Vraag een daltonleerkracht uit te leggen wat daltononderwijs voorstaat en hij zal ongetwijfeld behalve vrijheid/verantwoordelijkheid en zelfstandigheid het principe samenwerken noemen. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Maar is dat wel zo? Was het dat ook al voor de grondlegster Helen Parkhurst? En wat komt er van samenwerken terecht in daltonscholen?
Samen werkend en samenwerkend hebben zeven auteurs de kernwaarde – zoals we tegenwoordig zeggen – samenwerken vanuit verschillende uitgangspunten onder de loep genomen.
Piet van der Ploeg stelt in het eerste hoofdstuk vast dat Parkhurst het samenwerken helemaal niet hoog in het vaandel had staan. In het onderwijs in het begin van de 20e eeuw was samenwerken geen usance. Parkhurst stond evenals tijdgenoten in die traditie. Samenwerken zette ze weliswaar als tweede principe neer, maar, stelt Van der Ploeg, gelet op de onderwijspraktijken van die dagen is het meer een principe op de tweede rang.
De ontwikkeling van het daltononderwijs heeft echter niet stilgestaan. In de eerste helft van de vorige eeuw (en ook nadien) experimenteerde men er lustig op los. Dat gold ook voor het samenwerken. Stond bij Parkhurst het individueel werken voorop, zij verhinderde het samenwerken niet. Werd het samenwerken lange tijd nog gezien als afkijken bij elkaar, waarvan je niks leert, zo evolueerde het naar een didactische werkvorm: leren van en met elkaar. René Berends schetst die ontwikkeling van een tweederangsprincipe naar een volwaardig daltonprincipe.
Is dat in de daltonpraktijk anno 2012 ook terug te zien? Hoe wordt samenwerken vormgegeven? En hoe wordt het geleerd? Dat onderzochten René Berends, Luuck Sanders, Hans Wolthuis en Symen van der Zee. Samenwerken blijkt van waarde. Het ‘mag regelmatig en moet af en toe’. Heden ten dage denkt de leerkracht na over de functionaliteit van de samenwerking.
Samenwerken is meer dan twee of meer leerlingen maar ‘even’ de opdracht geven iets samen te doen. Er komt heel wat bij kijken om samenwerking ook effectief te laten zijn. Patrick Sins licht tipjes van de sluier op en laat zien dat o.a. de samenstelling van de groep, kennis bij de deelnemers en hun perceptie en relatie, als ook de rol van de leerkracht van evident belang zijn voor de effectiviteit van de samenwerking.
En als deze hoofdstukken nog niet genoeg stof tot nadenken en discussie hebben opgeleverd dan legt Gijsbert Erkens in het laatste hoofdstuk nog wat kooltjes op het vuur.
Als de ervaren leerkracht kritisch kijkend naar zijn eigen werk dit boek ter hand neemt en zichzelf telkens weer de maat durft te nemen, dan zal het samenwerken in de groep er in kwaliteit zeker op vooruitgaan. Het is tevens een boek dat geschikt lijkt voor teams om de samenwerking van hun leerlingen als ook die van het team zelf op een studiedag centraal te stellen. De nog beginnende leerkracht zal beslist een meer omvattend beeld van samenwerken krijgen dan hij wellicht in eerste instantie had. Samenwerken is complexer dan het op het eerste gezicht lijkt.
Auteur: Paul Meuwese is lid van het dagelijks bestuur van de Nederlandse Dalton Vereniging.
Beeld: Saxion Dalton University Press