De oudste daltonschool ter wereld staat in New York en bevindt zich ten oosten van Central Park in het bekende stadsdeel Manhattan. Helen Parkhurst was er de eerste directeur. De New York Dalton School bestaat uit een uit twee kasten van woonhuizen samengesteld pand in de East 91th Street – door het team liefkozend ‘little Dalton’ genoemd, met enkele honderden kinderen in de Kindergarten (onze kleutergroepen) en Grade 1, 2 en 3 (inderdaad: leerjaren 3, 4 en 5) – en een enorm, tien verdiepingen tellend, roodstenen gebouw in de East 89th Street – ‘big Dalton’, voor Grade 4 tot en met 12 (bovenbouw én voortgezet onderwijs). De gehele school telt zo´n 1300 leerlingen.
Bij een bezoek tijdens de herfstvakantie aan little Dalton werd uw redacteur vriendelijk ontvangen en rondgeleid door stafmedewerkster Amy Hikida. De inrichting van de school doet eerder denken aan een ouderwets kantoor dan aan een school, met trapjes omlaag en omhoog, kleine verstopte werkkamertjes en opeens een gezellig ingericht lokaal.
Elk leerjaar telt ongeveer 90 à 100 kinderen, verdeeld over houses van 16 tot 20 leerlingen, geleid door twee leerkrachten; de vaste onderwijzer/-es en een stagiair of een startende leraar. Veel lessen geeft de leerkracht zelf in de house-setting. House is vooral bedoeld om met de leerlingen te praten over hun ervaringen, hun vragen en ideeën en de manier waarop je je gedraagt en met elkaar samenwerkt.
Vanuit hun house gaan de leerlingen, soms met leerlingen van andere houses, voor specifieke activiteiten naar het lab, bijvoorbeeld voor kunst- en cultuurvakken, archeologie en bewegingsonderwijs, onder begeleiding van vakspecialisten. Naast house en lab wordt het Amerikaanse daltononderwijs gekenmerkt door de ‘assignments’, globaal te vergelijken met onze taak. Het ´assignment´ speelt in het ‘first program’ geen grote rol. Uiterlijke daltonkenmerken, zoals dagkleuren of een teken voor uitgestelde aandacht worden niet gebruikt. Oudere leerlingen maken bepaalde, uit diverse leeractiviteiten opgebouwde projecten, die later in het ‘second program’ in assignmentvorm worden aangeboden. De ‘assignments’ in het ‘third program’ worden vooral in de vorm van huiswerk uitgevoerd.
In een groepsgesprek met directeur Nora Elish en adjuncten Kelvina Butcher en Gillian Todd, de schoolleiding van het zogeheten ‘first program’ (het onderwijscurriculum van deze locatie), benadrukten zij de pedagogische waarde van de ideeën van Helen Parkhurst en hoe dat met name tijdens house vorm krijgt. Dalton biedt iets extra’s naast het gewone onderwijs. Nieuwe leraren volgen geen daltoncursus, maar worden in teamgesprekken en -trainingen aangemoedigd vanuit het pedagogische concept hun leerlingen te benaderen en begeleiden. Tegelijk blijkt dat – net als in Nederland – voor veel leraren het moeilijkst te zijn. Het gaat immers niet om de uiterlijkheden en organisatievorm – hoewel dat een krachtig hulpmiddel is –, maar je moet als leraar kunnen ‘loslaten’; de leerling minder afhankelijk van jou durven maken en zo de ontwikkelingsruimte te bieden om zichzelf te leren kennen.
Hoewel de New York Dalton School tot de ‘progressive schools’ wordt gerekend, maakt hij geen deel uit van het Progressive Education Network. De tientallen scholen in dit netwerk hanteren evenwel vergelijkbare pedagogische uitgangspunten en sommigen zouden daarom misschien ook wel daltonschool genoemd
kunnen worden.
Berends, R. (2011). Helen Parkhurst. Grondlegster van het daltononderwijs. Deventer: Saxion Dalton University Press.
http://www.dalton.org/information
Semel, S.F. (1992). The Dalton School: the transformation of a progressive school. New York: Peter Lang Publishing, Inc.
Beeld: Dick de Haan