Interview met Flo Simons, leerling van Spinoza20first en haar vader, prof. Dr. Robert-Jan Simons.
Terwijl in krimpregio’s scholen fuseren of zelfs moeten sluiten, groeit in de randstad het aantal leerlingen gestaag en worden er nieuwe scholen gesticht. Het bouwen van een nieuwe school biedt kansen om te experimenteren en werk te maken van onderwijsvernieuwing. Het afgelopen jaar is dat onder andere gebeurd op Spinoza20first, een dependance van het Amsterdamse Spinoza Lyceum. Een groep leraren heeft daar vorm gegeven aan 21ste-eeuws daltononderwijs. Flo Simons (13) is één van de leerlingen. Haar vader, emeritus-hoogleraar Robert-Jan Simons is als vader en als onderwijsexpert betrokken bij het experiment.
Het is halfdrie, vrijdagmiddag. Flo sluit de week af in de eigen stamgroep. Ze reflecteert met de groep op de vorderingen en er worden alvast afspraken voor de volgende week gemaakt. Lizette is de mentor van deze stamgroep, de coach, zoals dat op Spinoza20first genoemd wordt. De leraren heten er experts. “Mijn coach, Lizette, is ook een expert, hoor! Zij geeft les in mens en maatschappij.” Flo is de dag ook bij Lizette begonnen. Maar na het plannen van het werk in de stamgroep, is Flo haar eigen weg gegaan en heeft
ze naar eigen keuze gewerkt in de verschillende vaklokalen.
Flo heeft het werk dat ze gepland had, af. Dat geeft een lekker gevoel, zo voor het weekend. Dat plannen gebeurt op de iPad. Alle opdrachten zijn daarop overzichtelijk digitaal beschikbaar. Het is aan de leerlingen om daarbij keuzes te maken en dat is voor Flo een serieuze aangelegenheid. “Voor mij geldt niet dat ik eerst naar ‘leuk’ ga en dan maar zie hoe ik de rest van het werk afkrijg”, stelt ze. “Ik heb er een hekel aan niet alles af te hebben.” Flo kiest ervoor om weinig werk mee naar huis te nemen. “Ik doe veel op school”, zegt ze. Ze weet dat dat op andere scholen wel anders is: “Ik heb veel vriendinnen, die op andere scholen zitten en kan doordeweeks bijna nooit met ze afspreken, omdat zij altijd nog huiswerk moeten maken!”
Spinoza20first ligt verscholen tussen huizenblokken in Oud-Zuid. De school is in het schooljaar 2016-20 17 gestart in een houten noodgebouw, een van de Finse scholen, die na de Tweede Wereldoorlog geschonken zijn door Scandinavische landen. Het is er een beetje behelpen, niet goed geoutilleerd. Bovendien lijkt het gebouw meer op een basisschool en dat past eigenlijk niet bij leerlingen die na groep 8 wel toe zijn aan een groter schoolgebouw dat past bij de statuur van het voortgezet onderwijs. Maar er was in Amsterdam niets anders voorhanden. In april 2017 is er gestart met de semi-nieuwbouw. Die is in september in gebruik genomen.
De school levert het wat atypische beeld op van een in leeftijd homogene schoolbevolking. Flo is één van de ongeveer honderd dertienjarigen die allen in de zomer van 2016 voor Spinoza20first gekozen hebben. In september zijn de jaargenoten van Flo tweedeklassers geworden en is er weer een nieuwe groep eersteklassers bijgekomen, waardoor de gewenste (leeftijds) heterogeniteit wat meer vorm krijgt. Maar Flo ziet wel beren op haar weg met die eersteklassers: “Moeten wij ze zeker overal bij helpen”, zegt ze. “Ik wil voor mezelf leren!”
Heterogeniteit is er wel naar niveau. “Een belangrijke vernieuwing van Spinoza20first,” stelt Simons, “is dat de leerlingen van mavo-, havo- en vwo-niveau drie jaar lang bij elkaar in de groepen zitten.”
“Het onderwijsaanbod is thematisch en verdeeld over vier kennisdomeinen,” vertelt Simons. “We hebben taal & cultuur, expressie & beweging, mens & maatschappij en natuur & technologie”, vult Flo aan. Nederlands, wiskunde en Engels zijn de kernvakken, die binnen elk domein een ondersteunende rol hebben.
De thema’s worden met de eigen coaches tijdens kindgesprekken voorbesproken. “In dat gesprek plan ik met Lizette wat ik moet doen en welke keuzes ik wil maken”, vertelt Flo. “We kijken ook naar wat er nog ligt uit vorige thema’s. Dat is bij mij nooit veel, maar dat moet wel gedaan worden. 95% van het werk moet aan het eind van het jaar af zijn! Anders krijg je een extra gesprek en misschien wel werk op voor de vakantie! We werken met projecten,” vertelt Flo verder, “en die duren zo’n zes tot acht weken. Je moet binnen acht weken ook de thematoets maken. En net zoals ik de taak zelf plan en eraan werk, moet ik ook de toets zelf inplannen.”
“De nadruk ligt niet op het toetsen. Er worden geen cijfers gegeven”, vertelt Simons. “Het team probeert een vorm van beheersingsleren te realiseren. Wel moeten de toetsen voor 80% goed gemaakt worden. De leerlingen volgen ook niet standaard alle voorgeschreven leerlijnen. Er wordt gewerkt vanuit doelen en bij die doelen zijn er instaptoetsen.” Uiteraard geldt deze werkwijze alleen voor de toetsbare delen van het curriculum. Er wordt gewerkt met online leermiddelen, zoals Got it Taal van ThiemeMeulenhoff, waarmee adaptief gewerkt kan worden.
Een bij een daltonvisie passend curriculum probeert kinderen breed te vormen. “Ik heb pas meegedaan aan een workshop debatteren”, zegt Flo. “We discussieerden over allerlei onderwerpen en problemen!” Haar vader helpt haar nog wat andere voorbeelden te noemen van die breder vormende activiteiten: “Jullie zijn toch al naar een aantal musea geweest en met Italiaans toch naar de pizzeria?” Flo schudt nee. “Daar hebben we het wel over gehad, maar dat moet nog gebeuren!”, antwoordt ze.
“We doen alles op de computer,” vertelt Flo. Maar haar vader brengt in dat ze toch ook veel met andere kinderen samen doet, zonder iPad. Flo knikt, maar antwoordt: “Maar wat ik echt moet leren, staat op de iPad en die heb ik altijd bij me.”
“We hebben veel aandacht voor de mindset van leerlingen”, vertelt Simons. “In mijn werk en op mijn website visieopleren.nl benadruk ik het stimuleren van een growth mindset. Dat is essentieel voor succesvol leren!”
Spannend is Spinoza20first vooral vanwege het vooruitlopen op het op verschillende niveaus kunnen afleggen van examens voor de verschillende vakken. Het schoolteam anticipeert erop, dat dit in de politiek nog geregeld gaat worden.
Het zelf kiezen en de zelfwerkzaamheid staan hoog in het vaandel. “We moesten een taal kiezen”, vertelt Flo. “Omdat we vaak naar Italië op vakantie gaan, heb ik Italiaans gekozen! We moesten 200 woorden kiezen, die we moesten leren. Maar ik heb er 400 gekozen. En ik heb een eigen plan gemaakt om die woorden te leren. Het was een goed idee om memorykaartjes en flitskaartjes te maken. Ik heb ook een aantal boeken en Italiaanse liedjes gezocht en een reisgids gemaakt.
Voor Expressie heb ik me verdiept in Vincent van Gogh en daarover een mooi werkstuk gemaakt.”
Flo geeft aan dat ze eerst van lezen hield, maar het schrijven van verhalen nu het leukst vindt.
De leerlingen mogen veel samenwerken, maar daar wel zelf voor kiezen. “Ik werk niet met iedereen samen, alleen met een paar vrienden,” biecht Flo op, “maar ik heb wel vriendinnen in de andere stam-groepen, hoor!”
Spinoza20first is een echte school van de kinderen. Zo waren de leerlingen actief betrokken bij de twee open dagen. Met een paar andere meiden heeft Flo een dansje gedaan en een tijdje achter de bar gestaan. “Er waren wel 1500 mensen”, vertelt Flo. “We hebben een presentatie gegeven en ook een beetje rondgelopen en van alles verteld: wat ik leuk vind op school, maar ook over hoe het allemaal werkt, wat je moet doen en hoe je het moet doen.”
Auteur en Beeld: René Berends