Op de pcbs Albertine Agnesschool in Leeuwarden stellen leerlingen hun eigen portfolio samen. Die portfolio’s presenteren ze vervolgens tijdens portfoliomiddagen aan hun ouders. Het werken met portfolio’s is te zien als een uitwerking van de ontwikkeling die de school – sinds 2005 daltonschool – heeft doorgemaakt. In dit artikel geven we een impressie van deze ontwikkeling.
Op de Albertine Agnesschool staan twee woorden centraal: betrekken en betrokken. Alle mensen in en om de school willen we betrekken bij ontwikkelingen rond de school, met betrokkenheid als resultaat. We betrekken ouders bij de school, zodat ze betrokken worden bij het onderwijs aan hun kinderen. Leraren betrekken we, zodat ze verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van het onderwijs en de organisatie van het geheel en we willen leraren én leerlingen betrekken op het eigen leerproces en op elkaar, zodat iedereen zich meer eigenaar voelt over het eigen leren en zodat iedereen elkaar helpt en samenwerkt. Betrekken en betrokken, zodat de school zich verder ontwikkelt tot een sociale leer- en werkgemeenschap, waar iedereen om elkaar geeft en zich verantwoordelijk voelt voor elkaar, het schoolwerk en het geheel van de school.
Het portfolio is een prachtig instrument om leerlingen meer te betrekken op hun eigen leren. Het geeft een goed beeld van de ontwikkeling die kinderen doormaken, zeker als het portfolio het uitgangspunt is om kindgesprekken te voeren. Bovendien zijn het samenstellen van een portfolio en het voeren van gesprekken over die portfolio’s voor leerlingen goede manieren om over het eigen leren te leren. In het nadenken over wat bijvoorbeeld het werkje is waar je het meest trots op bent en de redenen daarvoor onder woorden leren brengen, levert leerlingen veel informatie op over hoe leerprocessen bij hemzelf verlopen.
De stap om het geven van cijfers op het rapport af te schaffen, lijkt al heel wat, maar op de keper beschouwd, levert het inkleuren van bolletjes op bijvoorbeeld een vijfpuntsschaal voor leesvaardigheid en rekenprestaties weinig meer informatie dan een cijfer. Ons ideaal is dan ook om in de komende tijd het rapport af te schaffen en geheel te vervangen door een portfolio.
Daarin mogen ook best de trendanalyses voor individuele leerlingen uit het leerlingvolgsysteem opgenomen worden. Die grafieken visualeren prima de ontwikkeling die leerlingen op een aantal belangrijke kwalificaties hebben doorlopen, maar die ontwikkeling in toetsscores wordt dan wel ingebed in een breder beeld van kinderlijke ontwikkeling. En dat laatste is wat we met het portfolio in beeld willen brengen. Ontwikkeling gaat op een daltonschool niet alleen om basisvaardigheden, maar ook om daltonvaardigheden als zelfstandigheid, samenwerken en reflecteren, als ook om de ontwikkeling van de eigen talenten. Het is een taak van de school om leerlingen eigen interesses en voorkeuren te leren ontdekken en te leren ontwikkelen.
Als dat alles de bouwstenen van portfolio’s zijn, wordt het kind in ontwikkeling zichtbaar gemaakt. De Cito-toets is een ‘hard’ instrument, maar als het gepersonificeerd wordt en jouw ontwikkeling, jouw persoonlijke lijn wordt, ingebed in hoe jouw brede ontwikkeling eruit ziet, dan wordt zelfs de Cito een ‘hart’-instrument. Dan leert het kind zijn eigen ‘leer’-kracht ontdekken.
Ons ideaal is in de nabije toekomst het rapport geheel te laten opgaan in het portfolio.
De leraren op de Albertine Agnesschool werken met ‘kindportretten’. We noemen dat een afdruk die een indruk achterlaat. Leraren reflecteren met behulp van portretten van leerlingen op de eigen talenten om onderwijsbehoeften in kaart te brengen en kindontwikkeling te begeleiden.
Leraren houden met leerlingen bij ons op school ook doelgesprekken met leerlingen. Het gaat daarbij om persoonlijke doelen van leerlingen en om schoolse leerdoelen. We baseren ons bij de schoolse leerdoelen nu nog wel op de doelen uit de methodes, maar we willen in de toekomst meer met bijvoorbeeld de referentieniveaus gaan werken. Vanuit de uitkomsten van deze doelgesprekken wordt er aan het portfolio gewerkt. Het mooie is dat we daarbij bovenbouwers inzetten om leerlingen in de onderbouw te helpen. Zij helpen tijdens portfolio-ochtenden bij het samenstellen van de portfolio’s, maar oefenen ook de portfoliogesprekken, zodat de jonge leerlingen goed voorbereid het portfoliogesprek met de eigen ouders ingaat. Zulke gesprekken gaan bijvoorbeeld over vragen als: waar heb je veel van geleerd? Waar ben je trots op? Wat vind je moeilijk? De oudere leerlingen geven de jongere ook complimentjes en die worden in het portfolio opgenomen.
Het ontwikkelen van de werkwijze rond het portfolio past in de lijn die we als school ingezet hebben. Ons schoolbestuur heeft gekozen om ontwikkelingen op haar scholen te stimuleren vanuit het gedachtegoed van onder andere Michael Fullan over ‘high performance schools’ en ‘deep learning’. De gedachte daarachter is leerlingen op te leiden tot succesvolle (wereld)burgers van morgen door te streven naar excellent onderwijs met de focus gericht op het ontwikkelen van talent en leerrendement. Toen we daar voor het eerst mee in aanraking kwamen, was onze eerste gedachte: dit is ‘gewoon’ dalton!
De ‘golden circle’-aanpak van Simon Sinek heeft ons op school daarbij geholpen. We hebben het afgelopen jaar uitgebreid over het ‘why’ gesproken: wat willen we voor een school zijn? Waartoe voeden we kinderen op en onderwijzen we ze?
Als daltonschool willen we onderscheidend zijn, een school zijn waar je als leerling en als leraar mag ervaren!
Fullan, M. & Langworthy, M. (2014). A Rich Seam. How New Pedagogies Find Deep Learning. Londen: Pearson.
Sinek, S. (2009). Start with why: how great leaders inspire everyone to take action. New York NY: Penguin Group.
Auteur en Beeld: Talia Hager is sinds 1 mei 2014 directeur van de pcbs Albertine Agnesschool in Leeuwarden. Informatie: t.hager@albertineagnesschool.nl.