Bij onderzoekend leren staat een kritische, probleemoplossende en onderzoekende houding van leerlingen centraal. Leerlingen krijgen een (maatschappelijk) probleem voorgelegd en gaan al onderzoekend op zoek naar een passende oplossing. De leraar heeft tijdens het onderzoekend leren geen leidersrol, maar juist de leerling. De vraag is hoe onderzoekend leren geïmplementeerd kan worden in het (dalton)onderwijs. In dit artikel wordt kort beschreven wat onderzoekend leren is en hoe het mogelijk te implementeren is binnen een (school)organisatie.
Waarom past onderzoekend leren bij het daltononderwijs? Onderzoekend leren is niet alleen maar iets van deze tijd, iets dat bijvoorbeeld alleen past bij eenentwintigste- eeuws onderwijs. Ook in Parkhursts tijd en op haar eigen daltonschool in New York was onderzoekend leren als didactische werkwijze bekend en veel gebruikt. In de jaren ’30 heeft zij haar leerlingen bij vormen van projectonderwijs vaak op onderzoek uitgestuurd. Zo liet zij haar leerlingen bijvoorbeeld het leven in New York in elitewijken vergelijken met die in een achterbuurt. De leerlingen onderzochten hoe de mensen in deze verschillende omgevingen leefden en wat de verschillen waren tussen hun thuissituaties (Berends, 2011). De vergelijking met Parkhursts tijd is interessant. Ook in de tegenwoordige tijd willen we dat leerlingen kritisch gaan kijken naar de wereld om zich heen en vinden we het van belang dat leerlingen zelf onderzoeksvragen opstellen. Door dicht bij de belevingswereld van de leerlingen te blijven kunnen ze beter tot vragen komen en kunnen zij in een later stadium kijken naar complexere vraagstellingen.
Waarom maakt een daltonschool een keuze voor onderzoekend leren en wat wil zij bereiken? Implementaties van onderwijsinnovaties beginnen altijd met een stevige basis. Om een innovatie te laten slagen is het van belang dat er goed nagedacht wordt over de visie, het belang, het plan, de middelen en de competenties. Alleen wanneer alle elementen aanwezig zijn zal er een gefundeerde verandering plaats vinden (Knoster, 1991, zoals beschreven in Schakels in de school 2011). Of een innovatie nu vanuit de directie komt of vanuit het team, in beide gevallen moet er een compleet plan zijn, zo moet het doel duidelijk zijn voor eenieder. Wanneer een verandering niet bestaat uit de bovengenoemde elementen (afbeelding 1), zal er verwarring, chaos, weerstand, frustratie of angst ontstaan. Tachtig procent van de innovaties mislukt doordat ze niet voldoende doordacht zijn.
Wat is onderzoekend leren? Bij onderzoekend leren wordt er gebruik gemaakt van een onderzoekscyclus (afbeelding 2). Binnen deze cyclus wordt er van de leerlingen verwacht om op verschillende manieren naar een probleem te kijken, waarbij leerlingen door de leraar gecoacht in plaats van gestuurd worden. Opvallend bij jonge kinderen is dat zij snel en vlot willen handelen om een oplossing te bedenken. Hierbij is vaak te zien dat leerlingen direct iets gaan maken of tekenen om tot een oplossing te komen, maar het probleem vaak onvoldoende onderzoeken.
Door gebruik te maken van de onderzoekscyclus (Radboud Universiteit 2009), worden leerlingen uitgedaagd om diepgaander te kijken naar het probleem. Dweilen met de kraan open lost het probleem niet op. Tijdens onderzoekend leren is het daarom van belang dat de leraar leerlingen coacht tijdens het proces en niet stuurt. De leerling trekt het plan voor het onderzoek, de leraar stuurt de leerling bij waar nodig. Zo kan ervoor gezorgd worden dat de leerling niet alleen kijkt naar een oplossing, maar juist naar het probleem zelf.
Onderzoekend leren implementeren. Onderzoekend leren kan op verschillende manieren binnen de school ingezet worden. Elke school moet keuzes maken over wat voor hen de beste manier is om te werken. Zo kan er gekozen worden om onderzoekend leren in te zetten binnen projecten voor het meer- en hoogbegaafdenonderwijs, in de volledige school, in de bovenbouw, op verschillende niveaus of bijvoorbeeld alleen binnen de technieklessen. Een school zal hieruit een keuze moeten maken welke wijze het beste bij hun onderwijs past. Als voorbeeld neem ik mijn eigen school, daltonbasisschool De Droomspiegel te Almere (500 leerlingen). In onze onderwijsvisie is het belangrijk dat leerlingen kritischer naar de wereld om zich heen gaan kijken. Daarnaast willen wij dat onze leerlingen sterker worden in de vaardigheden rond wetenschap en techniek. Wij hebben hiervoor gekozen, omdat de basisscholen in 2020 moeten voldoen aan het techniekpact (Techniekpakt.nl). Binnen de wetenschap wordt gewerkt met een empirische cyclus, daarom leek voor ons de combinatie van onderzoekend leren, wetenschap en techniek een goede manier om aan onze visie te gaan werken. Binnen de techniek zijn er immers veel probleemstellingen te bedenken waarbij leerlingen kunnen werken aan hun probleemoplossend vermogen. Hierbij kunnen zij hun blik naar de wereld om zich heen verder vergroten en zich verder oriënteren op de wereld. Op De Droomspiegel hebben we ervoor gekozen om op verschillende niveaus schoolbreed aan onderzoekend leren te gaan werken. Dit wordt gedaan volgens het groeimodel.
Het groeimodel van onderzoekend leren. Onderzoekend leren gaat niet vanzelf. Ook al wordt wel gesteld dat jonge kinderen van nature onderzoekend ingesteld zijn, dat wil nog niet betekenen dat zij dit op de juiste wijze doen. Bovendien geldt dat wanneer onderzoekend leren geïmplementeerd wordt, er niet meteen op een coachende manier gewerkt kan worden. Daarom is het groeimodel ontstaan en voor het groeimodel gekozen. Met het groeimodel leren leerlingen hoe zij zelf zelfstandige onderzoekers worden. Het onderzoekend leren wordt aangeleerd van gestuurd naar zelfstandig onderzoek. In de eerste fase van het gestuurd onderzoek wordt er gezamenlijk met de leraar onderzoek gedaan, waarbij de conclusie door de leerlingen getrokken wordt. De leraar heeft het onderzoek verder in de hand en leert de leerlingen de stappen uit de onderzoekscyclus aan. In de tweede fase, het begeleid onderzoek, wordt er gezamenlijk een onderzoek opgezet. De probleemstelling wordt met de leerlingen gedeeld en gezamenlijk wordt gekeken welke richting het onderzoek op gaat. De leraar begeleidt de leerlingen stap voor stap in de cyclus van onderzoekend leren. In de derde en laatste fase wordt er alleen een probleemstelling door de leraar geformuleerd. Dit kunnen de leerlingen eventueel ook zelf doen. Na het formuleren van de probleemstelling gaan leerlingen zelfstandig (of in kleine groepjes) het vervolgonderzoek doen. De leraar loopt alleen rond als coach en helpt de leerlingen weer op weg waar zij vastlopen en bekijkt of de cyclus op de juiste manier wordt doorlopen.
Wat is de rol van de leraar? Uiteindelijk is het de bedoeling om als leraar alleen een coach te zijn. Leraren helpen leerlingen bij het onderzoek waar zij vastlopen of helpen hen eens vanuit een andere hoek naar het probleem te kijken. De leraar stelt daarnaast verdiepende vragen waar nodig. De leraar kan gezien worden als de expert waar leerlingen bij terecht kunnen als zij vastlopen. In het begin zal deze rol nog niet aangenomen kunnen worden omdat leerlingen nog te weinig weten over onderzoeken. Naar verloop van tijd kan de leraar steeds meer aan de leerlingen overlaten. Natuurlijk is onderzoekend leren niet alleen toe te passen bij wetenschap en technologie, maar ook bij andere vakken. Het is wel van belang dat onderzoekend leren niet in plaats komt van instructies. Onderzoekend leren is namelijk een middel om kennis te vergroten, maar niet om zichzelf nieuwe strategieën aan te leren voor bijvoorbeeld begrijpend lezen.
Literatuur
Berends, R. (2011). Helen Parkhurst Grondlegster van
het daltononderwijs. Deventer: SDUP.
Meer informatie over onderzoekend leren
http://www.ru.nl/wetenschapsknooppunt/materialen/
video-modules/
http://www.lerarenopleider.nl/velon/ledensite/files/
2011/09/32_3_5VelthorstOosterheertBrouwer.pdf
https://www.uu.nl/sites/default/files/
ubd_wkku_routekaart_onderzoekend_leren.pdf
http://www.techniekpact.nl/doelen
No Comments Yet!
You can be first to leave a comment