De eerste keer dat ik over dalton hoorde, leek het ondenkbaar, dat het voor mij ´a way of life’ zou worden. Ik maakte uitvoerig aantekeningen bij het enthousiaste verhaal over dalton van mijn leraar didactiek op de Rijkskweekschool in Leeuwarden, maar die aantekeningen raakten in een doos en het verhaal verdween naar de achtergrond. Dat veranderde toen we als team naar een bijeenkomst gingen van Doornbos over ‘Opstaan tegen het zittenblijven’. Als jong onderwijzer ging ik de discussie aan. Het lukte mij niet de collega’s mee te krijgen.
Toen begin ´80 de integratie van kleuter- en lager onderwijs met aandacht voor de doorgaande lijn en zorg op maat in beeld kwam, raakte ik, inmiddels directeur van een andere school, met mijn team in discussie over hoe wij dat in de praktijk zouden moeten realiseren. We brachten de mogelijkheden in kaart, het woord dalton viel en ik besloot de doos met aantekeningen af te stoffen en de inhoud weer te lezen. Onze school werd daltonschool!
Door het bezoeken van daltonscholen als visiteur, kon ik me verder verdiepen in de werkwijze van Helen Parkhurst, waardoor ik definitief overtuigd raakte van de grote voordelen. Het gevoel dat dalton alles of niets zou moeten zijn, is alleen maar sterker geworden. Het ís een ‘way of life’. Daltonschool, dat ben je gewoon de hele dag en niet alleen tijdens de taakuren. Door anders met elkaar om te gaan, ontwikkelen kinderen zich tot zelfstandige en verantwoordelijke individuen, die goed voorbereid doorstromen naar het voortgezet onderwijs.
Het is onbegrijpelijk, dat de inspectie alleen opbrengsten wil zien van lezen, taal en rekenen. Er is immers zoveel meer! Sommige scholen scoren onvoldoende en daar zijn ook daltonscholen bij. Dat roept bij mij de vraag op of dit echte daltonscholen zijn, of scholen, die zich daltonschool noemen omdat ze met taakbrieven en taakuren werken, dalton erbij doen… Dat zet kanttekeningen bij de visitaties. Doen we dat wel goed? In mijn beleving kan een daltonschool niet of nauwelijks onvoldoende scoren. Ik hoor ook dat daltonscholen, die onvoldoende scoren, soms zelfs op advies van de inspectie dalton even parkeren. De school wil eerst een voldoende halen en daarna weer nadenken over dalton. Mijn argument, dat via een integrale daltonaanpak eerder betere resultaten mogelijk zijn, gewoon door helemaal dalton te zijn, komt meestal niet echt over. In het kader van bestuurlijke schaalvergroting en fusies van scholen gebeurt hetzelfde. In het belang van de samenwerking wordt dalton even geparkeerd. De gesprekken gaan over richtingen, personeel en gebouwen. Pas daarna komt de onderwijskundige identiteit aan de orde. Het roept bij mij weer de vraag op of het echte daltonscholen zijn of scholen die dalton erbij doen. Ik denk dat ik het antwoord wel weet.
We kunnen aansluiten bij wat de inspectie met scholen wil en daltonscholen matig of voldoende noemen. Of we hebben als NDV bij de visitatie meer aandacht voor de vraag of je de hele dag daltonschool bent en zelfstandig en verantwoordelijk met elkaar en met de leerlingen omgaat. Daar gaat het om! Daltonscholen die gewoon de hele dag daltonschool zijn zouden dalton + genoemd moeten worden.
Auteur: Aant Mulder is oud-directeur van een daltonschool en was jaren actief als regio–coördinator van de regio Friesland.
Beeld: Martijn Bakker