Interview met Gerry van Ewijk.
Gerry van Ewijk daltoniseert een kleine twintig jaar geleden een kleine fusieschool in Groningen. Gerry werkt er nog steeds. De Starter groeide uit tot een grote daltonschool met tal van vernieuwende kenmerken: vensterschool, opvangschool voor asielzoekerskinderen, een vreedzame school, academische school, een school met een hb-groep. Binnenkort is de school een IKC en start er een interessante samenwerking met een aanpalende mbo-school. Van Ewijk is jarenlang voorzitter van de regio geweest en lid van het hoofdbestuur van de NDV. Bovendien is hij voor velen een vertrouwd gezicht als visiteur. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking.
Gerry van Ewijk is geboren in Zevenaar. Zijn vader werkte er bij de marechaussee. Zijn moeder kwam uit Drenthe en het gezin Van Ewijk had mede daardoor een hang naar het noorden. De stad Groningen was een gezellige, turbulente omgeving om jong te zijn. Gerry haalde er zijn havodiploma, maar wist daarna niet meteen wat hij verder in het leven wilde. “Eigenlijk is dat nog steeds een hot item”, zegt Van Ewijk. “Kinderen moeten heel vroeg in het leven keuzes maken en velen kunnen dat dan echt nog niet! Bovendien hebben we in Nederland voor kinderen die verkeerde keuzes maken, maar matige mogelijkheden om later door te stromen.”
Dus werd Van Ewijk eerst maar dienstplichtig militair. Hij werd gelegerd in ’t Harde en was veel in Seedorf in Duitsland. “Ik ben streeploos het leger ingegaan en er streeploos uitgekomen”, lacht hij. “Mijn interesse voor vakbondszaken werd me niet in dank afgenomen! Wat ik nog het leukst vond, is dat je er omging met een doorsnee van de bevolking. Dat heeft me later in het onderwijs wel geholpen.”
De StarterVan Ewijk volgt de pedagogische academie in Appingedam en gaat in 1976 aan de slag. “Nee, ik ben nooit meer de provincie uit geweest”, zegt Van Ewijk. Gerry begint op de vooruitstrevende Borgmanschool, die in die tijd al een naschoolse opvanggroep heeft. Hij moet er na een jaar al weg vanwege krimp en krijgt vervolgens een baan op de vijfklassige Mulock Houwerschool. “We werkten daar al wat met dagtaken en dachten samen na over hoe de instructie beter gestructureerd en georganiseerd kon worden.”De school fuseert met een andere school in de wijk en krijgt in 1985 de naam De Starter. Zoals wel vaker, gaat het samengaan van een traditionele en een vernieuwingsschool niet echt lekker. Het leidt tot een daling van het leerlingaantal, maar ook tot een directiewisseling.“In 1993 ging de directeur weg”, vertelt Van Ewijk. “Ik ben toen eerst interim geweest en heb daarna naar de directiefunctie gesolliciteerd. We hadden nog tachtig leerlingen en kozen ervoor om een echte conceptschool te worden. Dalton paste het best bij hoe wij toen al werkten.”
Midden in de jaren negentig komen er twee asielzoekerscentra in de buurt. “De kinderen uit de centra zijn de redding van de school geweest”, stelt Van Ewijk. “Het waren kinderen die makkelijk leerden en snel integreerden. We startten met Prismagroepen, waarbij de kinderen ’s morgens apart opgevangen werden. ’s Middags integreerden ze in de leeftijdsgroepen. We omarmden als het ware de achterstanden.”startten met Prismagroepen, waarbij de kinderen ’s morgens apart opgevangen werden. ’s Middags integreerden ze in de leeftijdsgroepen. We omarmden als het ware de achterstanden.”
“Ik vind het sneu,” stelt Van Ewijk, “dat je zelden hoort over goed verlopen integratie, maar bij ons was dat het geval. Er gebeurden prachtige dingen: een Palestijnse kunstenaar die een expositie op school deed, ouders die les gingen geven en veel Nederlandse kinderen die vriendschappen sloten met kinderen van de centra. Voor wat wij met cultuurdifferentiatie voor ogen hadden, was het jammer dat rond 2005 de asielzoekerscentra dichtgingen. De school moest toen 180 graden om!Rond het jaar 2000 haalden we ons daltonpredicaat”, stelt Van Ewijk. “We hebben in dat vernieuwingsproces vanaf het begin ingezet op differentiatie. Al waren we oorspronkelijk een achterstandsschool, nu hebben we veel hoogopgeleide ouders. 90% van onze ouders heeft minimaal een hbo-niveau.”Inmiddels is er in de buurt een nieuwe wijk gebouwd, waardoor de school verder is gegroeid. De Starter kent nu ongeveer 500 leerlingen. “De wens om te differentiëren leeft nog steeds en heeft ertoe geleid dat we, samen met andere scholen, een plusgroep opgezet hebben. ICT is daarbij van groot belang. Dat is dan ook een belangrijk vernieuwingsitem bij ons. Bij de plusgroep worden we begeleid vanuit de Rijks Universiteit Groningen.”Van Ewijk stelt dat het nu de wens is om over een jaar of drie à vier de hoogbegaafde leerlingen op De Starter inclusief onderwijs te geven.
“In 2002 zijn we ons ook gaan oriënteren op de ideeën achter de Vreedzame School. De Starter is de eerste school buiten Utrecht geweest die dit gedachtegoed omarmd heeft. Het past prachtig bij de pedagogische waarden die we in het daltononderwijs uitdragen. Voor ons ligt er een pedagogisch fundament in de vraag hoe je als mens in de wereld staat. Het is de link met samenwerken en met reflectie: de vraag hoe ‘ik’ in de samenleving sta, hoe ‘ik’ in de groep sta, wie ‘ik’ ben en hoe ‘ik’ me gedraag.”Van Ewijk ziet de Vreedzame School niet als een anti-pestprogramma, maar als een burgerschapsprogramma, waarbij leerlingen leren luisteren naar zichzelf en zich leren verhouden ten opzichte van elkaar en de wereld.
“Vanuit de discussie over de opvang van asielzoekerskinderen zijn we de mogelijkheden gaan verkennen van een voor- en/of naschoolse opvang. We zijn in 1999 een vensterschool geworden. Helaas was dat wel het eerste, waar tijdens de crisis op bezuinigd is. Hoger opgeleide ouders moesten het zelf maar opzetten en betalen, was de gedachte. We zijn nu vensterschool af, maar hebben plannen om een integraal kindcentrum te worden. Nog steeds zijn we wel van 7 uur ’s morgens tot 7 uur ’s avonds open.”De Starter is ook al ongeveer tien jaar een academische school. “We hebben ervoor gekozen een aantal collega’s op te leiden als onderzoeker en niet het hele team. Die doen samen met academische pabostudenten gericht onderzoek op school. Dat vraagt wel om een goede reflectie op wat je precies onderzocht wil hebben!”
“De ligging van de school naast het stadspark is een trekkertje voor de opvang. Een deel van de kinderen maakt gebruik van de naschoolse opvang in het Stadspark, waar ze 90% van de tijd lekker buiten spelen. Het park is dan weliswaar een gecultiveerde omgeving, waar het er nog niet zo ruig aan toegaat als wat we onlangs in een Deense documentaire konden zien (zie noot 1), maar het biedt wel kansen om kinderen veel buiten te laten spelen.De rest van de naschoolse opvang speelt zich nog af in een voormalig schoolgebouw in de buurt van onze school, maar aan de overkant van de straat wordt het gebouw van de vroegere pedagogische academie verbouwd. Daar komt een aparte opvang en de school voor kleuters en voor 3+-kinderen. We hebben voor die locatie ook plannen om samen te werken met de mbo-opleiding kunst en media, die ernaast gehuisvest is, zodat we meer kunnen gaan doen met fotografie, film en podiumkunsten. De vernieuwbouw wordt prachtig, met werkplekken en ICT op de gangen en echte laboratories, ingericht voor talentontwikkeling.”
“Bij al die ontwikkelingen is het onmogelijk als directeur de lijntjes strak in handen te houden”, stelt Van Ewijk. “Dat past ook niet bij mij. Deze school kan eigenlijk ook alleen maar op een daltonmanier gemanaged worden. Het gaat erom goede mensen om je heen te organiseren en vervolgens vertrouwen te schenken. Dat is iets wat ik vooral geleerd heb van de oud-voorzitter van de NDV, Dick van Hennik. Ik wil mensen een podium geven, zodat ze hun talenten kunnen ontwikkelen. Voor mij hoeft er niet geapplaudisseerd te worden. Ik vind wel dat mensen hun kansen moeten pakken. Als ze dat niet doen, ligt het aan henzelf. Maar als je initiatief neemt, is er veel mogelijk. Dan zeg ik bijna altijd: Go! Dan moeten collega’s zich gedekt weten en niet bang zijn om kansen te grijpen.”
1) http://buitenland.eenvandaag.nl/tv-items/66465/kinderopvang_deense_stijl_in_het_bos.
Auteur: René Berends
Beeld: Martijn Bakker