SG Nelson Mandela is een jonge school (in 2007 gestart) die in acht jaar tijd is uitgegroeid tot een gevestigde naam in het vo daltonlandschap. Hoe heeft de school zich ontwikkeld en hoe ziet dalton er in de praktijk van een mavo (en in de brugklas mavo/havoschool uit?
In het veelal traditionele onderwijslandschap van Purmerend kwam in schooljaar 2005-2006 de kans voorbij om nieuwe onderwijsconcepten te ontwikkelen. Er kwam een havo/vwo-campus en een vmbo-campus. In het voorjaar van 2006 ontwikkelden twee mensen (men without fear…), onder begeleiding van het APS, hun nieuwe school voor de vmbo-campus. Zonder alles overboord te willen gooien en naar het nieuwe leren te gaan, waren de ontwikkelaars zich terdege bewust van het belang dat er iets moest gebeuren. Het daltononderwijs bleek, als traditionele vernieuwingsonderwijs, een zeer goed passend onderwijsconcept binnen het belang van deze ontwikkeling. Al heel snel werd er besloten dat vakken in de onderbouw samenhang moeten hebben en zo ontstonden de leergebieden. Voorbeelden hiervan zijn “Mens & Maatschappij” (= aardrijkskunde, geschiedenis en economie) en “Science” (= techniek, natuurkunde en ICT). Een tweede grote verandering was de start van langere lessen. Er werd heel bewust gekozen voor een rooster met lessen van 75 minuten. De gedachte hierachter is dat het docenten de kans biedt om meerdere werkvormen te gebruiken. Het is immers ondoenlijk voor een docent om 75 minuten lang frontaalklassikaal bezig te zijn. Wij stellen bij ons op school dat je in een les minimaal drie verschillende werkvormen kunt onderscheiden. SG Nelson Mandela is in een ongekend snel traject een daltonschool geworden. In drie jaar tijd hebben we onze school opgebouwd, het onderwijs ontwikkeld en de visitatie met glans doorstaan. In november 2010 mochten wij het felbegeerde bordje aan de wand bevestigen.
Binnen onze school valt er veel dalton te zien. Dit wordt niet altijd heel bewust door docenten gedaan. Op SG Nelson Mendela werken niet uitsluitend daltonadepten, maar het daltonconcept wordt wel door iedereen aanvaard en eenieder geeft hier zijn eigen invulling aan. In de lessen zie je dat er veel wordt samengewerkt en dat er veel ruimte is voor zelfstandigheid. De lestijd van 75 minuten, zoals eerder uitgelegd, geeft de leerlingen de ruimte om de lesstof te verwerken tijdens de lessen. Dat maakt ook dat we onze school profileren als een huiswerkarme school. In de praktijk merk je dat de term ‘huiswerkvrij’ te hoog gegrepen is. Veel van onze leerlingen kiezen er bewust voor om het leerwerk thuis te doen.
Een tweetal voorbeelden waarin een hoog daltongehalte waarneembaar is, wil ik de lezer niet onthouden.
Het eerste voorbeeld is bij het vak Nederlands in het examenjaar. De leerlingen hebben binnen hun PTA de verplichting om de stijlfiguren onder de knie te krijgen. De sectie laat dit onderdeel in twee delen uiteen vallen; er is een werkmiddag en een presentatie. Tijdens de werkmiddag worden er duo’s gevormd en de leerlingen gaan in kranten en tijdschriften op zoek naar stijlfiguren die zij vervolgens uitknippen en op een poster plakken. Ze noteren op de poster welke stijlfiguur het betreft en de opdracht is pas klaar als er voorbeelden van alle stijlfiguren worden gevonden. Je ziet de leerlingen op het studieplein heel goed samenwerken en het wordt direct duidelijk welke leerlingen beginnersgedrag en welke leerlingen expertgedrag vertonen binnen deze kernwaarde. Je ziet leerlingen die de taken heel goed verdelen en afhankelijk zijn van de ander. Je ziet ook leerlingen die compleet stranden binnen de samenwerking en die de grootste moeite hebben om de posteropdracht tot een goed eind te brengen.
Het tweede voorbeeld van een daltonparel is de gang van zaken rond het sectorwerkstuk. Binnen de mavo-eindtermen is het voor leerlingen verplicht om een voldoende te behalen voor het sectorwerkstuk. Ook de verwerking van het sectorwerkstuk valt bij ons op school in twee delen uiteen; de fase waarin het dossier wordt gemaakt en de presentatie van de opdracht. De leerlingen uit het examenjaar mogen zelf groepen van vier vormen. Dit mag binnen de eigen klas, maar ook met leerlingen uit andere klassen. Tijdens de mentoruren (die bij ons op school parallel geroosterd zijn) mogen de leerlingen gedurende vier weken in de mentoruren werken aan de opdrachten van het sectorwerkstuk en de presentatie voorbereiden. Over het algemeen gaat dit heel goed en is het duidelijk zichtbaar dat de leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor hun opdracht en verantwoording afleggen bij hun mentor. De mentor is in dit proces de begeleider en de beoordelaar. Aan het eind van de opdracht zit een stuk reflectie waarin de leerling terugkijkt op het maken van het sectorwerkstuk. Als je het hele proces bekijkt, dan valt het op dat alle kernwaarden zijn vertegenwoordigd in de realisatie van het sectorwerkstuk.
Wat valt er nog door te ontwikkelen? Naast de Dalton parels en alles wat goed gaat op school, zijn er ook nog punten die onze aandacht verdienen. De zwakke punten van de school zijn reflectie en het borgen van ons onderwijs. De reflectie heeft in de aanloop naar onze laatste visitatie (maart 2015) veel aandacht gekregen en begint bij steeds meer docenten een vaste plek in de lessen te krijgen. De visitatiecommissie gaf ons terug dat de reflectie nog structureler vormgegeven kan worden.
De borging is, als voorwaarde binnen dalton, niet iets wat in de genen van de school zit. We moeten heel bewust omgaan met zaken als de PDCA-cyclus en de vastlegging van ontwikkelingen op onze school. Het is natuurlijk altijd mogelijk om hier de ‘critical friends’ om hulp te vragen. We zitten in het regionale AAAP netwerk met 3 andere dalton vo-scholen (Dalton Alkmaar, Helen Parkhurst Almere, Spinoza Amsterdam en SG Nelson Mandela in Purmerend). Het is geruststellend om te merken dat dezelfde aandachtspunten op meerdere scholen binnen het netwerk spelen. Zo hebben we in de voorbereiding van de jaarlijkse daltoncarrousel gesignaleerd dat dalton en het examenjaar een heikel punt is. Hoe dichter het examen in zicht komt, hoe lager het daltongehalte van het onderwijs wordt. Zo zijn er meer onderwerpen die op alle scholen spelen. Door dit te bespreken en te delen en vervolgens op de agenda te zetten, kom je SAMEN verder.
Dit jaar verlaten er 86 leerlingen onze school met een diploma. Een mooi moment om de leerlingen aan het woord te laten en om van hen te vernemen wat zij van ons onderwijs hebben gevonden. Hieronder enkele quotes om het artikel te besluiten:
“Je werkt veel zelfstandig, maar als je hulp nodig hebt dan is die er altijd” (Nova Kramer).
“Er is een goede samenwerking op school. En als je gebruik maakt van je verantwoordelijkheid, dan kom je er goed doorheen” (Ginger Kuperus).
“Een goede samenwerking tussen leraren en leerlingen. De daltonuren heb ik zelf kunnen kiezen en dit vond ik super” (Patrick Moederzoon).
“Ik heb veel verantwoordelijkheid leren krijgen. Ik heb geleerd dat het belangrijk is dat er een band wordt opgebouwd tussen docenten en leerlingen tijdens daltonuren” (Niels Butter).
“Ik vond het heel handig om het eerste lesuur in het daltonuur te zitten, omdat ik in dit uur zelfstandig aan de slag kon gaan” (Louise Bos).
Auteur en Beeld: Steven Appels is teamleider en docent Frans op SG Nelson Mandela te Purmerend.