5e landelijke daltonstudentencongres Utrecht.
Op 13 maart vond in Utrecht het vijfde landelijke daltonstudentencongres plaats. Dit congres werd georganiseerd door het Dalton Netwerk Opleiders als activiteit van de Nederlandse Daltonvereniging. Het congresthema ‘Dalton is weten waarom je onderwijst’ wijst op het belang van doelgericht onderwijzen en daarbij doelbewust keuzes maken.
Door doelgericht te werken kunnen kinderen prof worden in een bepaald onderdeel. Hierbij zijn enkele parameters van belang namelijk: als leerkracht moet je aansluiten op het niveau van de leerlingen, herhalen, fouten maken kan, de leerling van gepaste feedback voorzien. Deze inzichten kregen wij tijdens de openingsspeech van Patrick Sins, lector daltononderwijs en onderwijsvernieuwing van Saxion te Deventer. Sins gaf aan dat niet talent maar doelgericht oefenen de sleutel is tot succes. Helen Parkhurst heeft ruimte vrijgemaakt waarin leerlingen zelfstandig hun leertaken kunnen uitvoeren.
Bij binnenkomst werden wij warm onthaald door studenten van de daltonopleiding van Hogeschool Utrecht. Van hen kregen wij de congreswijzer, een exemplaar van DaltonVisie, een sjaaltje met het opschrift: ‘Altijd dalton om je heen’ en een sticker met onze naam. Daarna kregen wij thee en koffie. Wat ons opviel was dat er heel veel interesse was voor het daltoncongres uit diverse hoeken. Dit merkten we door de hoge opkomst van mensen van verschillende hogescholen uit Nederland, docenten en geïnteresseerden van buitenaf.
Als deelnemer van het daltoncongres werden we uitgedaagd na te denken over het congresthema, door deel te nemen aan verschillende workshops. Omdat we in België geen daltoncursus kunnen volgen, hoopten we heel wat op te steken van dit daltoncongres en kennis te maken met andere daltonstudenten.
Er was ruime keuze uit verschillende workshops. Wij vonden dat de afstand tussen studenten en docenten niet groot was, in tegenstelling tot wat we in België gewoon zijn. Daltondocenten en daltonstudenten gingen collegiaal met elkaar om. Tijdens de workshops heerste er een fijne sfeer van samenwerking tussen de gevers van de workshops en de deelnemers. Iedereen kreeg de kans om zijn eigen mening te zeggen en ideeën uit te wisselen over de aangeboden onderwerpen.
De twintig verschillende workshops werden gegeven en bezocht door daltonstudenten van pabo´s uit Almere, Amsterdam, Arnhem, Assen, Deventer, Doetinchem, Groningen, Rotterdam, Utrecht en Zwolle. Wij hebben zoveel mogelijk workshops bijgewoond en geven hiervan een beknopte impressie:
a. Coöperatief leren en woordenschatonderwijs bij kleuters en groep 3/4
Deze workshop ging over samenwerkend leren en biedt ook verschillende werkvormen aan voor het ontwikkelen van de woordenschat. Enkele werkvormen waren: binnen- en buitenkring, mix en ruil, waar of niet-waar. We hebben ook enkele werkvormen gezien die woordenschat stimuleren: maatjes werken, kleine kring, versjes en rijmpjes. Het is belangrijk om routines en grafische modellen te gebruiken. Een routine is bijvoorbeeld een woord van de dag kiezen. Iedere dag worden er vragen gesteld over dat woord. Dat zorgt voor een bredere woordenschat. Een grafische model is bijvoorbeeld een placemat of mindmap maken.
b. Reflecteren met kinderen
Hier zagen we hoe we moeten reflecteren met kinderen. Er werden enkele leuke reflectiewerkvormen aangeboden. Een leuke werkvorm was de reflectierups, emotieklok, wolkjes en zonnetjes,… We leerden er ook het verschil tussen evalueren en reflecteren. Reflecteren is in de spiegel kijken en je af vragen: hoe heb ik het nu gedaan? We kregen er enkele tips hoe we konden reflecteren met kinderen. Een van de tips was om in duo’s te reflecteren. Dit zorgt voor meer diepgaande gesprekken. Als je alleen reflecteert kun je niet vergelijken met iemand anders en ga je niet dieper nadenken.
c. Is daltononderwijs geschikt voor elk kind?
Aan de hand van casussen moesten we in groep overleggen of het kind wel of niet geschikt is voor het daltononderwijs. De studenten hadden onderzocht in hoeverre het daltononderwijs geschikt is voor iedere leerling. We kwamen tot het besluit dat elke leerling in het daltononderwijs kan instappen mits de leerkracht de nodige individuele begeleiding kan bieden. Je kan het kind ondersteunen door een dagplanning te geven in de plaats van een weekplanning. Als leerkracht moet je dan goed de taken opvolgen van de leerling met een rugzakje.
d. De kracht achter een goede klassenplattegrond
Waarom zet je kinderen vooraan en anderen juist niet? Dit was een van de kernvragen van deze workshop. Aan de hand van een matrix moesten we een klassenplattegrond opstellen om zo rekening te houden met de verschillende kenmerken van de leerlingen. Zo kwamen we tot een optimale klassenplattegrond. Enkele tips of adviezen zijn: zet de zwakke leerlingen vooraan, hou rekening met de relaties onderling van de leerlingen, hou rekening met leersituatie van het kind.
e. Zelfstandig werken: werkt het?
Tijdens deze sessie zijn we tot de conclusie gekomen dat het belangrijk is om schoolbrede afspraken te hebben om het zelfstandig werken doelgericht te bevorderen. Aan de hand van een placematmodel kwamen we in groepjes tot de belangrijkste elementen. Deze elementen zijn: evaluatie, duidelijkheid naar de leerlingen, het opbouwen van zelfstandigheid en het formuleren van einddoelen per groep.
f. Dalton en OGO, kan dat?
Hier hebben we gediscussieerd over het OGO (ontwikkelingsgericht onderwijs) en het daltononderwijs samen. De kern van OGO is dat de leerkracht eerst een sturende functie heeft, later een begeleidende en daarna hebben de leerlingen vrijheid. We kwamen tot de conclusie dat ze veel raakvlakken samen hebben.
Als leerkracht heb je een coachende/sturende functie.
Je moet een goed overzicht hebben tussen de kerndoelen en tussendoelen. We ontdekten dat het ontwikkelingsgericht onderwijs met zijn kindgerichte aandacht het daltononderwijs terug naar het oorspronkelijke idee kan brengen. Op zijn beurt kan het daltononderwijs ook iets meegeven aan het ontwikkelingsgericht onderwijs, namelijk het bieden van de nodige structuur.
g. Dalton Ontwikkelings Plan: Theorie versus praktijk
Hier werd de theorie van het daltonontwikkelingsplan vergeleken met de praktijk. Aan de hand van een vergelijkend onderzoek tussen twee scholen werd de invulling van de daltonprincipes in kaart gebracht. Deze bevindingen werden dan vergeleken met literatuurvoorbeelden. Het bleek dat de twee scholen dalton op hun eigen manier invulden en niet altijd voldeden aan de vereisten van het daltononderwijs.
h. Keuzewerk in de toekomst
Tijdens het keuzewerk kiezen kinderen vaak voor spelletjes in de plaats van educatieve zaken. Misschien is een vernieuwing van het keuzewerk wel aan de orde. Sociale media winnen meer en meer aan invloed in het onderwijs. Dit kan op verschillende manieren in het keuzewerk gestopt worden. Zoals bijvoorbeeld het maken van een klasblog, of gebruik van een klasforum.
i. Reflecteren in de daltonbovenbouw
In deze workshop ging het over het zelfstandig reflecteren met leerlingen. De leerlingen reflecteren met het groepje waarmee ze de leertaak samen hebben uitgevoerd. Een leuke werkvorm hierbij is werken met reflectiemaatjes. Bij deze werkvorm worden drie placemats gebruikt, namelijk: beleving , inzet en de opdracht zelf. Een leerling dobbelt met de dobbelsteen. Het aantal ogen dat de leerling gooit komt overeen met een bepaalde vraag. Die vraag beantwoorden ze dan samen als groep. Aan de hand van deze opdracht worden de leerlingen zich bewust van hun eigen leerproces.
j. Leerlingenraad
De zes daltonkernwaarden komen voor in verschillende aspecten van de leerlingenraad. Tijdens deze workshop werd een zeer leuke werkvorm gebruikt. Eerst werd er even kort besproken wat een leerlingenraad precies is. Daarna moest de groep zich verdelen in zes kleinere groepen. Elk groepje kreeg in het begin een bepaalde kernwaarde en moest op een post-it schrijven wat volgens hen terug te vinden was in de werking van een leerlingenraad. Na enkele minuten moest je met je groepje doorgaan naar de volgende kernwaarde. Zo had je na een kwartier alle kernwaarden doorlopen. Hoe later je bij een kernwaarde kwam, hoe moeilijker het werd om er nog nieuwe inzichten bij te schrijven. Aan het einde van de sessie werden de post-it per kernwaarde besproken. We besloten dat de leerlingenraad een toegevoegde waarde is voor een school en dat dit perfect aansluit bij de zes kernwaarden.
Een aantal workshops konden we niet bijwonen, maar bood wel interessante onderwerpen. Zo was er een workshop over het ‘daltonproof’ schoolrapport, waarin werd nagedacht hoe zo’n schoolrapport er zou moeten uitzien en aan welke eisen qua vorm en inhoud het zou moeten voldoen. Een creatieve workshop nodigde deelnemers uit om samen een tekst voor een lied te schrijven – met een zelfgemaakte mindmap rond dalton als uitgangspunt. De melodie van het lied was al gecomponeerd.
In de workshop ´Zelfstandig? Echt wel…´, werd je een blik gegeven op de manier waarop de zelfstandigheid van de leerlingen wordt gestimuleerd. Samenwerking op teamniveau speelt hierbij een belangrijke rol.
Uit onderzoek is gebleken dat jongens slechter presteren dan meisjes. In de workshop ´Jongen, jongen, jongen ´kregen de deelnemers vanuit verschillende invalshoeken een beeld over dit onderwerp. Omdat het belangrijk is om met het jonge kind te reflecteren en te evalueren, was er een workshop waarin men opzoek kon naar reflectie-instrumenten die praktisch en meteen kunnen ingezet worden in de praktijk. Bij ´Handelingswijzers om te reflecteren´ deelden de studenten hun expertise over reflecteren. Zij hadden een leerlijn ontwikkeld om van groep 1 tot groep 8 te reflecteren.
Dat reflecteren ook een grote rol speelt binnen het tekenonderwijs, was het thema in de workshop waarin werd uitgelegd hoe leerlingen hier zelfstandig mee aan de slag kunnen.
Ook was er nog een workshop met aanbevelingen om het stelonderwijs aan de hand van coöperatieve werkvormen te introduceren in de klas, een workshop waarin een schema werd gepresenteerd, waarmee thema´s in de onderbouw op eenvoudige manier gecombineerd kunnen worden met muziek- en woordenschatonderwijs en een workshop van het daltonlectoraat, waarin gesproken werd over de vraag hoe intercollegiale reflectie bijdraagt aan de professionele ontwikkeling van leraren en het leren van leerlingen.
Wij vonden dit een zeer leerrijke en unieke ervaring om deel te mogen nemen aan het daltoncongres. In België kunnen wij geen daltonopleiding volgen. Wij nemen zeker en vast enkele inzichten mee naar ons land.
Wij hebben geleerd dat procesevaluatie veel belangrijker is dan productevaluatie. Het is belangrijk om te weten welk leerproces een leerling volgt om tot een bepaald eindproduct te komen. Het leerproces kan altijd bijgestuurd worden en aangepast worden aan de noden van de leerling. Deze evaluatie kan mondeling gebeuren na een les, maar dit kan ook in de weektaak verwerkt worden. Hier kan dit een algemene evaluatie zijn per dag of per taak. Wij vinden procesevaluatie veel belangrijk dan productevaluatie. Bij procesevaluatie kan je het kind nog altijd bij sturen. Aangezien er meestal gewerkt wordt met smiley’s is het belangrijk om ook de verwachtingen te verwoorden naar de leerlingen toe. Als juf of meester moet je niet enkel groene smiley’s zien, maar het moet representatief zijn voor hun geleverde werk.
Het oorspronkelijke idee van Helen Parkhurst was om kinderen te doen samenwerken ter ondersteuning van hun leerprocessen. In vele scholen wordt dit nu toegepast in een maatjessysteem. Als de leerlingen een vraag hebben, kunnen ze eerst bij hun maatje terecht. Als de vraag echt niet kan opgelost worden kunnen ze steeds ten rade bij de leerkracht.
Wij zouden zeker en vast ook het blokje willen meenemen naar België. In sommige daltonscholen wordt een blokje gebruikt met een rode bol, groene bol en een vraagteken. Dit blokje is een soort van afspraak in de klas. Dit blokje kan uitstekend worden aangewend tijdens een oefentijd. Op die manier leren de leerlingen hun eigen leerproces in handen te nemen.
Tot slot willen wij afsluiten met de wijze woorden van Atke Wegerif, een studente van de Katholieke Pabo Zwolle: ‘Eigenaar worden van je eigen leerproces, kan alleen door te leren hoe je jezelf kan verbeteren’.
Auteurs: Lieselotte De Schuytter en Frauke Verhaege zijn vierdejaars pabostudenten van de Katholieke Hogeschool Brugge in België. Via het Erasmusprogramma volgen zij drie maanden de daltonopleiding bij het Instituut Theo Thijssen van de Hogeschool Utrecht.