst beschreven in haar History in the Daltonschool uit 1930. Het ouderwetse curriculum is samen met de traditionele didactiek overboord gezet. “Subjects have been well taught in the past … Today we teach boys and girls” (Parkhurst 1930).
Het onderwijs op de Dalton School in New York is gedurende de jaren twintig een permanent experiment. Ook na 1930 worden er onophoudelijk nieuwe ideeën en inzichten uitgeprobeerd; vanaf 1932 in verband met – én sterk beïnvloed door – de Eight Years Study, een project van de Amerikaanse Progressive Education Association (PEA), waarin dertig scholen, ondersteund door onderwijskundige en psychologische experts, hun onderwijs grondig hervormen, zowel het leerplan en de didactiek als de toetswijzen, de leerlingbegeleiding, de evaluatie en de professionalisering van de leraren.
Ik zal binnenkort in onderzoeksartikelen1 (in wetenschappelijke tijdschriften) laten zien hoe ingrijpend en omvattend de vernieuwingen op de Dalton School zijn in de jaren twintig en dertig en hoezeer Parkhurst c.s. zich daarbij oriënteren naar de ´child-centered´-richting in de Amerikaanse progressive education reformbeweging, juist de ´child-centered´-richting en dan ook nog de extreme variant ervan. Het daltononderwijs is op den duur één van de meest innovatieve en meest child-centered-experimenten in de Verenigde Staten.
Ik vraag me ondertussen af wat een en ander betekent voor het Nederlandse daltononderwijs. Het praktiseert, zo goed en zo kwaad als het gaat, het Dalton Plan, de behoudende voorganger van Parkhursts radicaal vernieuwende New Yorkse praktijken. Als haar Dalton Plan bron van inspiratie is, zouden haar vervolgexperimenten dat niet ook kunnen zijn? Ik ben hierom benieuwd wat men in daltonkring denkt van de daltonschool zoals die was tussen 1922 en 1942, het Parkhursttijdperk.
1 Voor nog te verschijnen en reeds verschenen artikelen, zie https://rug.academia.edu/PietvanderPloeg.
Auteur: Piet van der Ploeg is oud-lector daltononderwijs. Tegenwoordig doet hij onderzoek naar daltononderwijs aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Beeld: Historisch Dalton Archief