Daltononderwijs kan als concept worden uitgewerkt met behulp van uiterlijke,waarneembare kenmerken en opvraagbare ideeën en interpretaties van leerkrachten. Onder andere door scholen te visiteren kan worden nagegaan welke kenmerken en opvattingen dit zijn. Daarmee is vast te stellen hoe het daltononderwijs in een school is gerealiseerd. In feite stel je daarmee vast dat er een middel is gecreëerd, dat tot doel heeft iets …hogers – tja, wat dan? – te bereiken. Laten we dat hoger gelegen doel de opbrengst of de meerwaarde van daltononderwijs noemen. Mijn standpunt is dat daltonscholen net als alle andere scholen de opdracht hebben om kinderen taal en rekenen bij te brengen, maar dat daarnaast, door middel van daltononderwijs, extra opbrengsten verwacht mogen worden. Om welke opbrengsten of meerwaarde gaat het hier? Dit artikel beschrijft een eerste aanzet tot onderzoek naar de meerwaarde van daltononderwijs.
Tijdens een studie naar kenmerken van daltononderwijs kwam een aspect naar voren, dat in de literatuur werd aangeduid met begrippen als ‘zuurdesem’, ‘geest’, ‘life and spirit’, ‘essentie’ en ‘influence’. Dit werd toevalligerwijs versterkt door een uitspraak van een ervaren daltoncollega, die er op wees dat ‘losse daltonaspecten gebruiken … nog lang geen daltonschool [geeft]. Het is juist de chemie tussen de diverse aspecten die ons tot echte daltonianen maakt…’.Deze connotaties attenderen op de in daltonkringen gangbare opinie, dat daltononderwijs in de eerste plaats een allesomvattende benadering van onderwijs en leren impliceert, die nooit helemaal kan worden beschreven in concreet waarneembare en meetbare uitspraken. ‘Daltonianen zijn er van overtuigd dat dalton geen voorgeschreven systeem moet zijn, maar in navolging van Parkhurst een ´influence´. Deze influence is volgens de leden [van de Daltonvereniging] niet te vangen in een matrix of sjabloon en is niet te standaardiseren’ (Nederlandse Dalton Vereniging, 2007). Dit wijst erop dat onderwijsgevenden in daltonscholen de waarde van daltononderwijs als een vorm van beïnvloeding (influence) zien, die verder reikt dan het toepassenvan bepaalde werkvormen en het hanteren van bepaalde pedagogische uitgangspunten. Deze influence, of meerwaarde lijkt een vorm van culturele duiding; betekenisgeving door leden van een specifieke groep (hier: dalton´kenners´) aan een verschijnsel dat binnen die groep van waarde wordt geacht (Staessens, 1991). Schein (1985) noemt dit ‘basic assumptions and beliefs that are shared by members of an organization… ´.Welnu, als vanuit meerdere invalshoeken wordt beweerd dat dalton ons beïnvloedt, dan is het verleidelijk om aan te nemen dat deze beïnvloeding bestaat. Toch moet eerst worden nagegaan of deze aanname juist is en daarnaast vraag ik me af: wat is die invloed, welke effect heeft deze invloed en mag dit effect de meerwaarde van dalton genoemd worden?
Deze overwegingen gaven aanleiding tot de volgende onderzoeksvragen:
1. In hoeverre veronderstellen daltonleraren dat daltononderwijs een meerwaarde heeft?
2. Wat de inhoud is van deze meerwaarde?
Met behulp van een digitale vragenlijst is aan leerkrachten, daltoncoördinatoren en schoolleiders van beginnende en ervaren daltonscholen gevraagd wat voor hen het wezenlijke van daltononderwijs is.Met een cijfer van 0 (absoluut oneens) tot 3 (absoluut eens) konden respondenten aangeven hoe zij denken over daltononderwijs; reagerend op de stelling ‘Daltononderwijs is méér dan een verzameling activiteiten waarmee de leerkracht leerlingen stimuleert tot zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid.’ Daarnaast werd men gevraagd zijn antwoordoptie toe te lichten.
Het eerste deel van de vraagstelling was bedoeld om na te gaan in hoeverre respondenten zich herkenden in het veronderstelde fenomeen van een meerwaarde.Het tweede deel van de vraagstelling was bedoeld om inhoudelijke gegevens te verkrijgen, die meer inzicht zouden kunnen bieden in de achterliggende (daltonculturele) betekenis van zo´n eventuele meerwaarde.
De vragenlijsten zijn in 2010 uitgezet onder de 341 basisscholen die in juni 2009 geregistreerd stonden als NDV-lid. Er is gereageerd door schoolleiders, daltoncoördinatoren en leerkrachten van 100 daltonscholen – als onderdeel van de landelijke daltonpeiling – en daarnaast door een aantal individuele daltoncollega´s.
Voor het beantwoorden van de eerste enquêtevraag is gebruik gemaakt van het databestand van genoemde 100 scholen (300 leerkrachten en 100 managementleden).
Voor het beantwoorden van de tweede enquêtevraag is gebruik gemaakt van de inhoudelijke reacties van 419 personen, werkzaam in het daltononderwijs.
In tabel 1 is weergegeven in hoeverre 400 respondenten uit de praktijk van het daltononderwijs van mening zijn dat daltononderwijs méér is dan een verzameling activiteiten waarmee de leerkracht leerlingen stimuleert tot zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid. 63,5% van alle respondenten is het absoluut eens met de stelling; ruim 34% is het er grotendeels mee eens. Opgemerkt dient te worden dat deze uitkomst slechts een indicatie is van hoe over dit onderwerp wordt gedacht. Toch kan wel uit dit resultaat worden geconcludeerd dat er in het daltonwerkveld brede ondersteuning bestaat voor de veronderstelling dat daltononderwijs een zekere meerwaarde heeft.
3.2 Wat is de meerwaarde van daltononderwijs?
In een vervolgvraag is verzocht om de reactie op de stelling toe te lichten met een inhoudelijke beschrijving van de vermeende meerwaarde van daltononderwijs.Van de 419 ingekomen reacties bleken acht bijdragen dubbel te zijn ingezonden en 28 toelichtingen waren ongeldig, omdat zij inhoudelijk niet aansloten op de gestelde vraag, de stelling min of meer herhaalden, of niet waren ingevuld. Voor de verwerking is gebruik gemaakt van 383 geldige reacties (91% van de respons).
De analyse en verwerking van de respons is als volgt uitgevoerd:
1. Van elke bijdrage is bepaald welke eigenschap, welk kenmerk of aspect in de tekst het meest wordt benadrukt. In een aantal gevallen kwamen meerdere kenmerken naar voren.
2. Voor elk nieuw aangetroffen kenmerk is een nieuwe categorie geopend en voorzien van een code.
3. De (genummerde) bijdragen werden gelabeld met de betreffende categoriecodes. Ook werd het nummer van de bijdrage onder de categorie genoteerd.
4. Uit 15 bijdragen kon geen specifieke eigenschap (of categorie) worden bepaald. Deze bijdragen bevatten opmerkelijke uitspraken over daltononderwijs – zonder daarbij op een bepaalde meerwaarde te wijzen -, of waren vooral bedoeld als kritische kanttekening.
Voorbeelden van dergelijke uitspraken zijn:
opmerkelijk: ‘Daltononderwijs komt van de leerlingen. Niet van de leerkrachten.’
kritisch: ‘Ze hebben het nodig op de vervolgschool maar voor sommige kinderen is daltononderwijs niet geschikt. Zij kunnen de zelfstandigheid niet aan.’
5. Tenslotte zijn 368 bijdragen verdeeld over 25 categorieën, die elk een specifiek element van daltononderwijs benadrukken. De categorieën zijn gerangschikt naar de mate waarin zij zijn aangetroffen.
De hoogst scorende categorieën zijn hierna vermeld in tabel 2. Na het rangnummer volgt de categorieomschrijving (de veronderstelde meerwaarde van daltononderwijs), met daarachter ter illustratie een exemplarische bijdrage van een respondent. De daaropvolgende kolommen vermelden het aantal bijdragen dat onder deze categorie is geregistreerd en het percentage ten opzichte van alle 383 bijdragen.
Tabel 2 bevat de vijf meest voorkomende categorieën. Deze 5 categorieën bevatten 61,1% van alle bijdragen. De overige bijdragen zijn verdeeld over 20 categorieën met percentages van 0,5% tot 7,6%. Als meest genoemde meerwaarde van daltononderwijs komen de volgende betekenissen naar voren:
Daarnaast viel op dat respondenten vaak verwijzen naar het allesomvattende karakter van daltononderwijs met woorden als: samenhang, totaal, geheel, totaalplaatje, geen kunstje, geen trucjes, cultuur.
Er zijn voldoende aanwijzingen gevonden voor de conclusie dat de meeste personen in het daltonwerkveld het daltononderwijs een betekenisvolle meerwaarde toekennen.
De meerwaarde van daltononderwijs dient allereerst te worden begrepen als het allesomvattende karakter van daltononderwijs. Het gaat er niet om dat daltonscholen zoveel mogelijk onderwijsactiviteiten uitvoeren die zijn voorzien van een dalton´sausje´ – het daltonkunstje doen -, maar men wijst op het belang van samenhang tussen de visie van leerkrachten op kinderen en onderwijs en hun handelen in de praktijk; de wisselwerking tussen gedrag en houding bij leerlingen en leerkrachten; het versterkende effect op motivatie, leergierigheid en verantwoordelijkheid, dat optreedt als leerkrachten tijdens verschillende activiteiten én in alle leerjaren hun leerlingen stimuleren tot eigen initiatief en interactie met medeleerlingen. Daarnaast ervaart men in scholen dat deze vormen van samenhang en wederzijdse beïnvloeding op hun beurt versterkend werken op de werksfeer in de school en contacten tussen ouders en schoolteam. Uit de resultaten kan geen eensluidende betekenis van de meerwaarde van daltononderwijs worden afgeleid. 25 verschillende interpretaties van deze meerwaarde zijn waargenomen. Dit geeft aan dat scholen hun eigen accenten leggen en dit bevestigd (willen) zien als gevolg van het feit dat ze daltonschool zijn.
Desondanks is meer inzicht ontstaan in aspecten, aandachtsgebieden en verwachte uitkomsten waarin de meerwaarde (opbrengst) van daltononderwijs zich lijkt te manifesteren. Aangenomen mag worden dat deze opbrengsten zich met name voordoen op het gebied van omgangsvormen en gedragsverandering bij het onderwijzen en het leren. Dit inzicht kan een bijdrage leveren tot de aanzet van empirisch onderzoek om de meerwaarde van daltononderwijs in de praktijk vast te stellen.
Auteur: Dick de Haan is daltonopleider aan de Hogeschool Utrecht. Hij doet promotieonderzoek naar het verband tussen daltononderwijs, schoolverbetering en de onderwijskwaliteit van daltonscholen.
De drie afgebeelde scholen in dit artikel behoren tot dezelfde scholenstichting, maar hebben ieder een eigen visie op daltononderwijs. (Alle foto´s: Martijn Bakker)