Omgaan met verschillen tussen leerlingen is in een groep 3 van een daltonschool vaak een lastige kwestie. Natuurlijk kan er in drie niveaus gewerkt worden, zoals de methode Veilig Leren Lezen mogelijk maakt, maar voor de ‘fine tuning’ in het afstemmen op behoeften, niveaus en tempo’s van alle leerlingen, is er meer nodig.
Op daltonbasisschool De Bongerd in Oldenzaal wordt er in de drie parallelgroepen 3 elke ochtend gestart met een inloop van 30 minuten. Tijdens die inloop gaan leerlingen aan de slag met gedifferentieerde activiteiten, ieder naar eigen behoefte en tempo en op eigen niveau.
De school heeft inmiddels drie jaar lang goede ervaringen opgedaan met deze werkwijze.
Het is een vrijdagochtend, een paar minuten voor half negen. Langzamerhand druppelen de eerste leerlingen binnen, de jas uit en rustig de klas in! Het stoeltje bij het eigen tafeltje wordt eerst op de grond gezet. Daarna lopen de leerlingen naar het digibord, waarop het werkschema voor de inloop al geprojecteerd staat. De leraar heeft verschillende hoeken en verschillende activiteiten in het werkschema opgenomen en elke leerling uit de groep daarbij ingedeeld, zodat iedere leerling een activiteit gaat doen die bij zijn niveau, behoeften en/of belangstelling past. De leerlingen zoeken hun eigen naam op het digibord en kijken wat de opdracht is die ze moeten gaan uitvoeren. Wanneer ze hun naam bij een activiteit gevonden en gelezen hebben, gaan ze of naar een van de computerhoeken om daar aan de opdracht te werken, of pakken ze de bak met werkmaterialen voor het eigen groepje, om daaruit de voor hen in de bak gestopte opdracht te pakken die op de eigen werkplek gemaakt gaat worden. In de groepsbakken zitten hun eigen schriftjes, boekjes en de te maken werkbladen. Enkele leerlingen komen aan de instructietafel zitten en zijn ingeroosterd voor een begeleide inoefenings- of instructieactiviteit met de leraar.
Op basis van toets- en observatiegegevens wordt er door de leraar voor elke leerling vooraf een plannetje gemaakt. Die plannetjes worden omgezet in het werkschema voor de dagelijkse inloop. Het kan daarbij om een leesactiviteit gaan, maar ook om een rekenactiviteit of om een schrijfactiviteit. Elke leerling krijgt een oefening op eigen niveau. Sommige leerlingen worden ingeroosterd voor een begeleide leesactiviteit aan de instructietafel.
Uiteraard worden de computers vooraf al opgestart, zodat de leerlingen meteen aan de slag kunnen. Aan het begin van het jaar moeten leerlingen tijdens de inloop maar één activiteit uitvoeren. Na januari worden dat twee activiteiten en is er dus in de inloop van een half uur een wisselmoment na vijftien minuten.
Voor de inloopactiviteiten worden computers in de hal en in de klas gebruikt. Er zijn twee computerhoeken met in totaal vijf computers. In de klas worden op de computers leesoefeningen gedaan. De computers in de hal worden voor de rekenoefeningen gebruikt.
De andere activiteiten voeren kinderen uit op de eigen werkplek in de tafelgroepjes. Daarvoor heeft elke tafelgroep een groene bak waarin het te gebruiken materiaal door de leraar vooraf is verzameld.
Stilleesboekjes kunnen tijdens de inloop geruild worden. De boekenkast staat op de gang, net buiten het klaslokaal. Wel heeft iedere leerling een lijst met te lezen boeken die voor hun niveau geschikt zijn. Daaruit mag gekozen worden, zodat er tijdens de inloop leeskilometers gemaakt worden.
Bij de leesactiviteiten gaat het onder meer om werkbladen, stillezen, begrijpend lezen, oefenen met Vlot en Veilig en leesoefening op de computer, bij de rekenactiviteiten om het maken van een werkblad uit de methode Wereld in Getallen en om rekenoefeningen op de computer, bij de schrijfactiviteiten om oefenschriftjes van de schrijfmethode. Later in het jaar krijgen de kinderen een schrijfschriftje waarin ze kleine versjes mogen naschrijven.
Bij de leraargebonden begeleide inoefenactiviteiten gaat het bijvoorbeeld om het automatiseren van de letterkennis en het lezen van wisselrijtjes uit Vlot en Veilig. Ook is er de mogelijkheid om de plus-kinderen wat extra uitleg te geven.
Niet alle tijd op een daltonschool hoeft, naar ons idee, ingezet te worden voor keuzeactiviteiten en samenwerkactiviteiten. Op De Bongerd zijn uiteraard ook dat soort activiteiten ruim ingepland. De inloop is echter bedoeld om leerlingen op een effectieve wijze te laten werken op eigen niveau en aan leerstof die extra geoefend moet worden.
Om die effectieve vorm van individualiseren te kunnen organiseren wordt er in de inloop weinig keuzemogelijkheid geboden. De leraar bepaalt tijdens dit oefenmoment wat er moet gebeuren. Leerlingen oefenen met leerstof die past bij hun individuele leerbehoeften. Voor de een is extra oefening nodig op rekengebied, voor de ander ligt dat op het leesgebied. Omdat de activiteiten zo persoonsgebonden zijn, wordt er individueel en zelfstandig gewerkt, al mogen leerlingen elkaar uiteraard tijdens de inloop wel om hulp vragen.
De organisatie van de inloop staat of valt met een goede voorbereiding. Alles moet aanwezig en klaar gezet zijn. De computers moeten opgestart zijn, maar als die voorwaarden vervuld zijn, loopt het vervolgens van zelf. De leraar is bezig aan de instructietafel, maar kan ook even een loopronde in de klas doen en leerlingen helpen.
Leerlingen moeten wel aan de werkwijze wennen, maar daarna gaat eigenlijk alles na een goede week als vanzelf. De werkschema’s van de vorige jaar zijn op de computer bewaard, zodat het maken van schema’s in volgende jaren minder tijd vragen.
Het organiseren van de inloop vergde wel wat voorbereidingstijd om met zes collega’s op school de opzet van de inloop door te spreken.
Het mooie van deze manier van organiseren van de inloop is dat er geïndividualiseerd kan worden in het aanbod en in het oefenen op het niveau waar leerlingen oefening nodig hebben, terwijl dat toch ook gevarieerd en zelfstandig uitgevoerd kan worden.
Auteur: Petra Morsink is lerares van groep 3 van daltonschool De Bongerd in Oldenzaal
Beeld: René Berends