Het mooie van leraren op traditionele vernieuwingsscholen is dat de meesten met passie werken vanuit de eigen onderwijsvisie. Minder mooi kan het zijn als de uitgangspunten van de afzonderlijke vernieuwingsbewegingen zo strikt nageleefd worden, dat er geen behoefte is aan en geen sprake is van kruisbestuiving tussen de verschillende reformpedagogische richtingen. In Hoofddorp fuseert de voormalige freinetschool De Ontdekking met daltonschool Dik Trom. De fusieschool zal verdergaan als daltonschool met duidelijke freinetinvloeden. Hoewel de oorzaak van de fusie (gebrek aan leerlingen) niet prettig is en het verdwijnen van De Ontdekking ons aan het hart gaat, is het proces om samen een nieuwe school te bouwen enthousiasmerend.
Beide teams zijn het fusieproces ingegaan met een open view en met de wens om op basis van het gedachtegoed van het daltononderwijs in de nieuwe situatie zoveel mogelijk freinetkwaliteit in de school te integreren. En dat is niet alleen de wens van de collega’s en ouders van de voormalige freinetschool, maar ook van de daltonleraren op de Dik Trom. Zij zien kansen om hun daltononderwijs erdoor te verrijken.
Célestin Babtistin (Freinet) was een interessante man: sociaal begaan, pacifistisch, politiek stelling nemend, actief en ondernemend. Hij ziet dat zijn (voornamelijk) arbeiderskinderen wel leergierig waren, maar ongemotiveerd voor schoolboeken. Hij trekt er daarom met zijn leerlingen op uit, noemt zijn school zelfs gekscherend ‘de spijbelschool’ (école buissoniere). Hij laat de leerlingen experimenteren en onderzoeken en ontwikkelt (freinet)technieken om ervaringen te systematiseren en richting te geven, zoals bij met maken van verslagen, teksten en kranten. De freinetschool wordt dan ook niet voor niets de school met de drukpers genoemd. Freinet laat zijn leerlingen levend, zinvol en handelend leren in coöperatief overleg, binnen een school met een democratisch samenlevingsmodel, waar kinderen en volwassenen samen verantwoordelijk zijn.
Freinets aanpak wordt de natuurlijke methode genoemd. Het leren moet levensecht gebeuren, het liefst op basis van wat er bij kinderen leeft. Expressie, communicatie, zelfontplooiing, verantwoordelijkheidsbesef komen, volgens Freinet, op een vanzelfsprekende wijze tot hun recht in zinvol werk, als er vanuit eigen belangstelling en ervaring gewerkt wordt. De wereld wordt proefondervindelijk verkend. Er wordt geleerd door te doen (Education du travail, gebaseerd op Deweys learning by doing).
Dit mooie ideaal wordt gerealiseerd door bevlogen leraren, die geschikte technieken en materialen in huis hebben. Freinettechnieken bieden kinderen kansen om zelf zaken uit te zoeken, handelend te onderzoeken en initiatief te tonen en onderwijs te geven die passen bij de ‘centre d’intérêts’ van de kinderen. Freinet leert ons de beperktheid van onderwijsmethoden en mechanistische onderwijsaanpakken in te zien. Zij werken belemmerend omdat ze nooit de ervaringen van leerlingen of de actualiteit als uitgangspunt hebben en (te) weinig kansen bieden voor persoonlijke ontplooiing, vrije en artistieke expressie en voor gepersonaliseerde, individuele leerwegen. Methoden zijn echter niet verdwenen uit de school, maar we willen ze meer als een middel in handen van leraren gaan inzetten.
Het opzetten van werkateliers, onder andere het schrijven van eigen teksten (bijvoorbeeld het levensboek, de schoolkrant, correspondentie en muurkranten), is een van de eerste zaken die we op onze daltonschool aan freinettechnieken gaan doen. De wens is er ook om meer met de kinderen erop uit te trekken, kinderen meer ondernemend te laten leren en om de natuur meer een plek in de school te geven.
We hebben er zin in om hieraan in het nieuwe jaar met elkaar vorm te geven.
Auteur: Jan van Rheenen is directeur van obds Dik Trom in Hoofddorp
Beeld: Jan van Rheenen