‘Van scholen met een te strakke structuur krijg ik gevoelens van rebellie. Toch ben ik ook wel klassiek in mijn denken. Ik vind het belangrijk dat leerlingen gewoon werken en ook kennis vergaren’, aldus Ilonka Vlaszaty, die dit schooljaar is begonnen als docent Onderzoek en Ontwerpen (O&O) in de onderbouw op Helen Parkhurst. ‘Ik heb zelf als leerling op een daltonschool in Den Haag gezeten en daltononderwijs spreekt mij nog steeds aan.’
Professionalisering van leraren is een actueel thema in het onderwijs. Leraren zijn inmiddels verplicht om na het afronden van hun opleiding zich verder te professionaliseren van startbekwaam via basisbekwaam naar vakbekwaam.
Professionaliteit van de leraar kent zowel een normatieve als instrumentele zijde (Bakker, 2013). Instrumentele professionalisering richt zich op het verwerven van een systeem van regelgeving en protocollen, als ook een instrumentarium aan vakkennis, vaardigheden en dergelijke, waarover een leraar dient beschikken om zijn vak uit te kunnen oefenen.
De praktijk vereist dat de leraar in staat is om te beoordelen welke voorschriften, kennis en vaardigheden bij een bepaalde situatie.
Een technasiumproject neemt steeds acht weken in beslag waarin de leerlingen tijdens de O&O-uren in kleine projectgroepen werken met daarin voor ieder een eigen rol. Dit valt goed te rijmen met de werkwijze binnen het daltononderwijs waarin zowel zelfstandig als samenwerkend leren uitgangspunten zijn. De leerlingen krijgen veel ruimte en mogelijkheden. Dat heeft echter ook tot gevolg dat de effectiviteit niet altijd hard te meten valt.
Ilonka: ‘Het creatieve proces bij O&O is moeilijk te sturen. Dat gaat zijn eigen weg en heeft tijd nodig bij leerlingen. Daltononderwijs ondersteunt dat doordat je zegt: Jij kunt dat, je neemt je verantwoordelijkheid en ik vertrouw je dat je niet achterover leunt. Maar dat moet je als docent wel leren. Je vraagt je vaak af: Wat is die leerling aan het doen? Je moet het verschil gaan zien tussen ‘kletsend denken’ en leerlingen die zich vervelen. Vervolgens werkt het niet om als boeman op te treden, maar om als coach steeds bij te sturen in het proces en ook weer op tijd afstand te nemen. Uiteindelijk komen de leerlingen dan tot resultaten waar ze zelf ook trots op kunnen zijn.’
Vijf of zes jaar lang O&O op het technasium levert leerlingen op dat zij anders gaan kijken en denken. Ilonka: ‘Ze leren te wachten, het ongrijpbare te benoemen en het evenwicht te vinden tussen Chronos (tijd) en Kairos (het zijn), waarna Eureka (ontdekking/uitvinding) kan volgen.’
De leerlingen krijgen daarbij ook daltonvaardigheden mee waarmee zij in de toekomst verder kunnen als zelfstandige, mondige jongvolwassenen. Ilonka: ‘Het plannen van je leerproces en leren reflecteren op wat je doet, is voor veel leerlingen van 12 of 13 jaar lastig. Maar als je regelmatig blijft vragen: “Wat is jouw rol hierin?”, dan zie je dat leerlingen zich leren organiseren en aanpassen in de groep en ontdekken ze waar ze wel of niet goed in zijn. Dat zijn belangrijke vaardigheden in een maatschappij die samenwerking en initiatief van mensen eist.’
Helen Parkhurst heeft nu enkele jaren ervaring met Onderzoek en Ontwerpen als keuzevak in de bovenbouw. Vorig jaar zwaaide de eerste lichting examenleerlingen af met een ‘meesterproef’. Deze leerlingen hebben ondervonden hoe belangrijk het is om te netwerken. Zij moesten namelijk zelf een opdrachtgever zoeken voor hun eindopdracht die bij het hele proces betrokken werd.
Maaike Vollebregt, technator bovenbouw op Helen Parkhurst: ‘Als je niets zoekt of krijgt, dan gebeurt er ook niets. Leerlingen moeten zelf zorgen voor informatie en een opdracht waarmee zij het vak O&O kunnen afsluiten. Ik help natuurlijk in dat proces, vraag wat het plan van aanpak wordt en toets regelmatig hoe ver ze zijn. Niet controlerend, want een leerling bepaalt zijn of haar eigen leerweg. Maar vaak wel confronterend, want als je gevoelens raakt, dan is een leerling aan het leren.’
Bij een technasiumproject in de onderbouw wordt de groepssamenstelling nog kunstmatig vastgesteld. Leerlingen krijgen afwisselend de rol van planner, leider of inventieve kracht. Vaak stuurt de docent erop aan dat een leerling juist niet de rol krijgt die hem of haar het beste past. Maaike: ‘Zo zorg je ervoor dat leerlingen niet steeds in dezelfde rol blijven hangen. In de bovenbouw maken de leerlingen zelf groepjes. Het enige wat ik dan nog doe, is opletten dat er niet opeens drie leiders bij elkaar zitten, maar dat leerlingen elkaars eigenheid benutten voor het beste resultaat. Ik houd de leerlingen ook altijd voor: zou een opdrachtgever jullie hiervoor in dienst nemen? Uiteindelijk worden de groepjes door de opdrachtgever beoordeeld op hun product en door de docenten op hun portfolio. Dat telt allebei even zwaar mee, naast de presentatie op een markt voor genodigden.’
De begeleiding vraagt van de examendocent O&O niet zozeer kennisoverdracht, maar wel kennis van zaken. Maaike: ‘Je moet je continue bijscholen en zorgen dat je ook een expert wordt op terreinen die niet automatisch de jouwe zijn of waarvoor je minder belangstelling hebt. Ik ben zelf docent biologie, maar verdiep mij nu ook bijvoorbeeld in werktuigbouwkunde, de logistiek op een vliegveld of architectuur. De bovenbouwleerlingen verwachten namelijk dat jij ze op weg kunt helpen, tips kunt geven waar ze iets op internet kunnen zoeken en dat jij weet waarmee zij bezig zijn. Zeker met meer- en hoogbegaafde leerlingen in huis betekent dat best wat huiswerk voor de docent, maar het houdt je scherp en is uitdagend.’
Het daltononderwijs heeft de bovenbouwleerlingen van het technasium al min of meer klaar gestoomd voor zelfstandig en samenwerkend leren. Dat scheelt. Maaike: ‘Leerlingen redden het niet met alleen IQ, maar hebben ook EQ nodig: klanten durven bellen, zelf sponsorgeld verzamelen of bedrijven langs gaan, op tijd om raad vragen, representatief zijn en goed presenteren van je product. Dat zijn vaardigheden die zij op een daltonschool goed kunnen leren.’
Andersom heeft de komst van het technasium het daltononderwijs op de school een impuls gegeven. De projectmatige aanpak binnen het vak O&O waar zoveel aspecten van ‘het andere leren’ worden bevorderd, zorgen voor een frisse blik op soms ‘sleets’ geraakte daltonprincipes. Het maakt zachte waarden concreet toepasbaar binnen een moderne omgeving, waarbij gekozen kan worden voor actuele onderwerpen als escape rooms, apps, robotica, duurzaamheid of gezonde voeding. Buiten je eigen vakgebied kijken, leren van groepsprocessen en hoe je dat in een projectmatige setting begeleidt, …; het zijn vaardigheden waar een daltondocent voordeel mee kan doen in iedere les en bij ieder vak.
SG Helen Parkhurst is sinds 1998 de openbare school voor voortgezet daltononderwijs in Almere, met voor de komende vier jaar een officieel daltonpredicaat van de NDV. De school voor mavo, havo en vwo telt ruim 1900 leerlingen, verdeeld over zeven afdelingen. Sinds 2010 mag de school zich eveneens officieel technasium voor havo en vwo noemen. Er is een start gemaakt met een bèta-mavo.
Auteur: Gon Kiesewetter is communicatiemedewerker op het Helen Parkhurst in Almere.
Beeld: Helen Parkhurst Almere