Het instructieschrift als hulpmiddel binnen het daltononderwijs
De laatste jaren is er in het basisonderwijs veel te doen over de juiste en meest effectieve manier van instrueren. Het IGDI-model, het interactieve, gedifferentieerde, directe instructiemodel heeft zijn nut en effectiviteit bewezen. Dit ‘evidenced-based’ model bestaat uit een vaste opbouw: dagelijkse terugblik, presentatie van de nieuw aangeboden lesstof, geleid inoefenen, zelfstandig verwerken en reflectie en is alleen effectief als alle fases van het model doorlopen worden. Binnen het daltonderwijs lijkt dit niet mogelijk, omdat de leerlingen doorgaans werken met een taakbrief en taakwerk op een zelf gekozen moment. Gedurende mijn eindstage heb ik onderzocht in hoeverre het IGDI-model ingepast kan worden in het daltononderwijs. Een mogelijkheid is om gebruik te maken van een instructieschrift tijdens de uitleg; de ‘presentatie’-fase in het model.
Het grootste probleem bij het toepassen van het IGDI-model in daltononderwijs is de tijdsspanne tussen het geleid inoefenen en het zelfstandig verwerken van de taak. Het kan voorkomen dat er op donderdag instructie wordt gegeven over een taaltaak, terwijl het kind het maken van die taak pas heeft ingepland op de volgende maandagochtend. Hierbij wordt het IGDI-model nogal eens gereduceerd tot de fases ‘presentatie’ en ‘zelfstandig verwerken’. Beide fases doen een beroep op het kortetermijngeheugen. Om de theorie echt goed te laten beklijven is het nodig dat de leerkracht inzet op activiteiten die het kortetermijngeheugen met het langetermijngeheugen verbindt. Dit gebeurt juist in de andere fases van het model.
Een mogelijkheid om het IGDI-model effectief toe te passen binnen het daltononderwijs is het inzetten van een instructieschrift. Dit betekent dat de leerlingen tijdens de instructie aantekeningen maken van de nieuw aangeboden lesstof en later, als zij toe zijn aan het maken van de desbetreffende taak, de aantekeningen van de instructie kunnen raadplegen. Tijdens mijn praktijkonderzoek heb ik dit idee als volgt toegepast.
Iedere leerling gebruikt een eigen instructieschrift, bijvoorbeeld een zelf versierd schriftje waardoor het eigenaarschap wordt versterkt. Tijdens de instructie krijgen de leerlingen tijd om belangrijke zaken uit de uitleg op te schrijven. Belangrijk hierbij is dat er een goed evenwicht moet zijn tussen luisteren en uitleggen: leerlingen van elf en twaalf jaar kunnen moeilijk luisteren (=informatie opnemen) en schrijven tegelijk. Tijdens de instructie is het belangrijk dat er momenten worden ingelast waarop de leerlingen mogen schrijven en de leerkracht even wacht. Belangrijke begrippen en voorbeelden moeten op het bord staan, zodat de leerlingen deze letterlijk kunnen overnemen. Een eenduidige uitleg van een begrip of werkwijze is belangrijk, zodat de leerlingen niet hun eigen variant opschrijven en zo zichzelf verkeerde strategieën aanleren. Bepaalde hand-outs of stencils kunnen op het formaat van het schrift worden uitgeprint, zodat deze in het schrift kunnen worden geplakt. Het verplicht laten opschrijven van belangrijke gegevens is aan te raden, om te voorkomen dat leerlingen informatie later niet hebben die wel noodzakelijk is.
Differentiatie, als vanzelfsprekend element van daltononderwijs, wordt ook bij het gebruik van het schrift toegepast. Tijdens de verlengde instructie aan enkele leerlingen is het instructieschrift erg handig om de stof nogmaals te bespreken en eventueel aanvullende aantekeningen te maken. Mits goed begeleid kunnen juist moeilijker lerende kinderen baat hebben bij het instructieschrift.Ook voor bovengemiddeld presterende leerlingen biedt het schrift ondersteuning door de notatie van oplossingsstrategieën en bijvoorbeeld spellingsregels. Het zelf aantekeningen maken komt bovendien tegemoet aan de eigen leerbehoefte van leerlingen. Ze schrijven alleen op wat ze zelf willen onthouden, waar ze het belang van inzien en worden zich zo bewust van hun eigen kennis en aanpak. Tijdens het zelfstandig verwerken kan de leerling – al is het dagen na de instructie – met hulp van zijn instructieschrift uitgebreide stappenplannen uitvoeren of zijn kennis opfrissen. In de laatste fase van het IGDI-model biedt het instructieschrift belangrijke steun aan de leerkracht en leerlingen bij het terugkijken op de les en vooruitkijken naar de volgende. Met behulp van de aantekeningen kan worden nagegaan wat het doel was, wat er is besproken in de uitleg en hoe de zelfstandige verwerking is gegaan. Door op deze manier de fases van het IGDI-model af te ronden, zorgt de leerkracht ervoor dat de lesstof wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. Door het leren maken van aantekeningen en het vatten van de essentie van de lesstof draagt het instructieschrift tevens bij aan een goede voorbereiding op de middelbare school.
Zoals bij elke nieuwe afspraak, uitleg of werkwijze is het belangrijk dat het doel duidelijk wordt benoemd en uitgelegd. In het begin zal de leerkracht de leerlingen aan de hand moeten nemen. Er moet worden uitgelegd hoe je aantekeningen maakt, hoe het schrift gebruikt moet worden en hoe je het overzichtelijk houdt. Handig is om samen met de leerlingen voorbeelden te bedenken en uit te werken. Gaandeweg zullen de leerlingen steeds zelfstandiger kunnen beslissen wat de essentiële zaken zijn in een instructie. Tijdens het maken van de aantekeningen is het aan te raden om eens een rondje door de klas te maken, om te zien wat de leerlingen nou daadwerkelijk opschrijven. Het geven van complimenten zal de leerlingen extra stimuleren om zorgvuldig te werk te gaan. Een aantal weken na de introductie van het instructieschrift is het aan te raden een aantal schriften klassikaal te bespreken. Zo kan de leerkracht aangeven wat opvalt, wat goed gaat en wat nog aandachtspunten zijn.
Het instructieschrift:
– ondersteunt verlengde instructie, actief voorkennis ophalen en reflectie
– slaat een brug tussen het korte- en langetermijngeheugen
– komt tegemoet aan de individuele leerbehoefte
– draagt bij aan de zelfstandigheid van de leerlingen en het verantwoordelijkheidsgevoel voor eigen werk
– bereidt de leerlingen voor op het middelbaar onderwijs.
Mits goed geïntroduceerd, aangeleerd en toegepast, lijkt het instructieschrift een effectief hulpmiddel om het IGDI-model op een juiste manier toe te passen in een bovenbouw daltonklas. Meer onderzoek is nodig om specifieker na te kunnen gaan in hoeverre gebruik van het schrift bijdraagt aan verbeterde leeropbrengsten. Een mooie uitdaging.
Literatuur
Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff.
Houtveen, T., Koekebacker, E., Mijs, D. & Vernooy, K. (2005). Succesvolle aanpak van risicoleerlingen. Wat kan de school doen? Antwerpen – Apeldoorn: Garant.
Yentl Schneider is afgestudeerd als daltonstudent aan pabo De Eekhorst, Stenden Hogeschool Assen
Het IGDI-model (Interactief, Gedifferentieerd, Directe Instructie) is een afgeleide versie van het directe instructiemodel met meer differentiatie in uitleg en instructietijd.
Auteur en Beeld: Yentl Schneider.