Dalton creëren in de vernieuwbouw in Leek
In 2012 ontving gbs De Springplank in het Groningse Leek een architectuurscholenprijs voor de vernieuwbouw van hun schoolgebouw. Met minimaal budget is er iets moois ontstaan: een gebouw dat ons in staat stelt om modern daltononderwijs te geven. In dit artikel wordt beschreven hoe het proces van vernieuwbouw verlopen is en het uiteindelijke resultaat van dit proces gepresenteerd.
Er wordt wel eens gezegd dat er in een mooie omgeving mooie kinderen opgroeien. Uiteraard is er voor het opvoeden van kinderen meer nodig dan een mooie omgeving, maar het is zeker waar dat de leef- en werkomgeving van leerlingen op een school er toe doet. De inrichting van de school is een belangrijk element in handen van een schoolteam om hun onderwijsideeën te realiseren.
Werken volgens de kernwaarden van het daltononderwijs stelt zijn eisen aan de inrichting van de fysieke ruimte.
Tot voor een paar jaar werkte ons team van De Springplank met haar 190 leerlingen in een beperkend gebouw. De school leek op een pijpenla, met een sterk gedateerde uitstraling. Het was een gebouw met lange, smalle gangen met aan weerszijden de lokalen achterelkaar. De gangen waren zo smal, dat er geen nissen of werkruimtes gecreëerd konden worden, zodat er eigenlijk alleen maar in de lokalen zelf gewerkt kon worden. Het kamertje van de directeur en de teamkamer waren weggestopt ergens achter in het gebouw. Er was geen hal, geen aula waar eens een ouderavond gehouden kon worden, geen ruimte voor toneel.
Het team van onze daltonschool leefde lang met de wens van nieuwbouw. De omgeving werd als belastend en beperkend ervaren. Toen in 2010 het besluit viel dat vernieuwbouw mogelijk was, waren we verheugd, maar hadden we niet meteen door wat dat betekende. Er moest om budgettaire redenen gebouwd worden op de bestaande fundamenten van de oude school. Dat maakte dat we niet direct door hadden wat er met creativiteit op diezelfde locatie uiteindelijk te realiseren viel.
Ter voorbereiding op de vernieuwbouw hebben we in ons team onze onderwijsvisie nog eens met elkaar besproken, uiteraard in het licht van hoe die bij een andere inrichting van de schoolomgeving beter te realiseren zou zijn. We kwamen tot het besef dat we, door de oude situatie gedwongen, nauwelijks werkten met werkplekken voor het individueel werken. Er waren geen werknissen, zelfstandige studieruimtes, leerpleinen en geen samenwerkplekken en we hadden de computers achterin de klas staan.
Met de architect van Architectenburo Klamer is intensief overlegd. Er is een verbouwcommissie ingesteld en we hebben met de architect het daltonconcept besproken en onze wensen voor een inrichting van de school vanuit die visie doorgegeven.
Naast onderwijskundige wensen waren er ook budgettaire gegevens waar rekening mee gehouden moest worden. Denk in dit verband aan bouwkosten, maar ook aan onderhouds- en energiekosten. Er was nauwelijks budget beschikbaar voor de inrichting van de school, zodat het oude inventaris nu wordt hergebruikt. Verder wilden we ook een school met een betere klimaatbeheersing, een betere akoestiek en een school waar gebruik gemaakt zou worden van duurzame materialen.
Ook de leerlingen hebben via de leerlingenraad en door gesprekken in de klas meegedacht over de vernieuwbouw. Zij zijn ook betrokken geweest bij de keuze van speeltoestellen en bij de aanleg van een pannakooi.
Het resultaat mag er zijn. De architect heeft geluisterd naar de wensen van ons, als klant. En hij is in staat geweest om op dezelfde plattegrond van de oude school iets geheel eigentijds neer te zetten. De lange, smalle gang is door het verschuiven van wanden verdwenen. Er is ruimte, licht en ‘lucht’ gecreëerd. De gang is herschapen in een ruimte met werknissen en leerpleinen. Een knap staaltje van de architect is dat er door het gebruik van kleuren en ramen waar licht doorheen valt, de ruimten buiten de lokalen gevoelsmatig wel bij de lokalen horen. Er zijn doorkijkjes en zichtlijnen.
De entree is nu ruim, open en uitnodigend. Er kan daar gewerkt en gespeeld worden. Recht daartegenover is er een speellokaal met een flexibele wand, zodat die met de hal tot een grote ruimte gemaakt kan worden, waardoor er een aula en ook een toneelzaal gecreëerd kan worden.
Er zijn een lerarenkamer en directiekamer gecreëerd, gesitueerd aan de hal, zodat we als team en directie zichtbaar zijn voor gasten. En ook de ib’er heeft een eigen ruimte gekregen.
Sinds halverwege het vorig schooljaar werken we nu in het nieuwe schoolgebouw. Iedereen is enthousiast over het nieuwe gebouw en vindt het een feest om er te werken. En iedereen wil het ook graag opgeruimd en mooi houden. We voelen die verantwoordelijkheid en brengen die ook over op onze leerlingen.
We ontdekken nu zelf, wat we van collega’s op andere daltonscholen uiteraard al wel wisten, dat sommige leerlingen echt geleerd moet worden wat het betekent om zelfstandig, buiten het directe toezicht van de leraar alleen of samen te moeten werken. Ze moeten spulletjes uit de klas meenemen als ze op een leerplein of in een werknis gaan werken; ze moeten de tijd in de gaten houden; er worden eisen gesteld aan hoe je je buiten de klas gedraagt en hoe je daar werkt, enz. Leerlingen moeten leren hoe stil ‘stil’ is als er in een stilteruimte gewerkt moet worden.
Inmiddels hebben we ontdekt dat het niet handig is om in studieruimtes ook de computers te zetten. Die gaan binnenkort weer terug naar de klas. In studieruimtes moet stil gewerkt kunnen worden, terwijl het werk op de computers bij ons vaak in tweetallen gebeurt.
Het gebruik van de nieuwe mogelijkheden op de school vraagt nog om het vinden van nieuwe werkroutines.
In dit verband is het wel mooi dat we in ons team nu tot de conclusie komen dat we in onze lespraktijk nog een stap moeten zetten om los te komen van de oude routines om in de eigen leslokalen te werken. We waren het erg gewend dat we alleen maar onze klaslokalen tot onze beschikking hadden. Daarom wordt er nu nog niet optimaal gebruik gemaakt van de ruimtes die gecreëerd zijn. Het gebouw heeft, met andere woorden, nog wel meer ‘dalton’ in zich, dan dat we er nu samen uithalen. We willen nog meer gebruikmaken van zelfstandig werken, samen werken en van groepsdoorbrekend keuzewerk. Waar we in het verleden het gevoel hadden dat de fysieke ruimte ons beperkte, nodigt die ruimte ons nu uit om nog meer stappen te zetten in het flexibiliseren van ons onderwijs.
Auteur: Liesbeth de Calonne is directeur van de gbs De Springplank in Leek (Gr.)
Beeld: René Berends