Het ontstaan van de Dalton Vereinigung Deutschland (DVD) is onlosmakelijk verbonden met de daltonontwikkeling van het Gymnasium in de stad Alsdorf in Nordrhein-Westfalen. In dit artikel wordt beschreven hoe dalton op onze school vorm heeft gekregen en wordt ook de oorsprong van de Duitse Daltonvereniging belicht.
Naar aanleiding van internationaal vergelijkende onderzoeken naar kennis en vaardigheden van scholieren (zoals bijv. het PISA-onderzoek) zijn er op Duitse middelbare scholen en met name op de gymnasia veranderingsprocessen op gang gekomen waarbij de kwaliteit van de onderwijsopbrengsten ter discussie stond. Als gevolg hiervan onderzochten scholen nieuwe onderwijsconcepten die een meerwaarde konden bieden naast de voorgeschreven formele leerdoelen, als alternatief voor het zeer traditionele, klassikale onderwijs in Duitse middelbare scholen.
Als schoolleider had ik in januari 2003 een documentaire gezien over een school in Durham, Canada waar Norm Green1 vanaf de negentiger jaren het concept van coöperatief leren in de praktijk bracht. Ik was direct gegrepen toen ik zag hoe leerlingen volkomen zelfstandig aan het werk waren en hoe positief de pedagogische verhoudingen tussen leerlingen, docenten en ouders ervaren werden. Met een aantal collega’s ging ik in gesprek. We waren allemaal ontevreden over hoe het op school toeging: de overbelasting door de klassengrootte, de minimale mogelijkheden om het onderwijs zelf vorm te geven, de klassieke tweedeling van docent en leerling. We waren het al gauw met elkaar eens: de kern van ons onderwijs moest op de schop. Daarbij was het onderwijsmodel van het coöperatief leren van Norm Green een goede aanzet. Tegelijkertijd werd er in de nieuwe onderwijswet van de deelstaat Nordrhein-Westfalen het uitgangspunt vastgelegd dat elke leerling het recht op individuele ondersteuning heeft. Deze twee uitgangspunten (coöperatief leren en individuele begeleiding) zouden een structurele verandering van de onderwijspraktijk moeten bewerkstelligen. Ik nam contact op met het ministerie van Onderwijs in Nordrhein-Westfalen en sprak met een oud-collega daar over mijn voornemen om een nieuw onderwijsconcept te ontwikkelen. Het Ministerie ondersteunde mijn aanvraag en bracht mij in contact met de onderwijskundige Bab Kleekamp 2 uit Nederland.
In de gesprekken met hem over zelfstandig en geïndividualiseerd leren enerzijds en samenwerkend leren anderzijds nodigde hij mij uit om een kijkje te nemen op het Spinoza Lyceum in Amsterdam. Op 21 mei 2004 was het dan zover: ik was te gast bij Bob Mol, de toenmalige rector van het Spinoza Lyceum, die met onvervalst Amsterdams accent in een voor mij moeilijk te begrijpen Duits sprak over ‘daltonopdrachten’ en ‘daltonuren’. Van de secretaresse kreeg ik een stapel ‘daltonplanners’, waar ik op dat moment absoluut niets mee kon beginnen. Na de lezing van Bob Mol kreeg ik in het ‘daltonuur’ een rondleiding door de school en ik zag in alle hoeken en gaten van het schoolgebouw leerlingen zelfstandig of samen aan het werk in een prettig leerklimaat. Ik was onder de indruk. Zou dat wat in Amsterdam mogelijk is, ook mogelijk zijn in Alsdorf? In hetzelfde jaar bezocht ik met een aantal collega’s ook het Stedelijk Dalton Lyceum in Dordrecht, waar Rien Mulder ons rondleidde. De volgende dag gingen we op de terugweg nog langs bij het Maurick College in Vught, waar Huub van der Linden en Fred van Herpen ons hartelijk ontvingen. De collega’s waren het met mij eens: dalton zou het nieuwe pedagogisch-didactische organisatiemodel voor onze school moeten zijn.
In het schooljaar 2005-2006 begonnen we met daltononderwijs in de bovenbouw, in de jaren daarna ook in de onderbouw en de middenbouw. In 2005 ontstond tevens een intensieve samenwerking met de Nederlandse Dalton Vereniging onder leiding van Dick van Hennik. Paul Hendriks en zijn collega Paul Goossen van Dalton Voorburg reisden naar Alsdorf om onze daltonontwikkeling te ondersteunen. De wisselwerking met de Nederlandse daltonpraktijk moest ons behoeden voor een mislukking van ons daltonexperiment. Dat had ik namelijk al gezien op andere scholen in Duitsland. Juist het delen van expertise en het gezamenlijk zoeken naar oplossingen leidde ertoe dat wij al in het najaar van 2008 gevisiteerd werden door de NDV. Het was een spannend moment: zouden wij als eerste school in Duitsland de Nederlandse daltonlicentie krijgen? Het visitatieteam (bestaande uit Johan Oort, Anna-Paulien Smits, Hein Stempels, Riet Piket, Paul Goossen en Paul Hendriks) was lovend over de wijze waarop wij het daltonconcept naar de Duitse onderwijspraktijk hadden vertaald.
De officiële uitreiking van de daltonlicentie door de NDV was een hoogtepunt, niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van de burgemeester en vertegenwoordigers van het ministerie van Onderwijs op deelstaat- en op landelijk niveau.
En onze daltonlicentie bleef niet onopgemerkt. Wij kregen verzoeken van scholen uit alle delen van Duitsland of ze mochten komen kijken hoe dalton in de praktijk werkt. De uitreiking van de ‘Deutscher Schulpreis’ in 2013 heeft dit nog eens versterkt. Sinds september 2014 hebben wij 18 lezingen gehouden in Duitsland en hebben meer dan 300 onderwijscollega’s uit het hele land onze school bezocht! Om aan alle verzoeken te kunnen voldoen en ook om het daltononderwijs in Duitsland een officiële status te kunnen geven, hebben wij de DVD (Dalton Vereinigung Deutschland) opgericht. We hebben zelfs het merk ‘daltonschool’ volgens Duits recht kunnen vastleggen. De NDV heeft ons geholpen om het kwaliteitsbeleid en de licentieverlening te borgen. Twee collega’s van onze school hebben ook deelgenomen aan visitaties van daltonscholen in Nederland.
Momenteel zijn 13 gecertificeerde daltonscholen (zowel po als vo) lid van onze vereniging en er zijn 28 persoonlijke lidmaatschappen. Nog niet zoveel als de NDV, maar we bestaan dan ook maar net.
De DVD houdt inmiddels tweejaarlijks een landelijk congres. In 2012 vond het eerste congres plaats in Alsdorf.
Er zijn veel scholen die op dit moment met het daltonplan werken en experimenteren. Maar ook hier is de weg naar onderwijsvernieuwing niet geplaveid, de praktijk is vaak weerbarstig.
Collega’s proberen perfectie te bereiken, terwijl je juist met beide benen op de grond moet blijven staan en moet kunnen beschikken over een flinke portie relativeringsvermogen. Docenten en schoolleiding moeten daltononderwijs altijd pragmatisch invullen vanuit de eigen context. Verantwoordelijkheid nemen is inherent aan het mogen maken van fouten en van fouten maken leer je: dan vindt er groei plaats en ontstaat er een organisatie die is gericht op de ontwikkeling van leerlingen en medewerkers. Een van de kenmerken van een open en lerende schoolcultuur is dat leerlingen en medewerkers worden gevormd door wat ze doen in plaats van wat ze zijn. Het leren van fouten, het luisteren naar elkaar, het elkaar aanvullen, het denken in oplossingen zijn voorbeelden van gedrag die passen in een professionele daltonomgeving.
In Duitsland zijn ouders niet altijd direct overtuigd door de uitgangspunten van daltononderwijs. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ze meer conservatief van aard zijn als het om onderwijs gaat. Ze kiezen dan eerder voor het traditionele, klassikale onderwijs in plaats van onderwijs, waarin leerlingen de ruimte krijgen om te experimenteren.
Daltononderwijs kan zich alleen optimaal ontwikkelen als de schoolleiding het primaire proces actief ondersteunt. Dalton is niet alleen een organisatievorm, maar een pedagogische leefwijze. Dalton moet door de schoolleiding (voor)geleefd worden.
“All the difficulties that harass the teacher are created by the unsolved difficulties of the pupils”, schreef Helen Parkhurst in 1922. De directe ontmoeting tussen docent en leerling is het hart van het onderwijsproces. Dat is altijd een spannende situatie. Helen Parkhurst noemt dit het sociologisch laboratorium, omdat o.a. van de docent wordt verwacht dat hij zich verdiept in de psychologie van de leerling en in de maatschappelijke ontwikkelingen. Zo gezien moet daltononderwijs altijd bestand zijn tegen welk tijdsgewricht ook. Dalton is en blijft modern!
1 Meer informatie over Norm Green: http://greeninstitut.squarespace.com/norm-und-kathy-green.
2 Bab Kleekamp (Universiteit van Amsterdam) schreef in 1993, samen met Per Dalin en Hans-Günter Rolff het boek Changing the school culture.
Auteur: Wilfried Bock is rector van het Dalton Gymnasium Alsdorf (www.gymnasium-alsdorf.de) en mede-oprichter van de Dalton Vereinigung Deutschland (http://dalton-education.eu). Met dank aan Paul Hendriks voor de vertaling