Bijna iedereen heeft wel een mening over dans en is er wel eens mee in aanraking geweest. Hierbij kun je denken aan dans op tv, bij een bekende show, in een commercial, serie of in een film, maar ook tijdens het uitgaan, of gewoon random op straat. Maar wie heeft er met dans kennisgemaakt in zijn of haar schooltijd in het voortgezet onderwijs? Op het Stedelijk Dalton College kunnen leerlingen kiezen voor dans als eindexamenvak. In dit artikel wordt de waarde van en de ervaringen met dans als eindexamenvak op een dalton vo-school besproken. Wat betekent het voor de vorming van leerlingen? En wat heeft het met dalton te maken?
Kennismaken met dans in het vo? Ik ben één van de gelukkigen, die dit vroeger zelf heeft kunnen ervaren in mijn eigen vo-tijd. Ook heb ik in dit vak examen gedaan.
Het mooie van dans is dat je een betere controle ontwikkelt over je lichaam en geest. De leerling leert om zich fysiek en mentaal te laten uitdagen door te exploreren en te creëren in samenwerking met anderen. De leerling leert tevens om zich te kunnen focussen, afsluiten of juist bloot te geven, met als einddoel om eindexamen Dans te doen.
Dans is zo veel meer dan alleen leuk bewegen op muziek. Dans stimuleert creativiteit, expressie en het uiten van gevoelens. Het verbetert lichaamsbesef, motoriek, reactievermogen, samenwerken en het leren onderzoeken en het leren improviseren. In tegenstelling tot sport is dans een uitingsvorm. Daardoor valt het onder de kunstvormen en niet onder de noemer sport.
In de danslessen wordt er veel gevraagd van de leerlingen. Ze moeten zelf dansfrases (stukjes dans) maken. Dit gebeurt al in klas 1. Uiteindelijk leidt dat tot een volwaardige choreografie wanneer ze eindexamen doen.
Voor de eindexamendans moet een verhaal, een compleet lichtplan, kostuums, decor, et cetera, uitgedacht en uitgevoerd worden. Daarnaast maken ook danstheorie, dansanalyse, dansreflectie (op zichzelf en op anderen), danstechniek, zelfstandigheid, samenwerken en presenteren deel uit van het programma.
Door de jaren heen worden er diverse dansstijlen aangereikt om de horizon te verbreden. Leerlingen maken kennis met onbekende dansen, waardoor eigen patronen worden doorbroken.
Tevens worden er handvatten geboden voor het maken van een eigen dans. Eerst worden er in wisselende groepsverbanden dansen/dansfrases gemaakt. Uiteindelijk voert een groep jouw individueel gemaakte dans uit. Daarbij moet de leerling onder andere leren denken aan: Wat vind jij belangrijk? Hoe wil jij dat het overkomt? Welke emotie is er bij de danser en bij het publiek? Wat is jouw interesse? Waar haal jij jouw ideeën vandaan? Hoe gaan wij het uitvoeren en waar? Met deze vragen gaat de leerling vervolgens aan de slag.
Dans komt gedurende de opleiding steeds dichter bij de persoon zelf (de kern), waardoor de eigen identiteit van de leerling zichtbaarder wordt.
De kwaliteit van processen van dans worden systematisch geborgd, waardoor er een kwaliteitsbewaking is. Voor de zeer gemotiveerde leerlingen is er na het eindexamen Dans op TL-niveau de mogelijkheid om auditie te doen voor een mbo-opleiding Dans, of na het afronden van havo of vwo voor een hbo-opleiding Dans.
Dans is een universele taal van non-verbale communicatie en is één van de uitingsvormen die wij gebruiken als mens. De lichaamstaal is een taal waar geen gesproken taal voor nodig is. Vanuit deze uitingen zijn er ook verschillende (dans)culturen en eigen identiteiten ontstaan.
In Nederland vinden wij het vaak gek als een jongen danst. Hip Hop-dansen worden geaccepteerd, maar daar houdt het vaak wel mee op. De omgeving beïnvloedt in het bijzonder jongens vaak, terwijl het voor iedereen toch goed is om met verschillende dansvormen in aanraking te komen en om daarbij eigen talenten te ontdekken. Dans kan je horizon verbreden door over steeds nieuwe grenzen te gaan en door mogelijkheden te onderzoeken. Daarbij ontwikkel je lef, durf, doorzettingsvermogen en zelfstandigheid, wat startkwalificaties zijn, die je bij alle andere vakken ook van pas zullen komen en zeker ook later in je loopbaan.
Wat gebeurt er als je danst? Tijdens het dansen wordt het stofje dopamine in jouw lichaam aangemaakt, wat ook wel het ‘geluksstofje’ wordt genoemd. Maar er is meer. Dans is goed voor de vermindering van stress. Wel zo handig met al dat huiswerk op school.
Je krijgt sterkere botten, een betere conditie en een snellere bloeddoorstroming, wat goed is voor het hart en je bloedvaten en ervoor zorgt dat afvalstoffen beter worden afgevoerd. Je hersenen krijgen meer zuurstof en je wordt alerter.
Dans zorgt ervoor dat het lichaamsbesef en de lichaamshouding verbeterd worden.
Bewegen zorgt voor belangrijke herstelprocessen in de hersenen. Nieuwe hersencellen worden aangemaakt en het aantal verbindingen tussen hersencellen groeit erdoor. Regelmatig dansen reduceert zelfs de kans op Alzheimer.
Voor iedereen is dans toegankelijk, ongeacht de eigen fysieke mogelijkheden. Dans spreekt zowel het fysiek als mentale en de combinatie linker en rechter hersenhelft aan.
Leerlingen leren tijdens het dansen in te spelen op het moment zelf, omdat er in groepsverband wordt gewerkt of omdat het niet altijd gaat zoals zij het zouden willen. Ze leren problemen op te lossen en te schakelen: overstappen op plan B. Dans versterkt het vermogen tot sociaal en adequaat handelen. Wel zo fijn om dit te ontwikkelen als je in de groei bent.
Dans draagt ook bij aan het verder ontwikkelen van muzikaliteit en het leert een leerling ook om voor zichzelf op te komen binnen een groep. Bovendien helpt het om je eigen gevoelens beter te uiten. Je kunt bij dans zelfs emoties kwijt die je niet in woorden kunt vangen.
Een goede danser krijgt binnen een groep status, wat het zelfvertrouwen enorm doet toenemen. Dit zelfvertrouwen neemt de leerling als bagage mee voor zijn verdere leven.
Het vak Dans wil enerzijds een zo’n breed mogelijke ontwikkeling van de algemene motorische vaardigheden ondersteunen. Anderzijds wil zij speciale aandacht richten op het sociaal functioneren van leerlingen door het aanbieden van groepsgerichte activiteiten.
Leerlingen worden uitgedaagd om op onderzoek uit te gaan, wat bijdraagt aan de vorming tot wereldburgers. Bij dans gaan wij ervan uit dat elke leerling in staat is verantwoordelijkheid te dragen. Het leert leerlingen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Vrijheid is daarbij noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken, eigen wegen te vinden.
Bij dans mag de leerling keuzes maken binnen aangeboden structuren. Vrijheid betekent: kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Uitgangspunt is het vertrouwen. Daardoor voelt de leerling zich meer verantwoordelijk, wat ook de betrokkenheid en het zelfvertrouwen vergroot. Achteraf legt het kind verantwoording af aan de leerkracht.
Onderwijs zou wat mij betreft meer moeten gaan over leerlingen die niet de schooltijd ‘uitzitten’, maar in vakken op school uitdagingen vinden waarin ze oprecht en echt geïnteresseerd zijn. Dans is zo’n vak. Het wordt aangeboden voor leerlingen met en zonder talent maar wel een passie voor dans. Het dansplezier is heel belangrijk. Dat leidt tot liefde voor het vak. Leerlingen hebben talenten en passies en het is prachtig om daaraan tegemoet te kunnen komen.
Auteur en Beeld: Aurora van de Ruit is docent dans aan het Stedelijk Dalton College in Alkmaar