De ontwikkeling van een nieuwe vo-school. Marja Out in gesprek met Sandra van Dalen en Hans van Dokkum.
Vanaf augustus 2014 bestaat het Haarlemmermeer Lyceum uit twee locaties: één met een regulier aanbod voor mavo, havo en vwo, waaronder tweetalig onderwijs en LOOT (topsport) en een tweede, nieuwe locatie op de zuidrand met daltononderwijs, regulier onderwijs en LOOT voor havo en vwo. In dit artikel wordt beschreven hoe de ontwikkeling naar daltononderwijs in gang is gezet.
Het Haarlemmermeer Lyceum werd in 1959 opgericht als openbaar lyceum in de gemeente Haarlemmermeer. Na verhuizing in 2004 naar een nieuw gebouw in een Vinex-wijk van Hoofddorp, bedoeld voor 850 leerlingen, groeide de school in korte tijd naar 1950 leerlingen. Deze verdubbeling van het leerlingaantal wordt tot op heden met aanbouw en tijdelijke behuizing opgevangen.
Vier jaar geleden ging de school met de gemeente en het bestuur in gesprek. Er kon op de huidige locatie niets meer bijgebouwd worden en er werd gepleit voor een nieuwe tweede vestiging. Bovendien werd voorgesteld om hier te gaan werken volgens het daltonconcept. Het uitgangspunt daarbij is, omdat de huidige school een veelzijdig profiel heeft met tweetalig onderwijs, LOOT en het Junior Studiehuis, dat zo´n nieuwe vestiging de mogelijkheid biedt om met een duidelijk andere onderwijsvisie te gaan werken, een overzichtelijke ´knip´ voor personeel en leerlingen.
Het Haarlemmermeer Lyceum locatie Zuidrand zal de eerste schoollocatie worden in de Haarlemmermeer met een pedagogisch-didactisch concept dat afwijkt van de andere vier scholen voor voortgezet onderwijs in de Haarlemmermeer. “140.000 inwoners en geen enkele vernieuwingsschool? Dat kon anders,” aldus Hans van Dokkum, rector van het Haarlemmermeer Lyceum.
Daltononderwijs sluit goed aan op het eigen ‘Junior Studiehuis’-concept in de onderbouw (klas 1 t/m 3). Aankomende brugklasleerlingen kunnen kiezen om deel te nemen aan het Junior Studiehuis. In het Junior Studiehuis hebben leerlingen meer verantwoordelijkheden dan in het reguliere onderwijs aan het Haarlemmermeer Lyceum. Ze organiseren bijvoorbeeld zelf hun schoolkamp in klas 2 en 3, leveren een bijdrage aan de projectweken en hebben keuzewerktijd. Maar bij deze zelfontwikkelde onderwijsaanpak mist de school een gesprekspartner, een collega-school met dezelfde benadering. “Het is je eigen gepiel. Je bent afhankelijk van de mensen die de kar willen trekken. Door dalton kun je ook naar buiten kijken en leren van anderen. Daltononderwijs levert een vangnet én een netwerk”, aldus Hans van Dokkum.
Het personeel reageerde positief op het voorstel om daltononderwijs in te voeren, maar er moet nog wel wat gebeuren voordat de echte daltongeest is ingedaald. “Dalton past bij deze tijd. Het is nog wel een dingetje om het waar te maken. We zijn een daltonschool in ontwikkeling.”
Een belangrijk aandachtspunt is welke personeelsleden mee gaan naar die nieuwe school met dat nieuwe onderwijsconcept. Vooralsnog wordt uitgegaan van de collega´s van het Junior Studiehuis. Inmiddels is er een projectgroep dalton, die ook enthousiast is. De mensen van het Junior Studiehuis en van de daltonprojectgroep zijn de stakeholders en die moeten het kringetje vergroten binnen de school. De groep eerstegraders is niet zo groot en het personeel is flexibel. Daarnaast wordt er gekeken wat er nodig is per locatie. Je hebt ervaren en nieuwe docenten en voor de locatie Baron de Coubertinlaan, waar regulier onderwijs verzorgd wordt, zijn tto’ers nodig; docenten die Engels kunnen spreken. Ook dient de kwaliteit gewaarborgd te worden. Mensen moeten zich conformeren aan het profiel. Tegelijk kan niet met ieders persoonlijke voorkeur rekening worden gehouden.
Voor de meeste leerlingen is het feit dat ze naar een daltonlocatie gaan niet zo interessant. Ze gaan naar een ander gebouw. Het verdelen van de leerlingen over de twee locaties is meer een issue dan de overgang naar daltononderwijs. Of vrienden meegaan, is het belangrijkst.
Eerste ideeën over de vormgeving van dalton zijn er al. Sandra: “Er komt een daltonband in het rooster, waarin de leerlagen les krijgen door elkaar heen. Het Junior Studiehuis en de keuzewerktijd is vertrekpunt in de onderbouw. Met ingang van het nieuwe schooljaar wordt keuzewerktijd ingezet in de bovenbouw, startend met de vierde klas. In 2015 volgt de vijfde en daarna komt de zesde erbij. De school start met één daltonuur per dag volgens een 45-minutenrooster. De wens is op termijn over te kunnen stappen naar bijvoorbeeld 70 minuten. Dan kun je leerlingen ook in de ‘gewone’ lessen meer ruimte geven voor hun eigen plan”.
“In het Junior Studiehuis wordt al gewerkt met planners en werkwijzers, die overgezet kunnen worden naar het daltonmodel. Een groep docenten bereidt dit voor en schrijft aanbevelingen voor de school”.
“Het nieuwe gebouw is ontworpen voor daltononderwijs; compact met een middendeel met studieplekken. Er zijn veel it-voorzieningen. Buiten de lokalen zijn er werkplekken voor leerlingen. Het nodigt uit om daar met je tablet te gaan werken. Leerlingen in het Junior Studiehuis hebben een pilot met laptops gehad. Volgend jaar gaat de school starten met tablets in het eerste leerjaar.
Intussen werkt de school toe naar de daltonlicentie, onder coördinatie van een daltonwerkgroep. Recent is een studiedag met daltonworkshops georganiseerd voor een groot deel van het personeel. Ook wordt nagegaan in hoeverre de huidige lespraktijk kan worden afgestemd op dalton en bereidt de schoolleiding de visitatie voor. Zodra duidelijk is welke docenten er naar de Zuidrand gaan, zal de eerste daltonscholing worden ingezet”.
Wat is jullie droom? Wat wil je met deze school bereiken? Sandra heeft altijd in het reguliere onderwijs gewerkt. Eerst als docent aardrijkskunde, daarna als teamleider en vervolgens als conrector. “In de onderbouw zie je leerlingen die heel zelfstandig binnenkomen en dat leer je ze vervolgens af.” Dat ergert haar. “Ook de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw is een groot probleem. De leerlingen zijn niet zelfstandig genoeg en kunnen niet met verantwoordelijkheden omgaan.”
Kijkend in de toekomst gelooft de school heel erg in de werkwijze die op daltonleest is geschoeid. Leerlingen leren hoe je verantwoordelijkheden neemt, hen vertrouwen geven en hen daarin begeleiden. Dat doet recht aan de ontwikkeling die elk individu doormaakt. Ook de docent als coach en kennisoverdrager kan heel veel betekenen hiervoor.
Het is ergerlijk dat brugklassers in het regulier onderwijs heel zelfstandig binnen komen en dat vervolgens wordt afgeleerd. Bij de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw doet zich het probleem voor dat leerlingen niet zelfstandig genoeg blijken en ze niet met verantwoordelijkheden kunnen omgaan.
Verwacht wordt dat leerlingen door de daltonaanpak beter gaan presteren, niet alleen in hun examenresultaten, maar ook in competenties als samenwerken, plannen, reflecteren en kritisch zijn op jezelf. Leerlingen zullen al werkende weg die vaardigheden opdoen en leren te reflecteren op hun gedrag. Op het moment dat een leerling efficiënt werkt kan hij of zij zelf uitmaken wat nodig is aan extra’s of juist niet.
Voorlopig heet de school Haarlemmermeer Lyceum, locatie Zuidrand. Het is Sandra´s wens dat daar in de toekomst een school staat waar dalton geen keuze is, maar de enige mogelijkheid.
Auteurs: Sandra van Dalen en Hans van Dokkum zijn schoolleiders van het Haarlemmermeer Lyceum in Hoofddorp.
Beeld: Marja Out