De mensheid staat voor grote problemen. Ecologie, vrede en veiligheid, duurzaamheid, voedselvoorziening, de opwarming van de aarde, vervuiling, vluchtelingen: het rijtje uitdagingen waarvoor de mensheid gesteld staat, is groot. Bovendien staan in de samenleving grote veranderingen op stapel en lijken die veranderingen in snelheid toe te nemen.
Over de gevolgen van dit alles voor de mens, als actieve participant in dat maatschappelijk krachtenveld, wordt veel nagedacht, ook in het daltononderwijs. De fearless human being, waartoe leerlingen opgevoed en onderwezen worden, is het daltonantwoord op die ontwikkelingen.
Een extra dimensie in de discussie over hoe bijgedragen kan worden aan de vorming van die onbevreesde mensen zijn de vragen welke taal die democratische, proactieve burgers nodig hebben om hun rol in de samenleving te vervullen en hoe die taal vervolgens in het (dalton)-onderwijs aangeleerd moet worden. In dit artikel worden deze vragen nader verkend.
De vraag welk taalonderwijs er op daltonscholen gegeven moet worden om leerlingen goed voor te bereiden op de toekomst is niet zo makkelijk te beantwoorden. Voor de beantwoording van die vraag is namelijk een doordenking en expliciete uitwerking nodig van een vijftal andere vragen. De beantwoording van die vragen kunnen in een schoolvisie tot uitdrukking komen. Een dergelijke op de toekomst gerichte schoolvisie op daltonscholen noemen we in dit artikel gemakshalve Dalton21.
De formulering van zo’n schoolvisie op Dalton21 maakt het ook mogelijk om de vragen te beantwoorden of er op school goed onderwijs gegeven wordt en of dat onderwijs effectief is. Dat zijn twee verschillende zaken, al heeft het opbrengstgericht en evidence-based werken ons de afgelopen decennia misschien wel op het verkeerde been gezet, dat goed en effectief hetzelfde zouden zijn. Dat is echter niet het geval. Goed onderwijs is onderwijs dat tegemoetkomt aan de visie van het team (doen we de goede dingen); effectief onderwijs is onderwijs dat erin slaagt dat doel te bereiken (doen we de dingen goed). Biesta (2015) leert ons bij effectiviteit dan ook altijd vervolgvragen te stellen: effectief waarvoor en effectief voor wie?
De eerste bouwsteen voor een adequate schoolvisie op taalonderwijs bij Dalton21 is de teamvisie op de samenleving en op maatschappelijke ontwikkelingen.
Het gaat daarbij onder meer om het doordenken van wat pluriformiteit, globalisering en in snelheid toenemende veranderingen, als ook wat wereldwijde problemen rond democratisering, opwarming, vrede en veiligheid, brandstofgebruik, duurzaamheid, voedselschaarste, ecologie, vervuiling, e.d. van (toekomstige) burgers vraagt, wat dat vervolgens van hun taalvaardigheid vraagt en, tot slot, wat dat betekent voor het onderwijs in het algemeen en voor het taalonderwijs in het bijzonder.
Een tweede bouwsteen betreft de mensvisie van het schoolteam op een daltonschool.
Bij het formuleren van een dergelijke mensvisie gaat het onder meer om het doordenken wat ‘een mens in wording’, een leven lang leren, het ontwikkelen, uitbouwen en onderhouden van talenten, interesses en passies en wat actief, gemotiveerd, nieuwsgierig, ondernemend, zelfstandig, reflexief, verantwoordelijk en sociaal leven, werken en leren van (toekomstige) burgers vraagt, wat dat vervolgens van hun taalvaardigheid vraagt en – tot slot – wat dat betekent voor het onderwijs in het algemeen en voor het taalonderwijs in het bijzonder.
Een derde bouwsteen voor een adequate schoolvisie op taalonderwijs bij Dalton21 betreft de visie op ontwikkeling, vorming en leren. Het gaat daarbij onder meer om vragen als: is onderwijs inleiden in betekenissen? Gaat onderwijs over kwalificeren, socialiseren en persoonsvorming? Hoe belangrijk vindt het team intrinsieke motivatie, de zone van de naaste ontwikkeling, actief, functioneel en authentiek leren, zelfstandig en sociaal leren? Wat moet de verhouding zijn tussen bijvoorbeeld instructief, ontdekkend, onderzoekend en probleemoplossend leren en tussen spelen en leren? Hoe denkt het team over de ‘learnification of the school’ (Biesta, 2015).
Als er over zulke vragen nagedacht is, kan ook nu weer de vraag gesteld worden wat dit voor het onderwijs in het algemeen en het taalonderwijs in het bijzonder betekent.
De vierde bouwsteen betreft de visie op de functie van de school en – breder – de functie van het onderwijs en de leeromgeving. Vindt het team bijvoorbeeld dat de school een actieve (emancipatoire) rol dient te spelen bij veranderingen in de maatschappij en dat de school een oefenplaats voor actief burgerschap dient te zijn? Ook vanuit zulke stellingnames dient daarna weer nagedacht te worden wat dit voor het onderwijs in het algemeen en het taalonderwijs in het bijzonder betekent.
Ook de vraag welke rollen de leraar in dit onderwijsproces toebedeeld worden, is een bouwsteen voor een adequate schoolvisie op taalonderwijs bij Dalton21. Waar, wanneer en voor wie is de leraar instructeur, begeleider, coach, hulp? Wat ziet men als de ideale mix in de beroepsrollen van de leraar (pedagoog, didacticus, organisator en de leraar ‘als persoon’)? Is de leraar ‘facilitator of learning’?
Als dat in een schoolvisie beschreven is, kan vervolgens de vraag gesteld worden wat dit voor het onderwijs in het algemeen en het taalonderwijs in het bijzonder betekent.
De vijf bouwstenen voor een op de toekomst gerichte visie op (taal)onderwijs zijn in het volgende schema samengevat.
De daltonscholen in Nederland staan in een rijke traditie voor wat betreft het formuleren van een eigen schoolvisie. Op daltonscholen is door de jaren heen steevast bij de ‘waartoe’-vraag gewezen naar teksten van Parkhurst zelf, waarin zij stelt dat de wereld ‘fearless human beings’ nodig heeft, om de mens als (wereld)burger in staat te stellen tot zelfrealisatie, maar ook om tot oplossingen te komen voor de (wereldwijde) problemen. Zelfstandige, zelfdenkende, ondernemende, sociale en verantwoordelijke burgers kunnen de wereld verder helpen. Dat is het normatieve en waardengeoriënteerde kader van waaruit daltonleraren denken en daltonteams met elkaar werken.
Dit gedachtegoed uit de eigen traditie past bij het formuleren van een visie op Dalton21, al vraagt het – zoals in elke tijdsperiode – om concrete vertalingen. Het biedt ook houvast om de waan van de dag te weerstaan en om niet met alle winden mee te waaien. Want zeg nu zelf, hoe anders zijn bijvoorbeeld de 21st century skills eigenlijk dan waar daltononderwijs altijd voor heeft gestaan? Ging het bij daltononderwijs niet altijd al om kritisch, creatief en probleemoplossend denken, om communicatie, samenwerken, sociale en culturele vaardigheden, om zelfregulering en informatievaardigheden? Ja, ICT-geletterdheid, computational thinking en mediawijsheid zijn in dit verband misschien interessante toevoegingen, maar voor de rest is het toch vooral oude wijn in nieuwe zakken.
Het bovenstaande maakt duidelijk dat goed taalonderwijs bij Dalton21 meer dient in te houden dan het werken aan dat wat de taaltoetsen van Cito meten, meer ook dan dat wat er voor taal in de kerndoelen staat.
Goed taalonderwijs heeft vanuit een visie op Dalton21 vooral te maken met het opleiden van leerlingen tot taalvaardige burgers, burgers die op kunnen komen voor zichzelf, die op basis van argumenten meningen kunnen vormen en kunnen overleggen en discussiëren, die mondeling en schriftelijk goed kunnen communiceren, die democratisch kunnen handelen en getraind zijn in creatief en probleemoplossend denken en handelen en die gewend zijn planmatig en onderzoeksmatig te werken. Dat vraagt om taalonderwijs waarbij het accent minder op taalbeheersing ligt en meer op het toepassen van taal in taalgebruikssituaties: taal voor ‘het echie’, proefondervindelijk taalonderwijs, taalonderwijs dat meer geïntegreerd is in wereldoriënterend en actualiteitsonderwijs.
Een visie op Dalton 21 met aandacht voor pluriformiteit en globalisering en voor een in verandering zijnde maatschappij vraagt ook wel om een andere invulling van het idee van omgaan met meertaligheid. Meertaligheid is daarbij misschien wel meer het nastrevenswaardige ideaal, dan het probleem dat het nu vaak op scholen nog is.
Taalonderwijs bij Dalton21 is taalonderwijs waarbij kinderen meer aan presentaties doen, meer argumenteren en filosoferen, meer teksten schrijven die ertoe doen. Taalonderwijs bij Dalton21 is taalonderwijs waarbij kinderen twistgesprekken leren voeren, meer debatteren en met elkaar discussiëren en taalonderwijs waarbij er meer aandacht is voor het formuleren van onderzoeksvragen en het schrijven van onderzoeksverslagen, maar waar er ook meer aandacht is voor creatief taalgebruik.
Met een aantal daltonscholen is het afgelopen jaar een start gemaakt met het verder concretiseren hoe taalonderwijs bij Dalton21 eruit zou kunnen zien. Daltonscholen die geïnteresseerd zijn hieraan bij te dragen, worden uitgenodigd contact op te nemen met de auteur.
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Culemborg: Phronese.
Auteur: René Berends
Beeld: Theo de Kreek