In juni zijn de diploma’s, cijferlijsten en voor het eerst de resultaten van de rekentoets uitgereikt. Wekenlang leefden ouders, docenten, leerlingen en leden van de managementteams tussen hoop en vrees. Er werden examentrainingen georganiseerd. Ouders die het zich konden permitteren, stuurden hun kinderen naar Leiden, Utrecht of Groningen. Nagels werden afgekloven tegen de tijd dat op 11, 12 en 25 juni de N-termen bekend werden gemaakt: zou het mee of tegenvallen?
Dat weten we inmiddels. Het diplomafeest is achter de rug. Wat zagen ze er mooi en volwassen uit op hun hoge hakken en in hun strakke pakken. En hoe vrolijk zwierden de graduationcaps door de lucht. Voor de leerlingen die met een diploma de school verlaten – én voor hun ouders – breekt een onzekere tijd aan. Gaan ze het redden? Komen ze wel uit met het geld? Hebben ze niet toch de verkeerde richting gekozen? Kunnen ze het tempo wel aan? Gaan ze niet als een gek aan de zwier?
In mei las ik in een landelijke krant een ingezonden brief van een wanhopige moeder. Haar zoon had probleemloos het vwo doorlopen en was geschiedenis gaan studeren in Amsterdam. Hij was gemotiveerd voor het vak, deed geen rare dingen en zou het gewoon moeten kunnen doen, maar hij had onvoldoende studiepunten gehaald en mocht niet door. Ze beklaagde zich over het feit dat er ineens zo weinig tentamens waren en dat de studiebegeleiding minimaal was. De stap was te groot van het voortgezet onderwijs, met veel begeleiding en een vinger aan de pols van mentor, vakdocenten en teamleider, naar de universiteit.
We willen dat onze leerlingen slagen en doen er van alles aan om aan het eind van de rit voor alle leerlingen het feest compleet te maken. Maar zorgen we er ook voldoende voor dat ze voorbereid zijn op het leven daarna, zonder mentor, oudergesprekken en handelingsplannen? Om ze uit zichzelf te laten bepalen wat er belangrijk is? Nu even niet dat feest, die LAN-party, dat festival. Ik hoop dat ze elkaar zullen opzoeken als het niet gaat, sterk genoeg zijn om te luisteren naar kritiek van hun leeftijdsgenoten en geleerd hebben om bij problemen vooral naar zichzelf te kijken. Ons daltononderwijs kan uitkomst bieden, waarbij we ons hopelijk niet blindstaren op resultaten en opbrengstgericht werken. Het blijft noodzakelijk om ruimte in te bouwen om leerlingen te laten leren van hun fouten.
Auteur: Marja Out