In Rotterdam vat kort na de Tweede Wereldoorlog een daltonschool het plan op om zich te vernoemen naar Helen Parkhurst. Als de school Parkhurst hierover informeert, leidt het contact ertoe dat Parkhurst ‘haar’ Helen Parkhurstschool zelf komt bezoeken.
De oorlogsschade en de babyboom na de bevrijding zorgen ervoor dat er in Rotterdam rond 1950 in korte tijd verschillende noodscholen gebouwd worden. Ook de Vierde openbare daltonschool aan Noorderhavenkade 20D wordt in zo’n noodgebouw gevestigd. Het schoolhoofd, Van der Geer, besluit met zijn team en de oudercommissie de school te vernoemen naar de grondlegster van het daltononderwijs.
“Such recognition is usually bestowed after one is dead,” is Parkhursts reactie. Ze voelt zich vereerd en na een levendige correspondentie besluit ze polshoogte te komen nemen. Het mag geen vakantiereisje worden: “I do like a heavy program,” schrijft ze de NDV.
Op 23 april 1952 landen Parkhurst en Dorothy Luke op Schiphol. De dag daarna volgt een officiële ontvangst op het stadhuis, waarna Parkhurst ‘haar’ school bezoekt.
Parkhurst wordt door 200 leerlingen, opgesteld in een dubbele rij, met Amerikaanse, Nederlandse en Rotterdamse vlaggetjes onthaald. “Adorable little blonds presented both of us with lovely bouquets and sang songs of welcome in English with that precise articulation used in an unfamiliar tongue,” schrijft Luke daar later over.
Uiteraard zijn de gebruikelijke hoogwaardigheidsbekleders van de partij. Er zijn maar liefst vier inspecteurs present, als ook de consul-generaal en de cultureel attaché. De Wereldomroep doet verslag. Helaas zijn de geluidsbanden gewist. Een Amerikaanse journalist van NBC-radio in New York maakt opnames voor de uitzending over het bezoek op 17 augustus.
Parkhurst is vol bewondering over het schoolgebouw, vol licht en kleur. De goed geoutilleerde lokalen met verplaatsbaar meubilair vindt ze ingericht als ‘educational laboraties’. Aandachtig bekijkt ze de werkstukken, die in groepsverband gemaakt zijn rond belangstellingskernen. Later die week bezoekt ze de school nogmaals met het doel om het onderwijs wat intensiever te observeren en om de vorderingen in het werk te bekijken.
Parkhurst houdt die week lezingen in Museum Boymans, in de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en in de Dalton-hbs in Den Haag. De organisatoren van de NDV krijgen vele honderden briefkaarten en brieven met verzoeken voor entreebewijzen.
Als Parkhurst terugkijkt op het bezoek, stelt ze: “It was a wonderful experience with ideas and new friends who do not seem new.” Ze is vol lof over wat ze gezien heeft. Tegen haar Engelse vriendin, Belle Rennie, zegt ze dat Nederland “the last word in perfection” spreekt!”
De voorzitter van de NDV, Timmers, stelt na afloop dat ze niet als propagandiste was gekomen om een stelsel of systeem uit te dragen, maar als draagster van een ideaal. Hij tekent ook Parkhursts bekende uitspraak op: “Dalton is no method, no system. Dalton is an influence!”
De Helen Parkhurstschool bestaat niet meer. In 1966 wordt de noodschool gesloten en worden de leerlingen ondergebracht bij de Prof. Casimirschool.
Luke, D. Rawls (nd), Oasis for children (unpublished typoscript), deel 2, hoofdstuk 7.
Parkhurst, H. (1952). Brief aan Van Willigen, 9-7-1952.
Timmers, D.J.E. (1952). Helen Parkhurst in Nederland. Dalton 4, 3-4, 17-20.
Zorn, J.H. (1953). Miss Belle Rennie. Dalton 5, 2, 12-13.
Auteur: René Berends