In het basisonderwijs proberen we het optimale uit leerlingen te halen door te differentiëren in taak en instructie. Echter, wat doe je als leerkracht als je tien keer moet vragen of het rustig mag zijn? Als je continue moet waarschuwen en corrigeren en het effect van korte duur blijkt? Dan heb je als leerkracht een probleem.
Aan het eind van de eerste werkweek na de zomervakantie vroeg ik me af of ik lesgeven nog leuk vond. Ik had een nieuwe klas, waarvan bekend was dat de leerlingen druk waren. De eerste schoolweek leek mij een kwestie van duidelijkheid. Ik had de moed erin, gaf precies aan wat ik verwachtte, maar dat bleek onvoldoende. Wanneer ik me omdraaide, begonnen leerlingen te praten, over tafel te hangen, te lopen, et cetera. Hoe kreeg ik hen aan het werk en hoe hield ik hen aan het werk? Op vrijdagmiddag stelde ik mezelf moedeloos de vraag: “Ga ik naar de directeur en geef ik aan dit niet langer te willen, òf ga ik als leerkracht op zoek naar een andere aanpak?” Ik besloot tot het laatste … ik moest op zoek naar Passend Onderwijs, op zoek naar een manier waarbij de leerlingen zich meer zelf verantwoordelijk gingen voelen.
In mijn beleving ‘moesten’ ze wìllen leren, er plezier aan beleven, het als een uitdaging gaan zien. Ik dacht aan het beeld van de ijsberg die ontwikkeling op verschillende niveaus zichtbaar maakt. Boven de waterspiegel rijzen daarbij kennis en vaardigheden uit, maar om daar ontwikkeling tot stand te brengen moet onder de waterspiegel een basishouding ontwikkeld worden: de motivatie, de wil, de visie op leren. Ik ging nadenken over hoe ik de motivatie van leerlingen om zelf te willen leren kon beïnvloeden, hoe leerlingen zelf meer verantwoordelijkheid zouden kunnen nemen en hoe je leerlingen zo ver krijgt dat ze zelf hun taken willen maken en ze gaan nadenken wat daarvoor nodig is.
Bij het zoeken naar literatuur over het ontwikkelen van lerend vermogen bij leerlingen, stuitte ik op Building Learning Power (BLP), een methodiek waarbij het leren leren, het leren denken en leren samenwerken centraal staan. Dat voelde passend. Van samenwerking in mijn klas was nauwelijks sprake; eerder een grote mate aan competitiedrang wie het eerst zijn werk inleverde. BLP zou het concentratievermogen en het leerplezier vergroten, met als gevolg stijgende leerresultaten. Wanneer leerlingen zich bewust worden van hun eigen leerproces, maken ze hun taken niet langer voor de leerkracht, maar voor zichzelf. Ze zijn trots op zichzelf en dat komt de motivatie ten goede. Als leerkracht leg ik de nadruk op bewustwording van het eigen leerproces.
Het toepassen van competentiegericht coachen en kenmerken van BLP betekende een cultuuromslag in mijn klas. Ik leerde de leerlingen systematisch houdingen en gewoonten aan. Ze gingen de rekentaak zelf nakijken en kregen van mij vragen of ze de gemaakte fout begrepen. De leerlingen werden zich bewust van doelen, bijvoorbeeld wat nodig is om door te mogen naar het volgende leerjaar. Ze kozen zelf of ze deze uitdaging aangingen.
Nadat overeenstemming was bereikt om deze expeditie aan te gaan, gingen we aan het werk. Als leerkracht kon ik de leerlingen coachend vragen stellen: “Denk je zo de top te bereiken door (iets anders) te doen dan je taak?”
Om het te visualiseren en leerlingen op een speelse wijze mee te krijgen, bedde ik de verandering in een thema in: de bergexpeditie. Iedere leerling werd bergbeklimmer en op de top weet de directeur wat we allemaal moeten weten en kunnen aan het eind van dit schooljaar. De leerkracht is geen redder, meer iemand die over de berg heen en weer kan lopen en begeleiding kan bieden waar nodig: Wat heb jij nodig? Wat kun jij doen, om verder te komen?
Er werd een echte bergbeklimmer uitgenodigd, Gert Jan Stroetinga. Hij vertelde dat als je als kind iets wilt, je jezelf dan doelen moet stellen. “Als je er dan voor gaat, lukt het meestal ook”, zei hij. Stroetinga liet zien wat hij had gebruikt om de top te bereiken en welke afwegingen en keuzes hij had moeten maken. Hij vertelde dat iets ook weleens moeilijk mag zijn, want dan is het een uitdaging!
Ouders zijn op een ouderavond op de hoogte gebracht van de nieuwe aanpak in de klas. Zij reageerden enthousiast toen de effecten bij hun kinderen zichtbaar werden.
In het onderwijs lijken steeds meer mensen overtuigd van het effect van reflecteren; dat leren pas plaatsvindt door reflectie op ervaringen. Wat wilde ik leren? Wat heb ik geleerd? Heb ik de juiste keuzes gemaakt? Heb ik mijn doel bereikt? Daarom is het gewenst om planmatig reflectie- en evaluatiemomenten in het rooster vast te leggen. Een leerling doet dan ergens ervaring mee op, reflecteert erop, stelt nieuwe doelen en bedenkt wat hij of zij nodig heeft om dat doel (een volgende keer wel) te bereiken, waarna de leerling aan de slag gaat.
Hoe vertaalt zich dit naar de bergexpeditie?
Tijdens het leerproces evalueren mijn leerlingen iedere vrijdagmiddag hun (persoonlijke) doel, eigen werkhouding en taakaanpak door te kiezen uit een van de volgende standen: (1) ik ben actief aan het bergbeklimmen en ga omhoog om mijn doel te bereiken, (2) ik ben in de stress, mijn leerproces is belemmerd: ik ben in lawinegevaar terechtgekomen en moet bedenken wat ik moet doen om eruit te komen, (3) als leerling heb ik gerelaxed, het (te) rustig aangedaan; ik moet meer van mezelf vragen om een volgend kamp te bereiken.
Leerlingen plaatsen hun eigen naambord in één van drie vakken op het evaluatiebord en de leerkracht bevraagt de zelfreflecties van de leerlingen.
Zij gaat met hen mee in hun verhaal, herkent het en geeft complimenten. Soms vraagt de leerkracht gericht door. Soms kan er een verschillende perspectief op hetzelfde ontstaan. Zo kan een leerling tevreden zijn, terwijl de leerkracht vindt dat deze leerling zichzelf weleens wat meer mag uitdagen.
Aan het begin van de cultuurverandering bleek het lastig voor leerlingen om ‘het waarom’ van iets goed te verwoorden. Daarom zijn evaluaties eerst klassikaal gehouden. Zo leerden leerlingen van elkaar en kon de leerkracht taal aanreiken om zich beter uit te drukken. Om dagelijks herinnerd te worden aan het eigen persoonlijk doel, is ruimte gecreëerd op de taakbrief van leerlingen.
Tot slot: Als leerkracht heb ik een positieve verandering in het gedrag van de klas waargenomen en de leerresultaten omhoog zien gaan. Voor mij is het een geslaagd experiment.
Auteur en Beeld: Aly Veenstra is leerkracht aan obs Vensterschool in Noordwolde.