De school heeft een maatschappelijk belang. Kennis en vaardigheden die de samenleving belangrijk vindt, worden er overgedragen aan nieuwe generaties. Maar met de druk van de economie en de vraag naar hoge opbrengsten en efficiëntie zouden we bijna vergeten dat de school ook een persoonlijk belang heeft en een plek is waar kinderen mogen leren wat ze zelf willen leren en waar ze hun eigen interesses, voorkeuren en talenten ontdekken en ontwikkelen. De zeggenschap van kinderen, die daarmee onlosmakelijk verbonden is, raakt een essentie van het daltononderwijs: kinderen leren om zelfsturend te leren, te werken en te leven.
Er zijn verschillende redenen waarom de stem van de leerling meer gehoord zou moeten worden. Maar laten we allereerst aangeven dat het een kinderrecht is dat vastgelegd is in het Verdrag inzake van de Rechten van het Kind (1989). In dit verdrag wordt onder andere aangegeven dat kinderen recht hebben op participatie en om gehoord te worden. Ze hebben de vrijheid om te denken en te geloven wat ze willen en mogen een eigen mening hebben. Ze hebben ook het recht op toegang tot informatie om een mening te kunnen vormen en om die mening vrijelijk te uiten. Bovendien dient hun mening serieus genomen te worden en moet er rekening mee gehouden worden.
Zeggenschap van leerlingen begint met de vraag wat ze van het onderwijs vinden dat ze volgen. De Onderwijsinspectie is daarvan inmiddels overtuigd. Dit jaar (2017) is voor de vierde keer De Staat van de Leerling uitgebracht, een aanhangsel bij De Staat van het Onderwijs, dit jaar weer in de vorm van een flitsend magazine. Daarin komen leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs en het mbo aan het woord over hun ervaringen op school en geven ze suggesties ter verbetering. Het perspectief van de leerling staat centraal en hun ideeën worden puur en ongefilterd weergegeven.
In de Staat van de Leerling van 2016 en 2017 vertellen leerlingen wat ze zich wensen. Dat varieert van meer kleurige poefjes en stoelen die lekker zitten tot meer bewegen en ontdekken; van meer humor en schooldieren op school tot een ballenbak, een bioscoop, een theater en een groot schoolplein; van meer meesters voor de klas en goed opgeleide leraren tot meer les van andere mensen, van robots en zelf de wens van leerlingen om zelf de leraar te zijn. Kinderen willen ook vrede, liefzijn voor elkaar, samenwerken, gezelligheid, vertrouwen, lol, jezelf kunnen zijn en eigen keuzes kunnen maken. Op de droomschool is spelen en leren vaak hetzelfde, zijn er veel lieve leraren en klasgenoten en zijn er weinig grenzen: alles moet kunnen. Kinderen creëren en maken er veel en is de toekomst nog ver weg en komt de buitenwereld van alle kanten binnen.
Eindexamenleerlingen uit het vo wijzen op het ontbreken van een samenhangende onderwijsvisie, waardoor de balans tussen kennis, vaardigheden en vorming moeilijk te vinden is. Ze vinden ook dat er meer aandacht moet komen voor differentiatie. Mbo-studenten ervaren dat er in korte tijd zoveel veranderd is dat niemand nog het overzicht heeft.
Op alle niveaus zeggen de kinderen ook iets over of ze voldoende gehoord worden. Er klinkt een eensluidend oordeel: “Leerlingen zijn echt wel in staat om een genuanceerde mening te vormen over onderwijs, en die mening moet beter gehoord worden.”
Van alle redenen om leerlingen (meer) zeggenschap te geven is dat het een ‘moetje’ is, een wettelijke verplichting, wel de minst zinnige. In het daltononderwijs zijn we daarvan wel overtuigd. De beste manier om kinderen op een volwassen manier volwassen te laten worden, is om ze in de veilige omgeving van de school ervaring op te laten doen met het op een verantwoorde wijze nemen van beslissingen over het leven, het werken en het leren. Daarom is zeggenschap van leerlingen van belang.
De participatieladder kan de verschillende niveaus van het verlenen van inspraak inzichtelijk maken.
Het gevoel van ‘taking part’, van deelname, is belangrijk voor het proces van socialisatie. Zo leren kinderen verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf, de ander en voor de omgeving en leren ze ook wat democratie ‘op de werkvloer’ inhoudt.
Uit de onderwijspraktijk van daltonscholen zijn veel voorbeelden gegeven worden hoe hieraan vormgegeven kan worden. Allereerst leggen leraren kinderen veel uit over doelen, werkwijzen en regels in de klas en op school. Vaak worden daarbij niet alleen de procedures sec verteld, maar ook uitgelegd waarom deze zo zijn. Leerlingen zijn ook vaak betrokken bij het opstellen van klassenregels, maar kunnen ook betrokken zijn bij het maken van plannen voor de herinrichting van de hal of het schoolplein, de aanschaf van nieuwe boeken voor de bibliotheek. Soms hebben ze een stem bij de keuze van nieuwe methoden, bij de inhoud van projecten en bij de besteding van bepaalde budgetten. Regelmatig bepalen ze ook zelf de schoolreis, organiseren ze zelf het klassen- of schoolfeest en maken ze soms roosters voor klassentaakjes en dragen ze zorg voor de schoolomgeving (zwerfafval).
Veel daltonscholen hebben zulke vormen van zeggenschap en participatie ook geïnstitutionaliseerd in de vorm van leerlingenraden, klassenraden, een schoolraad of een schoolparlement.
Kinderen kunnen ook participeren in het onderwijs dat zij ‘ondergaan’. Dat kan betekenen dat ze elkaar soms ‘lesgeven’, omdat ze over een onderwerp
veel weten of iets uitgezocht hebben, maar ook dat zij in portfoliogesprekken uitleg geven over hun ontwikkeling.
Zeggenschap is ook te realiseren door ze (mede-)eigenaar te laten zijn over de stappen die zij in hun leren zetten. Het Curriculair Spinnenweb van Van de Akker (2004) maakt de mogelijkheden daarvoor inzichtelijk. Vormgeven aan zeggenschap over het eigen leren betekent bijvoorbeeld dat leerlingen zelf doelen stellen, of (mede-)eigenaar worden van de schoolse doelen. Maar ze kunnen ook meedenken over het plan om die doelen te realiseren: de leerinhouden, activiteiten, docentrollen, bronnen en materialen, groeperingsvormen, leeromgeving, tijd en de toetsing.
In het afgelopen jaar is een Erasmusproject gestart met als thema Student Voice: the BRIDGE to learning. Vanuit Nederland is de SLO hierbij betrokken. Centraal staat de vraag hoe kinderen in het onderwijs (meer) zeggenschap kunnen krijgen. Een zestal vernieuwingsscholen hebben op dit project ingeschreven, waaronder een tweetal daltonscholen.*)
*) Meer informatie over dit project is te vinden op: http://voiceofstudents.eu/ en op www.slo.nl.
Onderwijsinspectie (2016). De Staat van de Leerling 2016. Utrecht: Inspectie van het onderwijs.
Onderwijsinspectie (2017). De Staat van de Leerling 2017. Utrecht: Inspectie van het onderwijs.
Auteur: René Berends
Beeld: Van den Akker, 2004