Dankzij het project Observe, compare and improve (Observeren, vergelijken en verbeteren), gefinancierd door Erasmus+, bezochten wij (Patrizia Barbuto en Bernadette Ferlazzo) dit najaar Nederland, waar we te gast waren op de daltonschool De Gondelier in Amersfoort. Het doel van dit project is de mobiliteit van onderwijsgevend personeel mogelijk te maken, in ons geval voor een periode van twee maanden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid gekregen om onze lesgevende taak te ´schaduwen´ in het buitenland, met als doel: verbetering van de kwaliteit van het leren en onderwijzen door vergelijking met verschillende Europese praktijken.
Vorig jaar werd het contact met de gastschool gelegd met behulp van het eTwinning platform. Wij hebben ervoor gekozen kennis te maken met een bijzondere aanpak in Nederland: het daltononderwijs.
Toen in juni ons project werd geselecteerd uit de vele inzendingen, ontdekten we dat het daltononderwijs in Nederland een groot succes is. Dit was voor ons de reden om scholen te bezoeken, waar volgens dezelfde benadering gewerkt wordt en dat alles om een duidelijker idee te krijgen hoe het daltononderwijs functioneert. De keuze viel op het Spinoza Lyceum in Amsterdam, de Gooise Daltonschool en de Lorentzschool in Hilversum.
We hebben het werk in de klassen kunnen observeren, de dagelijkse routine van het schoolleven mee kunnen maken en met leraren en leidinggevenden mee kunnen lopen. Dat betekende voor ons een bron van verrijking. Ondanks de eigenheid van de verschillende scholen zien we overeenkomsten tussen de scholen. Het zijn alle gastvrije omgevingen waar leerlingen zich vrij kunnen bewegen, waar ze spelenderwijs leren en zelfstandig werken en ook als groep samen op hetzelfde moment activiteiten hebben.
Voor ons zijn de mate van onafhankelijkheid en het gevoel van verantwoordelijkheid ´focus points´ van de daltonmethode. Veel Nederlandse collega’s hebben ons geholpen te begrijpen hoe deze autonomie zich geleidelijk ontwikkelt in een daltonschool.
Het is zo anders dan bij ons in Italië! Onze methode is zeker meer traditioneel, op basis van volgeladen programma’s en vol basisprincipes; alle uitgevoerd in kleine klaslokalen vol leerlingen en met ´armoedig´ materiaal en meubilair.
Ook de rol van de Italiaanse leraar verschilt van die in Nederland. De Italiaanse leraar geeft niet alleen korte uitleg, maar ook vanaf zijn stoel lezingen die wel een uur kunnen duren. Hij biedt de leerlingen inhouden aan die zij moeten leren, zich eigen maken en uitwerken. Ondersteuning van de leraar, altijd bereid om verdere uitleg en antwoorden te geven (er zijn geen stoplichten!) is van fundamenteel belang voor het leren van de leerling. In Italië vindt de instructie gedurende de hele ochtend plaats, terwijl we in het Nederlandse daltonrooster zagen dat de instructie vaak slechts vijftien minuten omvat, die vooral aan het begin van de les wordt gegeven.
Nu de fundamentele beginselen van de daltonmethode voor ons duidelijk zijn geworden – verantwoordelijkheid (die later leidt tot vrijheid), samenwerking en zelfstandigheid –, vinden we het lastig hoe we deze ideeën moeten combineren met de programma’s die door óns ministerie worden voorgeschreven.
Terug in Italië zullen we zeker kleine wijzigingen in onze onderwijsstijl aanbrengen, onze studenten meer bewust maken van hun mogelijkheden (zie uw bereikte niveau), meer autonomie in leren geven en meer aandacht schenken aan het verwerven van vaardigheden zoals Europa dat vandaag de dag vereist.
Tot slot willen we gebruik maken van de gelegenheid om onze tutor, collega’s en leidinggevenden te bedanken die ons genereus hebben geholpen tijdens ons Nederlandse avontuur.
Auteurs en Beeld: Patrizia Barbuto en Bernadette Ferlazzo zijn leraren op de I.C. Manzoni Dina e Clarenza in de plaats Messina op Sicilië, Italië.
Vertaling uit het Italiaans: Marja Out