Dalton in Alkmaar: skills, lab, orginal en on-stage.
Marja Out in gesprek met Tineke Ensing, Pieter van de Hoorn, Elsje Inja, Lenny Monté, Anna-Paulien Smits, Maedy Tol en Maarten Wevers
Het Stedelijk Dalton College Alkmaar telt duizend leerlingen verdeeld over vmbo lwoo, bb, kb en tl, havo en vwo. In dit artikel vertellen zeven medewerkers hoe de school in één jaar een grote verandering kon bewerkstelligen.
Voor de vakantie dacht ik: ik laat een film maken over de school voor de nieuwe brugklasleerlingen. Zo kwam ik erachter dat het aanbod te verbrokkeld was. Daarmee hing volgens mij ook de terugloop van de aanmelding samen. Tijdens de startvergadering heb ik het probleem op scherp gezet. Op de studiedag in oktober is het stromenplan gedropt. De MR en de ouderraad ondersteunden het. Ik heb er slapeloze nachten van gehad. In oktober moest het concept al klaar zijn van de bruggersbrochure voor 2014-2015. Toen moesten de ideeën eigenlijk nog met het hele personeel besproken worden. Gelukkig was de aanmelding goed, maar er is nog veel te doen. Belangrijk is goed determineren in zo’n brede school en omgaan met verschillen. Daar zit professionalisering op. Vanaf volgend jaar krijgen de secties meer tijd op de vergadermiddag, want daar moet het gebeuren.
Voor alle leerlingen is in de onderbouw een band van drie uur vrijgemaakt, waarin ze een bepaalde richting kunnen volgen die aansluit bij hun interesse: Dalton Skills, Dalton Lab, Dalton Original en Dalton on Stage.
In mijn vmbo-afdeling hebben de leerlingen Skills, bestaande uit een blokuur en een los uur. De leerlingen krijgen coaching op persoonlijke ontwikkeling. Het blokuur wordt ingevuld met projecten met veel doen, maken, ontwikkelen op het gebied van de sectoren. Docenten zitten in een werkgroep om projecten voor de eerste twee jaar te ontwikkelen. Duits en Frans zijn uit de reguliere lessentabel gehaald. De meeste leerlingen hebben moeite met die extra taal. De leerlingen die nu een taal in dalton kiezen, komen in de tweede met een voorsprong binnen op de reguliere tl-groep. In de skillsklassen wordt gekozen voor leergebieden. Daarmee en met MVT in dalton kun je de skillsuren ‘betalen’.
Ik ben begonnen met lesbezoeken en met gesprekken met alle mensen: wat mis je, hoe zou je het anders willen? Ik kan ervoor zorgen dat mensen die weten hoe het in elkaar steekt in hun kracht gezet worden. Het team moet het in de praktijk doen. Het is belangrijker dat het hún visie op onderwijs is dan dat het mijn visie op onderwijs is. Het is mooi dat het op elkaar past.
Dans en drama worden voor tl, havo en vwo een examenvak. Voor bb en kb niet, want die gaan na 2 jaar naar het Van der Meij (een vmbo-school voor de bovenbouw van het vmbo. De leerlingen van drie scholen in Alkmaar gaan na de eerste twee jaar vmbo naar het Van Der Meij College, red.). Ze kunnen in de onderbouw wel deelnemen aan daltondans. In Dalton on Stage zit drama, dans en muziek.
Muziek is geen examenvak. Je moet je beperken. Voor alle leerlingen in de brugklas zit drama in de lessentabel. Dans is heel dalton. De vierdejaars regelen alles zelf, repeteren, etc. In de loop van de jaren zie je ze steeds krachtiger worden: ouderejaars begeleiden jongerejaars en hebben een voorbeeldfunctie. In het praktijkdeel maakt het niet uit of je vwo of vmbo bent: iedereen kan talent hebben. Ze kunnen lekker bewegen, ze kunnen zich ontwikkelen en daar trots op zijn. Maar dat geldt voor elke puber, ook voor havo en vwo. Juist op die lastige leeftijd.
Het decanaat begint in vmbo-bb en -kb in jaar 1. Ik ga met ze naar het Van der Meij. De bruggers ervaren daar hoe het in de bovenbouw er aan toe gaat. Ze krijgen vanaf de eerste ook de praktijkvakken en kunnen bekijken of ze er goed in zijn of niet.
De schoolleiding wilde dans in alle brugklassen, maar dat ging niet door. De zorg dat te veel nieuwe leerlingen – vooral jongens – zouden afhaken als dans een verplicht vak zou zijn, was te groot. Drama heeft het wel gehaald. De ontwikkeling is echt tweerichtingsverkeer. De voorwaarde voor dit alles was dat de samenwerking tussen de schoolleiding en de MR goed is. Daar zitten bevlogen onderwijsmensen. De PMR vindt alleen de werkdruk wat hoog, maar dat is overal zo. Er kan veel en er is een flexibele insteek. Practice what you preach: in een daltonschool moet iedereen samenwerken en verantwoordelijkheid nemen. Ook in de MR.
Ik ben hartstikke blij met deze ontwikkeling. De bèta-docenten kwamen heel snel op O&O: Onderzoeken en Ontwerpen. Volgend jaar zijn er twee groepen in de brugklas met een wisselprogramma. De eerste gaat het hebben over stranden op een onbewoond eiland en hoe overleef je dan? De andere groep gaat aan de slag voor een bedrijf met een probleem. Eerst onderzoeken ze het probleem en dan gaan verschillende groepen leerlingen een ontwerp maken. Heel dalton: ze werken zelfstandig, moeten samenwerken en in hun eigen tempo. De opdrachtgever beoordeelt. Het beste ontwerp wordt indien mogelijk gebruikt door het bedrijf.
Ik wil meer bèta-leerlingen trekken, want daar is werkgelegenheid! Dalton Lab en de andere stromen zijn van toegevoegde waarde. Het is goed dat de school hier in investeert en niet alleen maar focust op de kernvakken en de examenresultaten. Er was eerst alleen maar een kunstprofiel, dat vooral meisjes trok. Dalton Original is er voor leerlingen die nog niet zo goed kunnen kiezen of leerlingen die het gevarieerde aanbod willen.
De commissie lessentabel moest ruimte maken voor de stromen. In de commissie zaten personeelsleden en leerlingen. Spaans is gesneuveld, maar dat werd al een beetje afgebouwd. Een van de twee leraren Spaans zat in de commissie. Voor de leerlingen die nu nog Spaans hebben in hun pakket wordt een afbouwtraject gemaakt. Het plan stond wel onder extreme tijdsdruk. Het is gelukt, zonder dat het personeel het gevoel heeft dat hen iets door de strot is geduwd. Iedereen voelt de druk om duidelijk en succesvol de nieuwe aanpak voor elkaar te laten komen.
Ik ben met mijn collega al vaker bezig geweest met het vechten voor een eerlijker positie voor de sectie Spaans. Frans, Duits en Spaans zijn te klein om allemaal te behouden. Dan moet je besluiten welke taal wordt geschrapt. De school is bezig zichzelf te profileren. Het is een marketingverhaal. Je kunt meer leerlingen trekken met dans en drama dan met Spaans. Ik ben bezig met een loopbaantraject dat wordt gefaciliteerd door de school. Mijn collega Spaans gaat binnenkort met pensioen. Ik kan een andere bevoegdheid halen en krijg daar hulp bij, maar ik ben meer gegroeid richting coach en trainer. Ik onderzoek nu hoe mijn nieuwe baan eruit ziet. Ik zie deze ‘andere kant van de medaille’ als een nieuwe kans om een stap te doen die ik zelf moeilijk vond om te zetten.
Auteur: Marja Out
Beeld: Stedelijk Dalton College Alkmaar