Interview met Astrid van Rijn, Milou Hüpscher en Ben Mom van het ambtelijk secretariaat van de NDV.
Ergens in het voorjaar van 2003 parkeert Peter Graafmans zijn auto aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. De secretaris van de Nederlandse Dalton Vereniging (NDV) levert die dag de administratie en het archief van de NDV af bij de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS). Het ledental van de NDV was in de jaren daarvoor sterk gegroeid en het secretariaatswerk zo omvangrijk geworden, dat dit onmogelijk nog door een bestuurslid gedaan kon worden. Inmiddels voert VBS al bijna dertien jaar het ambtelijk secretariaat uit en zijn Astrid van Rijn, Milou Hüpscher en Ben Mom binnen de NDV vertrouwde gezichten. Desondanks tijd voor een nadere kennismaking.
Koen Groeneweg – nu mededirecteur van VBS – werd in mei 2003 de eerste ambtelijk secretaris. Hij kijkt even mee terug, als hij toevallig binnenloopt tijdens het interview: “De NDV oriënteerde zich in het begin van dit millennium op de franchisevorm. Toen dat idee afketste, werd VBS benaderd om de bestuursondersteuning en het ambtelijk secretariaat te professionaliseren.”
VBS is een netwerkorganisatie voor zo’n 250 aangesloten schoolbesturen uit het speciaal, basis- en voortgezet onderwijs. Daarbij zijn veel schoolbesturen met een eigen (pedagogische) identiteit, die vormgeven aan eigentijds leren en onderwijsvernieuwing. VBS ondersteunt schoolbestuurders, leidinggevenden, toezichthouders, MR-leden, ouders en leerkrachten. “Dat VBS uitvoering geeft aan het ambtelijk secretariaat past prima bij het type werk dat VBS doet,” stelt Ben Mom, de huidige ambtelijk secretaris.
Astrid van Rijn werkt full time en vanaf het begin al voor de NDV. Ze is een geboren en getogen Hagenees. Van Rijn heeft de Schoeversopleiding directiesecretaresse gevolgd en sociaalpedagogische hulpverlening (SPH) gestudeerd. Ze werkte als begeleidster op een woongroep met mensen met niet-aangeboren hersenletsel. “Toen het draaien van nachtdiensten steeds zwaarder werd en ik me begon te ergeren aan de hiërarchie in de zorg, solliciteerde ik bij VBS.”
Ook Milou Hüpscher heeft een Schoevers-achtergrond. Zij heeft daarnaast een hbo-opleiding pedagogiek afgerond. Sinds 1 september 2008 werkt ze bij VBS, nu 16 uur per week voor de NDV. Veel daltonianen kennen haar vanwege de betrokkenheid bij de visitaties.
“Ik ontdekte tijdens mijn opleiding dat het pedagogisch klimaat van mijn vroegere middelbare school, de Rommert Casimir havo in Eindhoven, niet zozeer door de directeur werd ingebracht, zoals ik altijd had gedacht, maar vooral door het daltonconcept.”
Bleek dat dus een daltonschool te zijn geweest, zonder dat ik dat als leerling destijds zelf wist!” Voordat Milou bij het VBS kwam, werkte zij als leerlingbegeleider bij het Luzac College. Af en toe wat te streng naar haar gevoel. Daardoor werd zij vanzelf meer richting dalton geduwd en besloot zij een open sollicitatiebrief te sturen
naar de NDV.
Ben Mom woonde in zijn middelbare schooltijd in Het Gooi en studeerde in de roerige jaren zeventig sociologie in Utrecht. Daar woont hij nog steeds. “In mijn eerste baan stelde ik prognoses op over de ontwikkeling van het aantal leerlingen op scholen. Dat deed ik op basis van eigen demografisch onderzoek.”
Omdat hij goed is in statistiek, is hij overgehaald om voor VBS te gaan werken. Inmiddels werkt Ben al 25 jaar als senior adviseur. Zo’n anderhalve dag in de week is hij als ambtelijk secretaris van de NDV vooral betrokken bij de vergaderingen van DB en AB en bij de commissies opleiding en nascholing en communicatie. Ook maakt hij de maandelijkse nieuwsbrief van de NDV.
“Je bent een slechte adviseur als je geen kritiek uit,” stelt Ben. “Je moet durven zeggen: ‘Waar zijn jullie nou mee bezig?’. Ben ziet het als zijn taak om het bestuur op consequenties en ontwikkelingen te wijzen. Bij het ambtelijk secretariaat komt alles samen! Wij hebben overzicht. En als het nodig is zetten we de expertise van andere VBS’ers in.” Ben Mom is zelf onder andere voor VBS contactpersoon voor het schoolleidersregister en hij begeleidt burgerinitiatieven die een eigen school willen stichten.
Ben Mom doet ook onderzoek, onlangs nog naar het onderwerp krimp en dalton. “Er zijn relatief veel daltonscholen in krimpregio’s. Die hebben te maken met sluiting en fusies. De NDV kan met zulk onderzoek beleid maken, door bijvoorbeeld meer contacten met besturen op te bouwen en regio’s versterken, zodat scholen elkaar kunnen helpen.”
De daltonvisitaties zijn belangrijk in het werk van Milou. Zij ondersteunt de visitatiecommissies po en vo en is als het ware de verbinding tussen het veld (de visiteurs/directeuren) en de visitatiecommissies. Milou neemt ook deel aan de scholingsdagen voor visiteurs van visitatiecommissies po en vo.
“De NDV maakt met de visitaties een belangrijke ontwikkeling door,” vindt Milou. “Dat scholen nu eerst een verslag schrijven met een eigen daltonvisie, vind ik een goede zaak. Het levert mij alleen wel meer werk op. De veel kortere verslagen met af te vinken kruisjes waren gemakkelijker te verwerken!” Af en toe loopt Milou mee met een visitatie. Zo houdt ze feeling met de scholen.
Astrid, Milou en Ben signaleren een zekere regelmoeheid. “Er is een tendens om steeds meer vast te leggen en we zijn daarin doorgeschoten,” vindt Milou, “en ondanks dat het daltononderwijs wars is van regels en bureaucratie en vanuit vertrouwen wil werken, doet de NDV daar wel aan mee! Kijk maar naar de visitaties!” Astrid beaamt dat: “Ik merk dat aan de telefoontjes. Scholen zijn kritischer, willen zich indekken, gaan in verweer. Er hangt veel vanaf!” “Waar is dat werken vanuit vertrouwen gebleven?” vraagt Milou zich af.
Milou ziet het ook bij het aantrekken van nieuwe visiteurs. Ze moeten sollicitatie- en motivatiebrieven schrijven en aan kaders voldoen. Er wordt nagedacht over een formeel register van visiteurs. Dat alles leidt ertoe dat soms ook goede mensen uitgesloten worden. We zouden wel weer wat meer naar de mensen mogen kijken, in plaats van naar de regels. Ik benoem dat ook wel.”
Ben legt de link met wat er in de maatschappij gebeurt. “Het leven lijkt steeds meer een ‘ratrace’, waarbij het diploma steeds belangrijker wordt. Maar je ziet daarentegen ook dat mensen willen ontsnappen. Zij volgen hun passie en hebben successen in de maatschappij door extern verworven competenties. Dat ligt in de lijn van ‘dalton’, waar we mensen zonder vrees willen kweken, die kritisch, zelfstandig en flexibel kunnen denken en die ergens voor willen gaan.”
“De kernwaarden van dalton gelden ook voor ons,” stelt Ben. “We zijn een team, werken samen en doen aan reflectie en borging.” Milou vult aan: “En we werken vanuit vertrouwen! We overleggen, informeren en helpen elkaar.” Astrid: “Zo worden ook wij professioneler. Dat zie je wel aan de verbetering van de leraarcertificaten, de nieuwsbrief, de nieuwe website van de NDV, de logistiek en certificeringen van de opleidingen, de opzet van de inspiratiemiddagen en de ledenadministratie.”
Je ziet het ook aan de afhandeling van telefoontjes. Astrid neemt het vaakst de hoorn op. “Die telefoontjes gaan werkelijk over van alles en nog wat,” lacht ze. “Scholen bellen over visitaties. Soms willen ze voorlichtingsmateriaal, een goede opleider, iemand voor een ouderavond of het adres van een school in de buurt om intercollegiaal contact te regelen. Leraren bellen meestal over nascholingsvragen, soms ook over vacatures. Studenten stellen vragen over stages of zoeken iemand die ze met een onderzoek kan helpen!” Ben vult aan: “Scholen uit het buitenland bellen of mailen wel eens omdat ze contact willen met Nederlandse collega’s.” “Ouders die bellen, zoeken vaak een daltonschool voor hun kinderen,” zegt Milou, “maar het komt ook voor dat ouders hun ontevredenheid over een school willen doorgeven!”
Ben vindt dat de vrijheid van onderwijs tegenwoordig met voeten getreden wordt. “Het systeem is verouderd. De deconfessionalisering in de maatschappij werkt nog onvoldoende door in het onderwijs.” VBS vindt daarom dat artikel 23 van de Grondwet breder opgevat moet worden. De nieuwe wet van Sander Dekker lijkt meer ruimte te geven, maar Ben verwacht dat er aan de voorkant toch weer zoveel voorwaarden gesteld gaan worden, dat het stichten van nieuwe scholen moeilijk blijft. Initiatiefgroepen die bijvoorbeeld scholen willen stichten voor kinderen van 0 tot en met 18 jaar lopen tegen de grenzen van de wetgeving aan. “De overheid wil misschien wel kleinschaliger oplossingen, maar ik zie ze alleen maar nieuwe voorwaarden blijven stellen!”
VBS heeft onlangs een nieuwe koers uitgezet. Het werk voor de ambtelijke secretariaten van de NDV en de NMV (Nederlandse Montessori Vereniging) past daar goed in. “We hebben het gevoel in dat werk waar te maken waar VBS voor wil staan,” stelt Ben. “Als ambtelijk secretariaat nemen wij geen besluiten. We zijn proactief en voeden de geledingen binnen de NDV. Elk bestuurslid heeft overigens een eigen portefeuille. Als zij dat werk niet zouden doen, konden ze ons wel full time inhuren, zoveel werk is er wel. NDV- bestuurders zijn echte verenigingsmensen.”
Auteur: René Berends
Beeld: Martijn Bakker